I v n n
I I »
-I fi
I ■'■‘fei
Ml ■ í
1730 ’t gefchut affchieten, door welk fchrik-
íyk geluid, en ’t gedruis der trommelen
en trompetten, de Hemel en de Aarde
dreigden te fcheuren. De Pans middelerwylen
met eige hand den Keizer, die zich
alvoorens aan hem gebiegt hadt, het heilige
Verbondsteken gegeeven hebbende,
ging met den zelven naar buiten om heen
te ryden; toen hy te paerd fteeg voegde
de Keizer zich aan de flinkerhand, om
hem den voet in den Stegeireep te helpen,
maar de Paus floeg deeze hoflyk-
heid beleefdlyk af,en reedt met den Keizer,
ieder op eene witte teile, onder een
verhemeldfel,dat van aanzienlyke mannen
gedraagen wierdt, door de Stad: voor
hen zag men de Kardinaalen,Hovelingen
en Gezanten der Vorften, naa deezen
(i)p.jOTii zeven groote Heeren, ( i) prächtig uitge-
xxvlfe doft, voerende zooveel banieren , dien
Napof da Bolonjc, vau Rome , van den Kei-
G. Rolfo zerlyken Arend,van ’tBorgonfche Kruis,
van ’t Huis van Medicis, van de heilige
Kerke,en van het Kriftelyke Kruis dat tegen
de Ongeloovigen gevoerd wordt;
hieraan volgden de Markgraaf van Montferrat,
draagende den Keizerlyken Schepte
r , de Hertog van yrbyn met het 1530
zwaard, Philips Paltsgraaf by den R y n ,
ZOO beroemd door ’t verweeren van
Weenen, den Ryksappel, Karel Hertog
van Savoije eene muts met dierbaare kleinoodien
, om den Keizer, als hem de
Kroon verveelde, op te zetten. In den
fleep volgden de Italiaanen, Spanjaards,
Duitfen en Nederlanders, ieder Landaard
om ’t prachtigfte uitgeftreeken, in zulke
meenigte,datmen naauwlyks een aanzieo-
lyk Edelman in Italie vondt,die zich niet
derwaart begeeven hadt. Op de zyden
van den Keizer gingen zyne Lyftrawan-
ten,en nevens hem twee Herauten, welken
aan alle kanten onder den drang des
Volks met volle handen goude en zilvere
penningen (2 ) wierpen, die de Keizer fi) Com.
tot dit gebruik hadt doen munten; op de c S l
eene zyde ftondt zyn afbeeldfel met de
Keizerlyke Kroone gedekt,en in den rand Morem'it
zyne tytels; op de andere zyn gewoon ™ ck
zinnebeeld de twee pylaaren van Herku-
les,en het jaar deezer Krooninge. Des ik ¡»arisj»
uit deeze befchryvingevaftftelle, dat de
drie volgende munten tot dit ftrooigeld
gediend hebben.
473* 1730
III. D e derde, die my naa ’t afmáaken der voorgaande plaate ter hand gekoorhen is ;
heefc dezelve verbeeiding op de eene en andere zyde, des ook geen wydloopiger befchrya
ving noodig.
1. II. Het borftbeeld yan den Keizer ftaat in ’t hamas, en met de Kroone op het hoofd,
op de vporzyden, binnen deeze letters;
C A R O L V S V. I M P E R A T O R .
K A R E L DE V T F D E K E I Z E R .
Op de keerzyden binnen eenen lauwerierkrans ziet men dc twee pylaaren van Herkules,
" fchetft, en net ..........
M D X X X.
III. De
ííAbded die ik elders (3 ) verklaard heb , afgefchetft, en nevens de zelven die jaartal;
(1) Corn.
Agripps
Coronat.
Caroli V.
inlmperatoreq;.
{’i)P.lovü
Bia, Lib.
XXVll.Sc
Hin. di
Napoli da
G. Rosfo
f2g.7i.
