;:¡¡-'¡i f
t u T W E E D E CLASSE
TAB.TO.ker-brume verwe, enzoook het voorfte van de dikke leden , dat echter jets
meer in' t heldere valt. De overige deelen, als de kop , het voorlyf ' de bv
de inledmg met brume vlakken en geele aderen vercierde vleugels, en de Pooten,
zyn aan deze Waternimph, even als aan de voorfchreeven , gefleld Dit
zelFde vindt ook plaats met opzicht tot het voedzel , de paaring, de vowttee.
ling, en de fnelheid in 't vliegen.
4.
TÄ
De Waternimph der Fig. behoort ook wel onder dit flach, maar is van
een anderen aart en komt uit een Worm, die geen zo plat, maar een iets
mear verwiilfd lyf heeft, hoedanigen reets op de V^« en Vl-ie Tab. vertoond
zyn. Deze Waternimph heeft een veel fmaller lyf, dan de voorige ; het loopt
boven dienfpits toe; en de grondverwe is geelachtig-bruin, dochzevertoont
zich by zommigen zo wel donkerer als helderer. Over dit achteriyfloopen drie
donkere of zivart-brume ftreepen van ongelyke breedte : de twee aan de zyden
gaan tot aan het borstftuk, doch de middelrte komt niet altyd zoverre; enby
eenigen is dit achterlyf tot op de helft zwart-bruin íchoon zommigen van deze
íoort , by de inleding haarer vier vleugelen , ook iets van eene bruinc met geee
aderen doorweeven vlak hebben, zo valt deze vlak echter by de meeften al-
^ e n aan den voorften rand, tuíTchen de groflle aderen, iets in 't geel-bruine
De Kop is bhnkend rood-bruin , het Borstftuk noot-bruin, en de Footen zyti
zwart: van alie de hier toe behoorende foorten vindt men voor 't overise ook
de beiderleie geüachten. ^
De kleine bnedlyvige Wa t e r n i m p h e n - W o r m ,
hcnevens deszelfs Ferandering.
!.vnr. ^ n d e r de verfcbeiden foorten der voorgaande grooteWaternimphen, is dey
- f zeloort, welke wy thans zullen befchryven, de kleinfte,diemybekend
i s ; nochtans moet ze onder het groote flach gerekend worden ; nademaal zv
ook een ronden kop heeft, en haare vleugelen, in 't zitten, uitgebreiddraa-^t.
Ue Worm, .waaruit ze geboorenwordt, vindt men den gantfchenZomerdoor,
doch alleen m Itilftaande wateren en vyvers. Hy wordt insgelyks, zo wel als
de anderen, oiider dan een jaar; doordien men hem metzynsgelyken, opdenzeJiden
tyd, van verfchillende grootte vindt; doch de uit hem voortkomende
Wa-
•ìH
M I " .
INSZCTORUMAQUATILIUM CLASSIS II.
I l i
1 , 1 ; ,
I
Ii''':,:
r : y „
I i i :