* I 7 I 7
ill
l-ui
I 5-X7
■ ! i l |
I. Het borililuk van den Keizer, met de keten der Guldevlies Ordere om den hals, V4r-
toont zieh op de voorzyde van den eerilen met dit omfchrift;
M A X I M I L I A N V S C A E S A R .
K E I Z E R M A X I M I L I A A N .
Het borililuk van Koning Karel met de zelve ordere verfierd ftaat hiertegen op de ag-
terzyde , hebbende deezen gewoonen tytel des Spaanfchen Konings in den rand;
C A R O L V S R E X C A T O L I C V S .
K A R E L A LG EME ENG E LOO V IG KONING.
II. De voorzyde van den tweeden draagt niet anders dan de eerfte letter van ’s Konings
naam Cliarles ; maar op de keerzyde vindt men de zinnebeeiden, even als op den eerften
de gclykenisfen der Vorften , tegen elkanderen over gefteld; vermids Maximiliaan th^s
Opper- en Nederduitsland onder zyn gebied hadt, en het eerfte door den Arend den Koning
der vogelen, het andere door den Leeuw den Vorft der viervoetige dieren in de wapenen
gekend wofdt zoo ziet men door de afbeelding eens Griffioens , wiens opperile deel van
(»3 Pierius den Arend , het onderfte van den Leeuw ontleend wordt, die vereenigde heerfchappy niet
^'u9o,* onaardig uitgedrukt; te meer , omdat aan dit dier de befcherraing van heilige en onheilige
zaaken (1) door de Ouden wierdt toegefchreeven. Met dit inzigt is, myns bedunkens, dees
penning noch voor het Pafcha deezes jaars geflaagcn, omdat men het jaar vyftienhonderd-
cnzestien aan het einde van den zin deezer randfchiiften gefteld heeft;
lE T T O IR S P O V R C E V L X D E S F IN A N S E S
D V R O Y K A T H O L IQ .V E D’ E S P A IN E , lyiö.
RKN
E D E R L A N D S C H E V O R S T E N . 1.
RE KENP ENNINGEN VOOR DI E DER G E L DMID D E L E N
VAN D E N ALGEMEENGE\ LOOV IGEN KONING
VAN S P A N J E , iyi6.
i S i ?
De zaal^en op deezen voet gefchikt
zynde , en Graaf Edzard, weinige dagen
naa het tekenen van het verdrag,
• den eed als Stadhouder van Groeninge
en Ommelanden aan Jan Sauvaige gedaan
, en zynen Zoon aan ’t Hof gelaaten
hebbende vertrok naar Vriesland,
daar’t nog magtig verward ilondt.
Waiidt, terwyl de Koning van Spanje en
de Hertog van' Gelder door hunne Ge-
- magtigden by den Koning van Vrankryk
, dienze tot Middelaar verzogt hadden
, eenige maanden over de bezitting
van Vriesland gedongen hadden, was’er
geene verzoening maar een beiland van
weinige weeken beraamd, het welke
eerlang in vollen oorlog uitUep, door
den krygszugtigen Hoofdman der Gelderfen
, Grooten Pier , welke, hooren-
(i)Scho- de dat Hindeloope ( i ) door de Bor-
S r o n . gorifen verfterkt wierdt, met eenige
van Vries; fchepen derwaait ftoof en, de ,knegten
aldaar verfloeg, ving o f verdreef, dus
• het Stedetje veroverde.
De: Hertog van Gelder aan den anderen
kant, de byeen gefchoolde manfchap
eenig geld op de hand gegeeven,
en die van Groeninge tot het verfchaffen
van gefchut en voorraad bewoogen
hebbende, zondt al dien hoop, nevens
eenigen zyner Onderzaaten, naar Dokkum
, het welke zy door gebrek van
mondkoft dwongen, en naa veel ar-
beids in krecgen. Aldaar bezetting laatende
fpoeide zieh het Leger , geleid
door de‘ Veldoverftens Golcflein en Selbach
, naar - de Kuinder, van • waar het
met de vloote van Grooten Pier, omtrent
honderdenvj'ftig fchepen. o f fchuiten
, naar Noordholland overftak, en
den vyfentwintigften van Weidemaand
voor Medenblik landde. Deeze Stad
wvciiusin den eerftenLflorm ( x ) gewonnen
zynde, verfloegen de knegten het groot-
f f lo bezettelingen en veele
burgers die zlch^ verweerden, de anderen
borgen zieh op ; het Slot, verftaaken
zieh in hoeken en gaten o f
wierden gevangen. Hierop wierdt
door den haat van Grooten Pier alles
geplonderd en verfcheurd, het vuur
in de Stad geworpen en Huizen,.Kerk
en Kloofter door de vlam verflon-
den.
Toen dic gedaan was liepenze; Land-
waart in , verbrandden Opperdoes en
T w ifch , volgende den weg längs den
Zwaagedyk en voorby Hoorn, daar ’t
alles op de been was, in ’t gezigt van
de Heeren van Ysfelftein en Wasfenaar
, die met eenige andere Edellieden
pas in de Stad gekoomen waren,
en van ’c Noorderboiwerk dit fpel aan
keeken. De Gelderfen trokken al roo-
vende, raoordende en brandlligtende
door Berkhout, Avenhorn, Urfem: en
nog dien zelven avond (3 ) voor Alk-
maar, datze ftraks befprongen, e n , van
door verbaasdheld der Bürgeren byna pag°™'g.
zonder tegenftand overwomien. Hier
graasden de magere Krygsknegten in
’c vette der Stedelingen, en fteeptcn in
agt dagen, dieze in ’t plonderen be-
fteedden, eenen rykdom van G o u d ,
. Z ilv e r , Juw e e len Lynw aa t, Wglleja-
kenen en andere waren, als mede uit
den roof, en de .brandfchattinge der
Noorder- Dorpen, by .een. Die, toeven
gaf die van Hoorn zooveel mQeds,;dac-
ze op den raad .des, Heeren, yan Yf-
felftein uittrokken, den Huigend.yk tusfchen
de Waart en den Schermer door-
groeven, e n , om den vyand het keeren
te beletten, zieh op denhoek van
’t gat verfchanften.
Die van den Hove van ( 4 ) Holland, (4) Goun
het woeden ^ der Gelderfen kundig ge- {Jto"
worden, ontbooden alle, Leenmannen
en den vierden man uit de Steden en
Dorpen, • midsgaders de knegten, die
hier en elders in bezettinge lagen, ten
,fpoedigilen naar Haarlem, om .aldaar
M X hec
I