Dus onder ’t gejuig en de vreugde-
kreeten des volks, langs eenige ftraaten ,
die met veelerley koftelyke kleederen en
tapyten behängen, en in alle venfteren
met Heeren en Juffrouwen bezet waren,
voorttrekkende naar de Flaminer poort,
is de Keizer omtrent het Slot met beleefdheid
van den Paus gefcheiden , en
naar de Kerk van S*. Dominicus ( i ) ge-
treden. Hier door de Kanonniken van
S'. Jan van Lateraan te Rome tot Mede-
lid hunner Broederfchap aangenoomen
zynde , en zyn gebed geftort, midsgaders
veele Edellieden tot Ridders geflaagen
hebbende, kwam hy,langs eenen anderen
weg dan de Paus, met den avond
op ’t Paleis, daar de maaltyd in de Zaa-
len, alom met fchoone tapyten bekleed,
bereid wierdt. De Keizer, vermoeid van
den laft der Kroone, des zwaaren Mantels,
en van andere praalfieraaden, lei de
zelven van z ic h , voorts eenen tabbaard
van goudlaken aantrekkende,en een weinig
rüstende , wierdt de fpys ondertusfchen
opgedift, terwyl het gefchal van
trompetten, pypen, trommelen en ’t geklep
der klokken de Ingt vervulde, en
het licht der alom ontftookene vreugdevuuren
de duifternis verjoeg.
Dus zwom de ganfche Stad in weelde
en geneugten,ieder cen verhief de deugden
des grooten Keizers ten Hemel, inzonderheid
het Gemeen, dat zich middelerwylen
met fpys en drank vrolyk maakte
; wandt omtrent het H o f (2) hadtmen
eenige fonteinen van rooden en witten
wyn gefteld, en men wierp van eene
hoogte brood onder den dikken drom
des Volks, omdat een ganfche O s , met
Hamelen, Zwaanen, Paauwenen ander
wild en tarn gedierte gevuld, op de markt
1 gebraaden lag. Ja men getuigd, dat ’er
I by menfchen weeten nooit heerlyker
fchouwfpel aangerigt, noch grooter meenigte
van edele en onedele aanfchouwe-
ren in de Stad gezien was, alle huizen >
ftelladien en ftraaten waren byna te bar-
ften gepropt', en ’t getal van in- en uitheemfchen
fcheen oneindig.
Onder dit woelen wierdt de fpys opgedraagen,
en de Keizer zette zich aan
de opperfte tafel, die van goude en zilvere
vaten fchitterde: een weinig laager
zaten de Hertogen van Savoije enUrbyn,
de Markgraaf van Montfqrrat, en Philips
Paltsgraaf by den R yn , welken de Keizerlyke
fieraaden reeds op eene verheve
plaats ten toon gefteld hadden.
Voor andere Vorften en Heeren was weder
in andere vertrekken aangerigt, als
mede voor de aanzienlykfte Raaden en
Hovelingen des Keizers , als Hendrik
Graaf van Nasfou, Georg van Ooftenryk
Bisfchop van Brikfen onegte Zoon van
Keizer Maximiliaan , Philips van Croy
Hertog van Aarfchot, Niklaas Perenot
Heer van Granveile, en meer anderen.
Wanneer de Keizerlyke tafel verfcheidene
maalen van uitgezogte lekkernyen
veranderd, en het tafellaken (3) t’elkens ftl Cotn.
met al dat ’er op ftondt,zoowel goude als c S £ .
zilvere vaten, ten proolje des volks uit de
venfter op de flraat geworpen was, is de
maaltyd met een lieflyk Muzyk beflooten.
De Keizer hierop met het gewyde
zwaard veele Edellieden en anderen, die
zich voor hem nederboogen ,tot Ridders
gemaakt hebbende, begaf zich te rüsten.
Dus eindigde deeze plechtigheid, die zoo
hoog geacht wierdt, en tot wier gedach-
tenisfe devolgende gedenkpenningen gemaakt
zyn.
i ' ! i
LI 11 2 I. Hec