f e ' l ,
ï y 30 1^30
I. Het afbeeldfel der Koninginne, fierlyk opgetooid, llaat ten halven lyve, met de kroö*
he op ’t hoofd , den Schepter in de regter en den Ryksappel in de flinkerhand, op hec
voorAük van den eerilen, met deeze tytelen vah haar eerile en tweede huuwelyk in dea
rand;
L E O N O R A R E G in a P O R T V G a l l i^ E T F R A N C i ^e ,
E M A N V E L L I e t F R A N C is c i R E gum V X O R .
E L E ON O R A K O NING IN VAN PO R TU G A A L EN VAN
VRANKRYK, G EMA A L IN DER KONING EN EMA NUEL
EN FRANCOI S.
Op het agteriluk zietmen eenen weeligen boom , die aan den waterkant geplant is, en
van de Zonne befcheenen wordt; en dewyl deeze gelykenis op de Koningin, die van den'
Keizer en van den Koning beguniligd wierdt, zinlpeeld , leeilmen in den boord dit byfchrift
;
H I S S V F F V L T A:
DOOR D E E Z E N ONDERSTEÜND.
II. De tweede voert op dc voorzyde het wapen des Konings en dat der Koninginne, in
een fcliild tegen elkanderen geileld, gedekt mec de Koninglyke Kroone en omvangen door
deeze woorden j
L E O N O R e R O Y N E D E F R A N C E .
E L E ON O R A KO NING IN VAN VRANKRYK.
Op de keerzyde ñaat het Ridderlyke wápen van vander Laen, bellaande uit een blaauw
Veld, eenen zilveren Keper en drie Tonnetjes van ’c zelve metaal, gelyk hec dus op de
wapenkaarc van Holland gevonden wordc; wandt dees was in dat Geweft uit goeden Huijj
jo ze gefprooten , -en moogelyk des te eerder van de Koninginne tot een ampc verheven, i5'3ß
— dat dus in den letterkring befchreeven wordc ; -a
N IC O L A S V A n d e r L A E N T R E S O R I e R G eN e r a L P e
L A R O In E .
N IK L A A S VANDER L A E N A L G EM E E N S CHA TUE E S T E E
DER KONINGINNE.
Toen deeze pleclitigheid geeindigd
(0Proba-was, verklaarde ( i ) de KoninginEleo-
ñora, met bewilliginge van haarenGe-
o^vtedü Koning François, af te ítaan, en
foi.431 tèn voordeele van den Keizer Karel
haaren Broeder, gelyk by den handel
van Madrid beloofd was, over te geeven
alle rechten , aanfpraaken en eisfehen
, die zy zoude können vorderen
o f begeeren op de Naalaatenfchap, Goederen
en Opvolgingen van haaren Grootvader
Keizer Maximiliaan , en uit hoofde
van haaren Vader Philips Koning
van Kaftilie , o f wegens haare Moeder
Koningin Johanna, en tekende en bezegelde
deezen brief te Amboife nevens
haaren Gemaal Koning François,
op den zeftienden van Wynmaand deezes
jaars.
Het voltrekken deezer handelingen
was eene verzekering des Vreedes, zoowel
in de Landen van den Keizer als
in die van den Franfchen Koning, ja
van geheel Europa ; des de Nederlanders
, meenende hierdoor den weg tot
den onbedwongen Koophandel, en de
oude welvaart gebaand te z y n , onbefchryflyke
blydfchap betoonden ; te
m e e r , wyl alom in deeze Geweften
een groot getal volks geftorven wa s ,
door eene onbekende en zoogenaamde
Engelfche of zweetende ziekte, welk
e , in ’t laatfte des voorgaanden jaars,
uit Duitsland in Gelderland, in ’t Stift
van Utrecht, in Holland, in Brabant,
(1) en in Vlaandre gekoomen, en zoo
dò'órEi. fchielyk voortgeloopen was , datmen
foU8!& ^00^^ geweldig woeden, noch kisten
graven genoeg voor de dooden
vanviaan- gereed kon maaken. Het verdwynen
fol. 4^“ ^ deezer ziekte maakte de voorfmaak
II. Deel.
A) Ver-
volg der
Divifie
Chron.
des vreedes aangenaamer, voornaamen?
lyk omdat de Keizer zich bevlytigde ,
om zyne Nederlanden door goede wetten
en heilzaame inftellingen te doen
bloeijen. Met dit inzigt hadt hy den
Graaf van Hoogftraate Stadhouder van
Holland, en federt de overdragt ook
van Utrecht , eenige regels voorgefchreeven,
omdat Geweft (3 ) en het(3)Pi,i[.
Gerechtshof aldaar door billyke wetten
veiliger te beftieren, benoemende Kas- u-
par Levynfz. van Hoogelande, Raadsheer iucd M.
van Holland, tot Voorzitter in dien Stift- fss-Stsi»-
fchen Raad.
Ook hadt de Keizer, uk aanmerkin-
ge der groote vreugde , die zyne Onderdaanen
van de Hertogdommen Lo tteringe
, Brabant , Limburg en van ’t
Markgraaffchap des Heiligen Ryks ,
over zyne Krooning en ’t verbannen
van den oorlog bedreeven, hunne oude
Gunftbrieven en Voorrechten (4 ) van
de voorgaande Roomfche Keizeren en
Koningen verkreegen , den eerften van stauen
Hooimaand, in alle deelen beveftigd; S?™}
en inzonderheid bekrachtigd , dat de a“ '
Stad Maaftricht, aan de eene en de
andere zyde der Maaze, voor altyd
met Brabant vereenigd zoude blyven.
Zoodaanige gunftbewyzen vergrootte
het genoegen der Nederlanderen, Welken
, naa veele rampen en elenden,
zoo door den voorgaanden oorlog als ’
woedende ziekte geleeden, ziende den
kryg verdreeven, het bloedftorten ge-
ftaakt, en de lang ontbeerde kalmte
geheel herfteld, in dit jaa^ eenigen der
volgende penningen, ter gedachtenisfe
der verkreege rüste, ter eere van den
Keizer en der Landvoogdesfe gemunt
hebben.
Oo 00 I, Hm
„ ' ' f l
fr?'#