33 E E R S T E CLASSE
D E R
A A R D - K E V E R S. Tah. I. S i
i
TAB. I. van vooren is hy met eene ilerke donker-bruine Byttang voorzien ; welke aaii
d e einden ilomp en ingetand is, en tuiTchen beiden eene half ronde lip heeft,
Met deze Byt- of Knyptang knaagc de Wor m de wortelen der planten en kriii.
den a f , en zuigt 'er het hem noodige voedzel uit. Ik hebbe niet können merken
, dat deze kop met oogen voorzien is ; maar achter de Byttang heeft hy
twee Sprieten of zogenoemde Voel-armen, diegeel • briiin zyn , en vyf leden
hebben. Doch zo gemakiyk als aan de daar uit voortkomende Kevers het
Mannetjes- en Wyi jes-gef lacht te zien i s , zo min hebbe ik dit onderfcheid
aan de Wormen können ontdekken. Uit eigen beweeging kernen deze Wermen
niet ligt uit de aarde te voorfchyn ; en indien ze, door het ploegen of
g r a a v e n , voor het daglicht gebragt worden, zoeken zy zieh , zo fpoedig als
inogelyk is, weder te verbergen; nadien ze, behalve dat de Vogels'er greetig
o p loeren, de zonneftraalen ook niet können verdraagen.
S. 8.
D e z e Maikever-Worm verändert , ten minfce eens in 't jaar , van huid; en,
om zulks des te gemaklyker te verrichten, zo maakt hy diep in de aarde eene
ruime holligheid , waar in hy zyne te eng geworden huid onverhinderd afflrookt.
Deze holligheid is hard en rond, ook wordt ze wel byeenepilleverg
e i e e k e n : en doordien meer Keverwormen zodanige pillen maaken , worden
z e Scarabmi pilhilarü, of I^illenkevers genoemd; alhoewel zommige dezen naam
in 't byzonder aan deMeilkevers hebben gegeeven. Maar dewyl 'er ook andere
Infeiäen zyn, die voor hunne Vervelling en Veranderingdiergelykeharde
pillen bereiden, zo kan ik niet zien, waarom men den Kever , boven andere
J n f e i l e n , dezen naam zou toeeigenen. Na het aileggen van de huid verlaat
de Wor m zyn hol, om de wortelen , als zyn voedzel , weder op te zoeken;
20 lang de aanhoudende wärmte des aardbodems hem zulks toelaat : want zo
dra deze door de koude verf tyfc, begeeft hy zieh weder dermate diep in de
aarde, dat hy van de Vorf l niet befchadigd könne worden; en hy blyft'er bef
l e n d i g , zonder voedzel tegebruiken, liggen, tot dat de wärmt e hem op nieuw
naar boven lokt.
§• 9-
W a n n e e r nu deze tot hier befchreeven W o r m zyn Vierde jaar byna ten einde
gebragt heeft, is de tyd zyner Veranderinge gebooren. Miflchien zalditmen
i g een ongeloovelyk toefchynen; maar indien men in Mai , en de volgende
maanden, waarin de Kevers te voorfchyn komen, by het omfpitten der aarde
' e r acht op geeven wi l , zal het wel haafl blyken, dat men ter zelver tyd ook
W o r m e n opgraaft, en, wel niet van eenerleie, maar van verfcheidengrootte,
z o als ze in de 3''«, 4''= en sit^ Fig. onzer Tab. afgebeeld zyn. Met de
V e r a n d e r i n g nu van dezen Worm gaat het aldus toe. Hy graaft zieh in den
H e r f i l , menigmaal ter diepte van een vadem, in de aarde; maaktaldaareene
hol-
fc IIVH^M welke hv met zyn ontlaften drek en andere vochtigheden, z o glad T^B. T.
L efen weeT te be/l ifteren.^at hy 'er niet alleen eene bekwaame, maar ook
L n e veiliS wooning in könne hebben. Kort daarna begmt h y , korter en djkfe?
wordende op te zwellen; en legt eindelyk nog in dien Her f a zyne laatile
hu d af waaVna hy die Poppengedaante krygt , welke onze 6"« F,g. m haareF,^. ö.
S a h e M vertoont! Veelen dezer Poppen hebbe ik in een Tumpot gelukk.g
b ä o f d e n , fchoon ik de meeilen derzelven alle jaaren verloore. In t begm, .s
zodanig eene Pop witachtig; en, na dat ze allengskens donkerergeworden is
k?yg? ze haare o?denlyke en rechte koleur , die doorgaande flecht oranje- of
S o d a c h t i g - geel is. Haare geilalte en gant fche i.iterlyke gedaante geeft alree •
T t e kenLn®, welk een Kever daarin verborgen ligge. De Kop .s, bene.^ns
het Halsfchild, tegen de ondervlakte van den buik geboogen. De zeslooten,
de Sprieten en Vleugeldekzels vallen zeer duidelyk in 't oog , doch omtrent de
helft der Achterpooten wordt hier door bedekt. Aan het achterlyf en de Icher-
,e zyden ziet men donkere Spiegelpunten; ook ontdekt men aan deszelfs klemfte
E
en laatile lid een achterwaarts omgeboogen Tipje of llepje , waar m het
ftyve Staartpunt des Kevers verborgen zit. Wanneer deze Pop aangeraakt
w o r d t , ' b e f p e u r t men, dat ze eene merkelyke beweegmg maakt; ook kan z-y
zieh naar believen wenden en keeren.
§. 10.
Onze Pop behoudt deze gedaante gemeenlyk niet langer dan tot in de volgende
maand January, en op zyn langft tot in Feimary, voor zo veel ik zulks heb
können nagaan. Aisdan komt 'er een Maikever uit te voorfchyn, die in'tbegin
zeer week en witachtig geel is; en eerft na tien of twaalf dagen zyne hardigheid
of rechte koleur erlangt. Doch dewyl hy voor zyn bedemden tyd niet
uit de aarde te voorfchyn komt , en 'er bygevol g nog twee of drie maanden in
b l y f t , zo zyn veel menfchen, welken in dien tuiTchentyd de Maikevers b y geval
uit de aarde opgraaven, van gevoelen, dat ze flechts in de aarde kruipen
en 'er jaarlyks weder uit te voorfchyn komen. Maar indien ze naauwkeurig
opmerken, dat onze beide foorten van Mai - K e v e r s alle Jaaren verwiilelen ,
dan zouden zy wel haaft ontdekken, dat hun gevoelen valfch moet zyn. 'eis
wel waar, dat 'er altoos, behalve de gewoonlyke foort , die jaarlyks te voorfchyn
komt, ook eenige anderen onder gevonden worden; doch dezen heeft
men als nabroedzels van 't voorige jaar aan te merken. *
§• II.
• Toen in 't Janr 176(5, in onze Gewcilen , een langdunrigen en tot in 'c laatiie viin December
zeer drooge Heifft hndden , bragt dit te wege , dat veifcheiden onder de aarde als-
Poppen liggende Mai - Kevers, voor den gewoonlyken tyd, tot humie rypheid geraakten; en^-
nog voor 't begin vau den daaropvolgende ilrengen Winter, by ons in de Tiiinen uit de aarde
gelokt wierden; docli dezelveii hebben, buiten twyfFel , zo wegens Imnne ontydige Itomit'
en gebrek aan voedzel, als uic hoofde van de kor; daarog invallende feile koude , zulks metc
den;