.....
1
’ iti
liiif
fill
f t
■■’m’iJl:!
'iil'llii
I.: I
1516
(!) Vb7
Emmii
Hift. Fri.
l ix foi.
7Ó0.
(13 Ub.
Emmii
Hift. Fril
l s foL 7ÓI.
(3)Slich-
tenhoril
Geld. Ge-
fchied.fol. 3-16.
Bokweit f I ) om geld , en weigerden
te vegten voorze betaald waren. Des de
Gelderfen de onwilligen agter lieten en
evenwel Dokkum beIlormden,van waarze
met verlies door de bezetting en Stedelingen
gejaagd wierden. De Borgonfen,
in verfcheidene ontmoetingen zieh
van het geluk begunfligd en Staveren
en Workura in hun vermoogen ziende,
poogden de overwinnig verder uit te
breiden. Met dit inzigt hun Leger voor
Sloten gebragt hebbende, ontftondt ’er
den vierentwintigften van Slagtmaand
door ftorm zoo fchrikkelyke waternood
aan dien kant, dat niemand der Landzaaten
diergelyken beleefd hadt; wandt
de vloed fteeg eene eile hoog boven
( 1 ) alle dyken , fmeet door ’t geweld
der baaren veele huizen omverre, en
overftolpte menfchen en dieren. In-
voege de Belegeraars zieh door de vlugt
op zolders, vlieringen en hooibergen
verftaaken. Hier drie dagen in fchrik
en armoede door gebragt hebbende, en
het water gevallen ziende, keerde Floris
Heer van Ysfelftein , verflyfd van
kouwde en flaauw van den honger, met
eenige zyner Spitsbroederen naar Harlinge
en Leeuwaarde ; maar Graaf Felix
bleef om de Gelderfen te wederftaan
in dien oord , wandt de Hertog van
Gelder ( 3 ) hadt eenen hoop van vyftienhonderd
voetknegten. en tweehonderd
ruiters over Groeninge in Vriesland
gezonden , welken, geflcepen in
fchelmeryen zieh geenen moedwil
fchaamden , dus de Landlieden veel
gelds afgeneepen , en Goor gcplonderd
hebbende,tegens het eindigen van ’t jaar,
her- en derwaart verliepen.
Boven deeze plaagen kwam een tweede
watervloed die Graaf Felix verdreef;
des hy, het Doip Lemmer in den brand
ftak, en naar de Kuinder trok. De In-
wooners en Bezettingen van Sneek en
Sloten, die ’t met de Gelderfen hielden
, hadden thans gebrek aan alles •
inzonderheid die van Bolzwert, welken’,
den vyand en ’t gevaar aller naaft zynde,
vrugtloos om betaaling hunner ver-
loopene bezoldingen riepen. Dierhalven
van de benaauwdheid geperft, den eerften
dag van ’t jaar zeventien, vier Ge- ly r y
magtigden (4 ) aan den Borgonfchen („)
Stadhouder afvaardigden , en hem de
Stad aanbooden, midsze van hunnen ag- vanVriesl.
terftitlligen loon, dieze op zes duizend
Emder guldens fchatteden, betaald wierden.
Vaardig bewilligde de Stadhouder
in deezen gewenichten voorilag, dewyl
het geichut door Groote Pier g e - .
roofden aldaar gebragt,meer W'aardigwas.
Dus de Ki-ygsknegten cn Stedeliagen ,
die begeerden, in zynen dienft en gehoorzaamheid
ontfangen, en den onwilli-
gen vrygcleide verleend hebbende, rukt
hy met al zyne magt, in het ftrcngfte
van den Winter, voor Sneek, op aan-
dryven van Edzard , Graaf van Ooft-
vricsland,die, berigt zynde, dat de Gel-
derfen en Groeningers met Hendrik
van Lunenburg en Jan van Oldenburg
zyne Landen reeds onder zichverdeeld
en een Verbond gemaakt hadden, om
hem van alle zyden te befpringen, than-s
by de Borgonfen heul zogt, en deezen
tegen de Gelderfen opftookte, doch
hier van weinig gevolg; wandt tervvyl
alles tot den ftorm gefchikt wierdt, floeg
het weder aan ’t dooijen, en drong de
Belegeraars het beleg, toen ’tagt dagen
geduurd hadt, te verlaaten.
