»537 MAGNA OP E R A DOMINI ,
IN C O N S I L I O I VS TORVM.
DE WE R K E N DES HE E R EN Z TN GROOT ,
IN D E N RAAD DER OPRECHTEN.
tS ì7
(■) Ke
iiieuwe
Chron.
van Brab.
enz. fol.
(2) Memoir.
de
M-du Bellay
fol. 450. &
feq.
Het gerügt van 'den voorfpoed der
Franfche wapenen hielp de Nederlanders
in ’t geweer, door ’t aandryven
van Floris van Egmond Graaf van Buren
, zynen Zopn Maximiliaan, den Prins
van Oranje, den Graaf van Reux, den
Hertog van Aarfchot, de Heeren van
Brederode, van Gaasbeek, van Montfoort
en andere Grooten, welken eene
aanzienlyke Krygsmagt van Ruiteren
en Voetknegten te velde bragten. Maximiliaan
van Egmond Heer van Ysfelftein,
(i) berigt krygende dat omtrent
driehonderd wagens met vooorraad,
door een gelyk getal van Ruiteren,
naar ’t Franfche Leger geleid wierden,
trok ’er op uit, en wift de zelve
zoo te knellen, dat hy de Ruiters
gevangen en al den voorraad ten buit
kreeg ; verwekkende t’evens zoo veel
dugtens in den Koning François, dat
dees de Stad Hesdyn en ’t Kafteel be-
zettede en met de zyne agterwaart deinsde.
Kort hiernaa rukte de Graaf van
Buren, Veldheer van ’t Keizerlyke L e ger
, met omtrent dertigduizend Voetknegten
en agtduizend Ruiteren, naar
S'. Pol, eene plaats die de Koning, midsze
hem wel gelegen was om Artois te
ontruften , meende te bewaaren , en ,
ftraks voor den Ketzer te vergeefs opgeeifcht
zynde, den negenden van W ei-
demaand beflooten en met alle geweld
aangetaft wierdt. Hoewel de bezetting
, beftaande uit de ‘ bedreevenfte
Krygslieden des Konings, zich met ongemeene
dapperheid verweerde , echter
overweldigden de Keizerfen de
Stad, den vyftienden der zelve maand,
ftormenderhand , ( a ) en hakten in
;. de grootfte hitte de meefte der bezettelingen
en veele der Bürgeren zonder
eenig onderfcheid, ter neder. De Bevelhebber
d’Estouteville Heer van Villabon
, verfcheidene mannen beroemd
door groote daaden, en veele EdelUe-
den lieten -’er het leeven. Martyn van
Bellay, zoo bekend door zyne Gedenkfchriften
, wierdt onder eenen hoop dooden
gered, en nevens eenige anderen
gevangen.
De Dolfyn en Maarfchalk van Montmorenci
, die reeds in aantogt waren
om de Stad te ontzetten, hiervan berigt
, bevlytigden zich om de andere
plaatfen op de grenzen te dekken. ’t Z y
uit inzigt van deeze o f andere beweegingen
, de Graaf van Buren vondt
niet geraaden de Stad S'. Pol te behouden,
ftak ’er den brand in, en flegtte
het Kafteel, voerende zyne Krygsmagt
naar Montreuil, dat hem , naa ’t eenige
dagen befchooten w a s , by verdrag
overgegeeven wierdr. Hierop rukte hy
voor Terroane , en taftte deeze Stad
met fchriklyk geweld aan , jn gedachten
van haar insgelyks te dwingen;
maar de fterkte der plaatfe en ’t getal
der bezettelingen , datmen ’er in geworpen
hadt,zouden de aanvallen ligtlyk
verduurd hebben, byaldien de fchaarsheid
van Buskruid de Stedelingen niet
in ’t uitterfte gevaar gebragt hadt; des
de Dolfyn en Montmorenci, die hun
Leger te Amiens verfterkten, overweegende
de aangelegenheid dier Stad,
ziddcrendelbellooten, om ’e r , het kofte
wat het wilde , onderftand in te brengen.
De uitvoering wierdt aan Anne-
baut gegeeven , welke met eenen hoop
Mannen van wapenen en ligte Ruiteren
, van welken zeshonderd met zakken
Buskruid agter hen belaaden , waren,
in den nacht, tusfchen den vyfden ^
(3) Die
en zesden (3) van Hooimaand, derwaart niedre
tr o k , en den toevoer, door eenige än'nnb;
verwarring in ’t Keizerlyke Leg er, gelu
ld d g '" ’
•Ö ? lulikig binnen bragt; maar in ’t aftrek-
' ^ ken ZOO dapper door den Graaf van
R c u x , den Heer van Brederode en
andere Legerhoofden vervolgd wierdr,
dat hy en andere Mannen van grooten
naam, naa een bloedig gevegt, gevangen
raakten , en de overigen zich door de
vlngt binnen Hesdyn bergden.
