l ö
Iii: r
r - , ^
V O o JH M JS M J c M T
T o T D E
T T V E E D E C L A S S E
d e r
WATER-INSECTEN.
Waarin derzeher Oorfpnng, Verandering , en anders
wonderbaare Eigetifchappen in het daglkbt
gefleld luorden.
mar by gevoegd is eene vergelyUng van zommige Zaaden van Booman
en Planten met de InfeSien.
§ . I.
| | W | | e r m i t s ik hier mede een aanvang maake van de tweedeClasf
Í Water-Infeften, zo zal het niet ondienftiV zyn.
Sí. ^ voorafaan tetoonen, welke Infeaen men bepaaldlyk in
«•iifsitsiä? aezelve zal ontmoeten. Ik hebbe naamlyk voorgenornen
zodanige Schepzelen indeze Clafle te brengen, die wel
als Wormen in t water leeven, maar vervolgens veranderen in Infec
ten met doorzichtige Vleugelen; die zieh buken 't water onthouden,
m de vrye Iiicht zweeven, zieh paaren en zo lang geneeren totdat/e
fte>jen; doch die, als gevleugelde Infeften, niet^meerTzondef te
verdrinken, m t water können blyven. Diergelyke Infeften nu zvn
eerftlyk de zogenaamde Libellen oi Water-Nimphen, Molenairs
genaamd; vervolgens het Oever-Aos ; wyders de Water-Rups met
den
V O O R B E R . TOT DE TWEEDE CLASSE DER WATER- INS. I?' 5
den uit haar voortkomenden Vlinder, en eindelyk Water - Slakken,
en andere meer.*
s.
Men zou deze Infeden, wegens hnnne byzondere Eigenfehappen i
ookwelonder verfcheiden Claflen können brengen; inaarop;dat myne
Verdeeling niet al te wyd uitgebreid worde, en dewyl ze met elkander
daarin overeenkomen, dat ze als Wormen in 't vvater leeven, doch
zieh als gevleugelde Dieren niet langer in 't zelve können onthouden ,
en ze ook gezainenlyk met doorzichtige vleugelen begaafd zyn; daarom
hebbe ik geöordeeld, dat ze gevoeglyk onder eene Clafle te brengen
waren: echter zal ik niet nalaaten, ook by ieder te melden, tot
welke foort dezelve behoore.f
S- 3.
* Als by voorbeeld, de Water-Maggen , en de Watcr-Vliegen met den Scsr.
p i o e n - i l a a r t .
K L E E M A N N ,
f Ik kan wel niet ontkennen) dat de Heer ijöye/, by de vastftel l ing van zodanige alg
e m e e n e Kencekenen, uit kracht van welken de Worme n van 't Oever-Aas of
H a f t , die der Water-Muggen en Slakken, welken even zo wel in 't watcr leev
e n , tot dat ze gevleugelde Schepzelen worden, en zieh naderhand in "t zelve
niet meer, zonder te verdrinken, können onthouden, evenalsdeWaterniniphen,
hier mede gelyk geiield worden; niet kwalyk fchynt gedaan te hebben, dat hy
d e z e verfcheiden foorten van VVater-Infeiäen te zamen ander ¿eoe Clafle gebragt
beeft, Maar ik kan ook niet nalaaten te bettiigen, van oordeel te zyn,
dat 'ei- bier toe , tulTchen de Waternimphen en hnnne Wormen, fzo wel nopens
de geftalte, als de wyze van verandering,) en tuflchcn de Water•Mu-'-
g c n , Water-Slakken, Oever-Aas, Water-Vlmders en derzelver Wormen, al
t e groot een onderfcheid plaats heefr. Eene zo merkelyke verfcheidcnheid, als
*er onder de verfchillende foorten van Water-Infeften gevonden wordt, verd
i e n d e , myns bedunkens, wel, dat men ze niet allen onder denc ClaOe rekend
c ; maar ze veel eer, volgcns bunne wezenlyke verfchillende K ent ekenen , door
O n d e r d e e l e n , in zo veel verfcheiden ClaiTen bragt, als hun wezenlyk Geflachts-
K e n t e k e n , van 't Ei af tot aan de verandering , fchynt te vereifchen. AI wie
maar met eenige opmerking acht geeven wil op de verfcheidenheid, welke tusf
c h e n de Waternimphen, en de Waterflakken en Muggen, als mede tuflchen be'-
O e v e t a a s en de Watervlinders te vinden i s , zal wd'haaH ontdekken , dat alle
W o r -
'i íií
iiii
.iiiii 3.
ilteiJil