p
,1
c "itJ-üfili^-
A A R D.K E V {; R S. Tai. VIII. S 7
In den besinne, toen ik met de befchryving van den Neushoorn-Kever be- TAB.VIir.
z k w a s , verwekten de Figuuren van Swamme r d am een grooten lult m
mv om met de Wormen van dezen Kever te beproeven , oi ik ook zo gelukk'ig
zou zyn, van die deelen, welken hy vertoont, mdezelven te ontdekken
en, fchoon my deze eerfte onderneemmg in zo verre gelukte , da ik
het gezochte vonde ; dezelve viel toch zo wel niet uit, dat ik, met derzelver
behulp, eene duidelyke af beelding dier deelen zou hebben können maaken.
Maar dewyl men my vervolgens verzocht, deze afbeelding te vervaardieen;
beproefde ik myn geluk anderwerf, met een paar W o rme n , mdehoop,
dat ik den misflag, by de eerfte proefneeming begaan , nu zo veel te ligter
zou können vermyden , als ik denzelven te oplettender had gade geOagen.
Ik durfde wel vaftftellen , datmyne Leezers genoegen zouden neemen , fchoon
ik my van de S-aammerdamfche Figuuren bediende ; maar , behalve dat deze
Fisuuren, naar myn oordeel, niet net genoeg gegraveerd waren, was ik ook
cenoodzaakt myne Afbeelding volgens de natuur te doen ; nademaal ik anders
aan die afgetekende deelen hunne natuurlyke koleuren met zou hebben
können geeven. Hier uit is 't ook ontftaan, dat de Maag en de Darmendes.
Worms in myne Afbeelding 'er eenigzins anders uitzien , dan in het Xwasimirdamfche
Werk. Wat verder de deelen des Kevers betreft, die hebbe lÄ
zelve voordi tmaal niet können onderzoeken; dewyl ik gebrek aan levendige
Kevers had. En ik wil daar benevens gaarne bekennen, dat ik zeer twyttele,
of ik in derzelver onderzoeking wel zo gelukkig zou zyn als S w a H M E iid
a m ; die in dit ftuk meer geöeffend was , dan ik my verbeeiden kan ooit
te zullen worden. De ondervinding heeft het my reets geleerd : want toen
ik een paar op e n d e , om de deelen, die tot de teeling behooren,
in dezelven na te fpeuren, waar van ik hier na nog fpreeken zal , hebbe it
gezien, hoe veel 'er toe behoore , om een M a l p i g i d s ot bWAiiMEHDAM
te zyn.
§• 3.
Ik hebbe hier boven gezegd , dat de Figuuren van^ SwammeruAk, ,
myns oordeels, niet al te net gegraveerd waren ; waar uit lemand zou können
denken , als of ik daar door te kennen wilde geeven , dat er met veel'
op te vertrouwen was r maar dit is voiarekt myne meening met , de*yl ik
hier mede alleen van den Konftenaar fpreeke , die ze m t Köper gebragt
heeft. Ik houde my verzekerd, dat de deelen zelven, door hwAJLMEKDAW
benoemd en voorgerteld, door hem alleszins behoorlyk opgegeeven zyn 1 en.
mintle hebbe ik alles in den Worm gevonden , wat hy opgeeft; eti al wie
myne Fisuur bv de zyne vergelykt, zal 'er ligt van overluigd worden. Uitg
i f t m y ook gionds genoeg, omval l te ftellen,, dat men met recht geloovem