Loopende deeze vyandlykheden wa-
Suw? Zeeland ( i ) verfcheidene fchech
ro n . pen met zevenduizend mannen en veel
gcMs aangekoomen, welken de Keizer,
"C- om zyne befoldigde knegten te onderfteunen
en te betaalen, uit Spanje gezonden
hadt. Aan den anderen kant hadt
de Hertog van Gelder, ongewoon in
zooveel gewoels te flaapen, toen de oorlog
met Vrankryk aan den gang was ,
weder den ftaart geroerd , en , onaangezien
den geflooten Vreede, eenen
met drommen naar den Zeekant trokken
aanflag gefmeed op de Stad Enkhuize,
om door deeze de ganfche Zuiderzee
te dwingen ; doende tot dit einde te
Harderwyk v y f fchepen uitruften, begaf
zich in die Stad, en hieldt de Poorten
twee dagen voor ’t afvaaren geilooten,
opdat niemand den toeleg mogt ontdekken.
Den senentwintigften (2.) van
; ’Weidemaand liet hy tegen den avond
eenige Vaandels knegten, 100 heimelyk
als moogelyk was, t’fcheep gaan,
en bragt hen , omtrent zevenhonderd
fterk, zelve tot op de brugge daarze af-
voeren,beveelende, datze hunne Hoofdlieden
zouden gehoorzaamen , op verbeurte
van den hals. Den volgenden
morgen omtrent een uur o f twee voor
den opgang der Zonne, wierpenze het
anker op de veede voor Enkhuize, en
dachten de Stad ligtlyk te dwingen,mids
de meefte manfchap in Zce was; wandt
V) Bcfchryv.
van Enkhuize
door G.
Brandt
pag. 61.
WR'y- de Keizer en Koning van (3) Vrankryk
S # hadden dit jaar alom vryheid gegeeven
rojBlfe.om onverhinderd ten Haring te vaaren,
iiornii. ¿er fchepen en eenige waaghal-
1"'.'’““' fen voeren tot onder het Pakhoofd;
doch het water, om de haven te naderen
, hen ontvallende , moeftenze naar
den vloed wagten. Onder dit toeven
fefernk- (4 ) en ’t genaaken van den dag, wier-
“ o?G. denze van de Bürgeren ontdekt, wel-
Bi.nJt ¡^ej, ^ midsze ieder te wapen riepen ,
, en de vyanden zoo bevreesd maakten,
dat die hunne ankers kapten en te
rugge keerden. De ankers zyn hiernaa
door bevel der Wethouderen gevift, en,
ter gedachtenisfe van deezen vernietigden
aanflag, aan den Engelfchen of Zuider
Tooren, met een Latyns Tyddicht
van Hadriaan Junius in fteen gehakt, te
pronk gehangen.
De Hertog van Gelder, zyn voorneemen
verydeld ziende, fchreef, om
zich van agterdocht te zuiveren, aan
de Burgermeefteren ( ; ) van Amfter-
dam, dar de gemelde fchepen alleen “ «Ge
uitgeloopen waren om zynen ouden
Neef den Kardinaal van Bourbon [waar-
fchynlyker den Kardinaal van Lotteringe
den Zoon zyner Zufter] die hem
voor zynen fterfdag nog eens wenfchte
te zien , aan den ingang van Tesfel
waar te neemen , en datze voor Enkhuize
niet dan uit nood, door tegen
wind en ftroom gedreeven, het anker
geworpen hadden: men moeft zulks
dan niet kwaalyk opvatten , wyl hy die
Stad geene fchaade nog overlaft wilde
doen, alzoo hy met den Keizer en deszelfs
Landen in goede vriendfchap ftondt;
dierhalven verzogt h y , datmen zynen
Neef brieven van vrygeleide wilde toe-
zenden, opdat de zelve buiten gevaar
mogt overkoomen. Die van Amfterdam
weetende wat te Harderwyk, toen de
poorten geflooten waren, was omge-
gaan, door eenigen hunner Poorteren,
die toen aldaar waren , verwonderden
zich over deeze lift , en fchreeven den
Hertog alleenlyk, geene magt te heb-
ben om ’s Keizers vyanden vrygeleide
te geeven , hy ’zoude zulks van de
Landvoogdesfe Maria verzoeken. Sedert
ondernam de Hertog iet tegen Gor-
liom , daarnaa ook tegen Dordrecht ,
doch zonder vrugt.
Het beleg van Terroane was hierentusfchen
met zulken yver voortgedree-
dat de Dolfyn en Maarfchalk van
pag. 65.
//. Dcel.
\ Montmorenci eindelyk beflooten met 4
Î hunne magt de Stad te ontzetten, en
dierhalven derwaart naderden, als hen
door cenen Trompetter van ’s Keizers
B b bb b b Zufter,
.i1 lilK I :