Sedert trok Graaf Felix met eenige
benden in Gelderland en hebbende aldaar
het Blokhuis ( j ) Hulkenftein, d.it(s) Coor-
voor weinig tyds .aan de Zuiderzee ge- c“ ™
ftigd was, ftormende overwonnen en
gelloopt, midsgaders de aldaar leggen-^'” ' ” ’ ’
de fchepen verbrand , zondt hy het
grootfte deel zyner manfchap naar Holland
om hunne betaaling te vorderen,
die hen te Stolk omtrent Gouda gegeeven
wierdt. Hiervandaan getrokken
liepenze her- en derwaart, en vergader-
dcn zooveel rotgezellen , datze eerlang
eenige duizenden mannen byeen hadden,
welken naa lang zwerven meeft allen
m den Gelderfchcn dienft raakten; wyize
niet in de bezolding van den Koning
van Spanje, noch in die van den Keizer
wüden treeden. Welke laatfte in
Brabant, om de zaaken der Nederlanden
tc regelen, verwagt wierdt, terwyl
b y , tot het vereljenen der nog zwee-
vende
^'*7 vende verfchillen met de Venetiaanen,
den Bisfchop van Trente gemagtigd en
naar Italie gezonden hadt.
Dees te Verona gekoomen beloofde
naa lang beraad, half gedwongen door
den opftand der Bezettelingen, de Stad
den Franfen over te leveren; mids hun-
('I* den Keizer alle fommen,
de Cam- dic Lodewyk deTwaalfde hem gelecnd
t ÖLu. hadt, zoude .kwyt fcheiden, cn dat de
p-'S- >«+ Venetiaanen den zelven honderdduizend
goude Schilden zouden betaalen, midsgaders
vyftienduizend ter voldoeninge
der Bezettelingen, voorts al het gefchut
laaten volgen, opdat het naar Trente
gevoerd mogt worden. Volgens deeze
voorwaarde , en op het ontfangen van
de helft der bedonge fomme, heeft de
Bisfchop van Tren te , den vyftienden
Hti'd-i Louwmaand, het gebied der
talia'di Fr. Iriet de ileutelen der (3) poorten in
pai";“ '* 'H o o fd k e r k e overgegeeven aan den
Lautrec, dieze ftaandevoets,
Venalai riit den naam zyns Konings, weder den
rlmnu. Venetiaanen, en voor deezen den Ge-
htoi.pag. magtigden Andries Gritti, overreikte.
IdS- »-V . .
Onbefchryflyk was de vreugde dier
Landzaaten, welken hunne onruft, ram-
pen en elenden, te gelyk den gevaarlyk
cnkryg, die hen, federt het verbond i ; i 7
van Kamerik,vyftig milhoenen Dukaaten -
gekoft hadt, in eenen gewenfchten Vreede
verwisfeld zagen; tot geen geringe
verwondering van vrienden en vreem-
den , dat een Gemeenebeft in den aanvang
des verfchils van de grootfte Magten
van Europa beftreeden , in alle ftry-
den verwonnen en nogtans by flot van
paize het meefte voordeel wegdroeg.
De oorzaak van zoodaanigen uitflag,
waardig in de Jaarboeken te melden ,
wierdt, naaft G o d , de eendragt der
Ingezetenen, de wysheid der Raaden
en de uitmuntende deugd van hunnen
Hertog Leonard Lauredanus f4 ) toe- (dP.Jovii
gcfclireeven. W e lk e , uit eenen derxvin.''’’
Edelfle Stammen van Venetie (5-) ge-(sfP.Mar-
fprooten, door vroom leeven, d o o rS p ',„ .
voortreffelyke zeden , door zonderlinge
kennis in ’t ftuk van heerfchen, enbo-pp-
ven alles door ’t oeffenen van gerechtigheid,
als een Palinuur in deeze hach-
lyke tyden aan ’t roer van Staat gezeten
hadt, en dierhalven, om zyne
roemwaarde eigenfchappen en de liefde
zyns Vaderlands, dubbelwaardig is ,
dat ik zynen gedenkpenning hier ver-
toone.
Het boriuiuk van Laiiredamis koomt ons i n ’t Hertoglyke gewaad op het eerfte deel des
pennings voor , hebbende deezen letterzoom ;
L E O N A R d u s L A V R E D A N V S D V X V E N E T IA R n n , E T C .
L E O NA R D L A UR ED ANUS HERTOG FAN F E N E T I E , ENZ.
De rechtvaardigheid des Hertogen wordt op het andere deel door eene Vrouw afgebeeld
ie^de fptets in de flinker en de weegfdtaal in de regterhand, midsgaders dit byfchrift
L A EQ .VI