F
SCARABJXORVMTEERmTRIimCLASSIS I.
i f .
DER A A R D-K E V E R S. m . V. 7f
k e n s luidet wordt, tot dat het gantfche Woud daarvan weergalme ; eii dan TJI. V;
" ook allengskens weder afneemt, tot dat ze eindelyk met eene ftille fluifte-
" ring ffeheel ophoude ; even als of die kleine Schcpzel zieh in den flaap ge-
" zongen hadde. Hierop begeeft hy zieh naar eene andere plaats , en be-
" gint zyn gezaflg op nieuw. De hoornen zyn-van eene harde zelfilandig-'
" heid , en derzelver fpitzen loopen met het Lyf in eene gelyke vlakte
" voort". Deze Ifever , zegge ik, heeft zeer veel overeenkomft met onzen
Scbriter, het welk niemand tegenfpreeken zal; byaldien anders de 190«» Ftg.
van een SchSier , die in dit Boek gevonden wordt, tot deze befchryvmg behoort;
hoewel dezelve daarinniet aangehaald werde, en, zo 't fchynt , vergeeien
zy.
De N E U S H O O R N - K E V E R , lenevens deszelfi Worm
en Verandering.
§. I.
Op het Vliegend-Hart, laaten wy den vliegenden WmSoornvolgen : want ,TAU. V t
gelyk wy den Schröter , uit hoofde van zyne.Hoornen, den Hart-Kev6r
noemen, fehoon hy de Hoornen niet gelyk een Hart draage , zo heeft ook;
deze, dien ik thans voorneeme te berchryven, den naam van Neushoorn-of
Rhinoceros• Kever verkreegen , hoewel zyn Hoorn op den Kop , en niet, jjelyk
by den Rhinoceros, op den Neus , ftaa; waar op hy echter mogilyk Haan
zou, zo 'er de Kever een had. OndertulFchen zou men hem, ter oorzaake
van dezen Hoorn, mede wel den Jienhoorn - K e v e r können noemen; en eenige
Schryvers hebben hem ook werkelyk den naam van Scarabcsus moneceros ,
dat is, Kenhoorn - K e v e r , gegeeven. S w A M M E K D A M , die dezen Kever wel
hetotnftandigäe befchryft, heeft zevenderleie Neushoorn - K e v e r s inzyneVerzameling
gehad : (Zie deszelfs Bibtia Natures , Tom. I. fag. 281. en 300.)
Poch vyf van dezelven zyn uitheemfchen ; en onder dezen komt ook de zogenoemde
Vliegende Stier ^Taurus Foians} voor ; wölken ik insgelyks ininyne
Verzameling van Infeften bezitte : en indien ik de andere Uitlandfche
foorten mede dejlachtig konde worden, zou ik dezelven ook daar benevens
met vermaak afbeelden, en in' t Voorbericht dezer Claffe mededeeien*. Dien^
v o l -
Vermits de Heer RiJfel naderhand, omtreiit eeii Jaar na de uitgave van die Blad , in liet gcdi
ulite Voorbericlit tpc deze eerile ClalTe der Aardlievers,, op Tal'. A. II. Fig. 2. dezen Tciwm
' mTßm^ of vliegenden Scier, nög naauwlieurtg befchreeven en afgebeeld heeft; en'iJi, EiifTcheti
de Afbeeiding yiui den Heer Swauimsrdam op TaK XXX. Fig. 3. en tulTchen die van den
Heer