COBurnet
Hift. der
Reform,
van Engel.
I, deel
pag-7.
0)JR.
1
Tho'
Thoyras
Hift.d'.An-
gîet.Tom.
V.pag.
I 6 i.
Nederlandfche Krygsknegten, midsgaders
veele vrywilligen, van ( i) Armuije
gevaaren om den Ke iz e r, die over
Kales naar Engeland gereisd was, af
te haalen en naar Spanje te voeren.
De Keizer, verzeld van den Hertog
van Alba en andere Grooten van Spanje
, kwam den zesentwintigften der
zelve maand van Kales te Douvre, daar
de Kardinaal Wolfey met ftaatlyk gezelfchap
hem opwagtte, en , hoewel
magtig gebelgd, dat hem de Pauslyke
Waardigheid C i ) niet was opgedraagen
, zich echter met nieuwe beloften
van den Keizer, onder voorwendfel
dat Paus Adriaan reeds hooge jaaren
bereikte , liet paaijen ; twee dagen laater
gevolgd van Koning Hendrik, welke
den Keizer naar Greenwich, en
federt met alle tekenen van achtinge
naar Londen geleidde. Hier eenige
dagen doorgebragt zynde, noodigde
Koning Hendrik den Keizer naar Wind-
fo r , en befchonk den zelven met de
Ridderordere (3) des Kousfebands, die
ook kort te vooren aan Ferdinand,
’s Keizers Broeder, vereerd was. Naa
’t voltrekken deezer eerbewyzen wierdt
het Verbond, in ’t voorgaande jaar te
Brugge gemaakt, nader bekrachtigd :
en dewyl de Kardinaal Wolfey, als Middelaar
in de vergaderinge te Kales, met
rype overweeginge den Koning van
Vrankryk aan’t fchenden van den Vreede
fchuldig geoordeeld hadt , zoo
fcheen de Koning van Engeland, volgens
den handel van Londen, verplicht
den beleedigden tegen den beleediger
te moeten helpen : des te meer, wyl
Hendrik ondervondt, dat François zyn
woordt niet hieldt, hebbende den Hertog
van Albanie niet uit Schoiland doen
vertrekken, en de beloofde fomme,
die hy fchuldig was, niet voldaan.
Uit zoodaanige oorzaake rekenden
de Keizer en Koning Hendrik zich aan
dien kant ontflaagen van alle verbintenisfen
, en flooten dierhalven een Verbond,
dat hier voornaamenlyk op uit-
hep. De Keizer ( 4 ) zoude Maria
Dochter van Koning Hendrik, zoodra
(4) RThoyras
Hilt d’An-
glec Tom.
V. p
163: " twaalf jaaren oud was, plech-
tiglyk trouwen , en eene litiuwelyks- l y i i
gaave van vierhonderdduizend Kroonen ' '
genieten , mids van deeze fomme, al
’t gene Keizer Maximiliaan van den Engelfchen
Koning geleend hadt, zoude
afgetrokken worden; en ingevallen een
van hen het voltrekken van dit huuwelyk
verhinderde, dan zoude de Ichul-
dige dcn onfchuldigcn vierhonderdduizend
Kroonen tot boete betaalen. W y ders
zou de Keizer, voor het uitloopen
van Bloeimaand des jaars vierentwintig ,
aan de zyde van Spanje, en de Koning
van Engeland aan die van Pikardie in
Vrankryk vallen , ieder met een Lcger
van veertigduizend Voetknegten en tienduizend
Ruiteren, onder beding, datmen
de Landen, Steden of Sterkten in Vrankryk
, die veroverd zouden worden, aan
den gerechtigden eifcher zoude inruime,
en om het verfchil hier omtrent voor te
koomen, zoude ieder van hen alvoorens
verklaaren , welk deel ieder meende
onder zich te behooren ; ook zoude
geen van beide noch vreede noch
beftand buiten gemeene toeftemming
moogen maaken. Byaldien de Koning
van Engeland het Ryk van Schot-
land o f lerland onder volkoome gehoorzaamheid
brengen, en de Keizer
het Hertogdom Gelder o f de Heer»
lykheid Vriesland onderdaanig maaken
wilden, o f dat de Keizer o f de Koning
van het eene o f het andere der
gemelde Landfchappen beftookt mogten
worden , dan beloofdenze elkanderen
over en weder te helpen. Dees
handel zoude ondertusfchen geheim gehouden
, de Paus, mids die zich binnen
drie maanden verklaarde, en de
Venetiaanen , onder beding van de
Franfen te verlaaten , hier in begreepen
worden. Ook zoudenze de Zwitfers
uit de verbintenisfe der Franfen
zoeken te trekken, o f tot onzydigheid
tragten te beweegen. T er uitvoeringe
van dit werk onderwierpenze zich, voor
die in gebreken bleef, aan de Geeftlyke
ftraft'e van den Kardinaal Wolfey. „
Opden zelven (5) dag, dat dees briefT!»!'"'
getekend wierdt, verbondt zich de giaftw.
Keizer fchriftlyk tot het voldoen van
alles
I f 12 alles wat de Koning van Vrankryk aan
"■ dien van Engeland fchuldig wa s, Indien
de zelve uit hoofde van deezen
handel de betaaling weigerde. Dewyl
Koning Hendrik geen gering deel in
’t beloop van ’s Keizers gevallen gthad 2f22
heeft, en dus meermaalen zal voorkoomen
, heeft my goed gedacht ’s Konings
fraaije penningplaat ter verfterkinge van
’t Verbond hier aan te hangen.
Zy vertoont het borilbeeld des Konings Vorftlyk toegetakeld, hebbende het hoofd met
eene gepluimde muts , den hals met eene keten van juweelen verfierd, en in den rand
dit omfchrift;
l lE N R I C V S V I I I . D e i G k a t i * A N G L im R E X .
H E N D R I K DE AGTSTE DOOR CODS GENADE KONING
VAN ENGELAND.
Zoodra de Keizer dit werk met den
Koning voltooid hadt, gaf hy den Kar-
(>)iu dinaal Wolfey ( i ) boven des zelfs wedde
ook fchriftlyke verzekering voor de Thojta
Hift.
totw!' twaalfduizend guldens, die hem van den
P>s.‘®4- Koning François in vergoedinge van het
Bisdom van Doornik waren toegeleid;
enwift, geduurende zyn verblyf in Engeland
, de gemoederen van dien Landaard
zooverre door zyne beleefdheid en
gefchenken te bekooren , dat hy zich
van de gunft der voornaamfte Hovelingen
verzekerd hieldt. Inzonderheid
hadt hy hunne genegenheid gewonnen
met het Opperbevel over zyne Vloot
den Graave van Surrey te vertrouwen ;
wandt Koning Hendrik zynen Heraud
reeds naar Vrankryk gezonden i en den
Koning François, toen te L ion s , den
negentienden (x ) van Bloeimaand, den
oorlog verklaard hebbende , bracht tot France
dit einde veel krygsvolks in de wape-
nen,en een goed getal fchepen in Zee,
over welken de Graaf van Surrey het
gebied voerde. Dees hadt, weinige dagen
naa ’s Keizers aankomft , vryheid
verworven om met des zelfs Vloot de
vyandlyke Landen te ontruften, en dus
twee invallen op de kuften van Vrankryk
gedaan, midsgaders eenigen buit
met zich terugge gebragt.
Naa deezen togt is de Keizer den
agtften van Hooimaand van Hampton
in Zee geftooken, laatende zyne ontftelde
Nederlanden bevoolen aan de zorge
zyner Moeije Margareta van Ooften-
Q q 2 ryk»
.J S