liJi I
"ff J 'II
" If
ílffe'W:. ;:;.
I . ir !
f i|.:" i m
ffe, „ "!!«('!
Ì
lÎSi ".J
Í A I ',
ri! ' i
tyzf zouden worden door Renzo van Ceri,
die een groot getal volks over Zee aan-
voerde. Dees onvoorziene togt bragt
den Onderkoning Lannoy en den Markgraaf
van Pefcara in byilere verlegenheid,
niet weetende wat te beginnen,
’t zy den vyand te ftuiten, ’t zy dien
te vervolgen , o f zich ilil te houden ,
het laatlle vondt plaats tot ’s Keizers
geluk ; wandt Koning François wierdt
door het gerügt van ’t naderen der
vyandlyke hulpbenden gedwongen den
Hertog van Albanie , vyf dagen naadat
dees te Stellata over de Po getroklten
terugge te roepen ; doch zoodra
Tom. v.
p>8. ‘Í9-
verfterking van (i) Zwitferen
France cn Graubuuderen kreeg, beval hy den
Hertog weder voort te gaan, en verviel
eerlang in eene veel grooteie be-
kotntnering dan voorheen door de aankoomft
van zesduizend Duitfen, verzeld
van vyfhonderd Borgonfche Ruiteren
, die de Hertog van Borbon geworven
hadt. Deezen, den negenden
van Sprokkelmaand in den Staat van
Milanen getreeden , en , zich met de
benden van den Onderkoning Lannoy
en den Markgraaf van Pefcara vereenigd
hebbende , bevonden zich byna
zoo fterk als het Leger van den
Koning, en beflooten dierhalven , als
mede door gebrek van penningen
om de Krygsknegten te betaalen, het
benaauwde Pavia te ontzetten , dat
reeds tot de uitterfte elende vervallen
was; wandt de Bevelhebber van Leiva ,
nog meer door mangel van geld en eet-
waaren dan door de vyanden beneepen ,
vondt al zyn beleid ten einde om den
krygsknegt langer in plicht te houden,
en de Stad op den oever van haaren
ondergang, zoo de Onderkoning Lannoy
, en anderen van ’s Keizers Le gerhoofden
haar niet door behendig-
heid gered hadden, zendende eenige
perfoonen ( i) in ’t Franfche Leger om
Sudfet,."'?’ '® ''erkoopcn, die te gelyk een
Guicciard. teken aan Leiva gaven , op het weike
TMfal” ' Ify lyn volk om te fchermutfelen derwaart
afvaardigde, en hierdoor zooveel
ontfteltenis veroorzaakte, dat de
wynverkoopers tyd kreegen om den
(a) La
bodem van ’t groote vat aan duigen te
flaan , en met een klein tonnetje, dat
’er in la g , gevult met drieduizend Dukaaten
binnen Pavia te loopen. De
bezetting, de zwaarigheid die ’er was
om ’t geld over te brengen, en t’evens
den toeftand der zaaken verneemende,
wierdt geduldiger dan voorheen.
Ondertusfchen was het Keizerlyke
Leger uit Lodi langs Marigiian naar
Pavia'getrokken, en bragt veelen van de
bedreevenlle Bevelhebbers der Franfen
in groote verlegenheid, zulks zy
den Koning het gevaar , dat hen vart
vooren en van agteren zoude knellen,
voor hielden, en hem dierhalven rieden
het beleg op te breeken j maar François
, dikwylen gezeid hebbende liever
te willen fterven dan Pavia te verlaaten,
bleef by dit opzet, en riep ftraks zevenduizend
Krygsknegten (3 ) uit Milanen
te hulp , laatende tweeduizend anderen
onder Diederik Trivulce ter befcherminge
dier Stad; voorts, de befchan-
fingen verfterkt, en nieuwe wallen opgeworpen,
midsgaders de noodige voorbereidfelen
omzigtig befteld hebbende ,
nam hy zyn verblyf in de Kloofteren
van S'. Paulus en S', Jacob, die op eene
verheve plaats gelegen waren. Terwyl
de Koning zich tot tegenweer bereidde,
wierdt hem onverhoeds groot naadeel
met de veroveringe van Claven door
Jan Jacob van Medicis toegebragt; wyl
de Graubunders , aan welken deeze
plaats behoorde, bevreesd geworden of
de Keizerfen moogelyk ook eenig verftand
in andere. hunner Sterkten hadden
, zonder toeven de (4) zesduizend
hunner Landsgenooten uit het Franfche
Leger ter befcherminge huns Vaderlands
t’huis riepen , welken op dir bevcl
, onaangezien ’s Konings beweegingen
, ilraks vertrokken.
In deeze gefteldheid kwamen de Kej-
zerfen aanzeiten, hebbende het fterke
Kafteel S'. Angelo tusfchen Lodi en Pavia
, dat met voorraad opgevuld en door
tweehonderd Ruiters en agthonderd
Voetknegten befchermd wierdt, overweldigd
; midsgaders andere vaftigheden,
t y i f t r -7
France
Tom.V.
(4) La
Hid. d r-
tali.i difr,
Guicciard.
P»S- 4Î9-
f t ) La
Hill.dT-
talia di Fr.
Guicciard.
pig. 440.
(i) Me.
moir. de
M. du Bel.
lay fol,
»7-
den , die in den weg ftonden , om dcn
toevoer onbelemmerd te houden. Dus
tot op eene Italiaanfche myl den Franfen
genaderd zynde , en het Stroomje
Vernácula , dat tusfchen beide Legers
liep, vrugtloos poogende over te trekken
, begroevenze zich zoo naby den
vyand, dat ’er naauwlyks veertig fchreeden
ruimte tusfchen de wallen bleef,
ja uit de Blokhuizen kondenze met
handroeren elkanderen befc.hieteh, zulks
de fchermutfelingen, zoo aan deeze zyde
als aan die van de Stad , dagelyks
aangroeiden ; te meer wyl de Stedelingen
door loosheid biispoedcr binnen
gekreegeh hadden. Ongelooflyk was
in dit ftribbelen de naariligheid, de
behendigheid en arbeid des Markgraaven
van Pefcara ( i ) om de vyanden dag
en nacht te kwellen. Wanneermen
'"door meenigvuldige uitvallen , welken
meeft tot naadeel der Franfen gedee-
gen , reeds dertien o f veertien dagen
verfleeten hadt, beflooten de Keiferfen
, eensdeels door fchaarsheid van penningen
, andersdeels door een vaft vertrouwen
van de zeege te zullen weg-
draagen, Pavia te ontzetten of den vcld-
flag te waagen.
Met dit opzet tradenze in den nacht
o f duifteren morgen van den vierentwintigften
van Sprokkelmaand, ’s Keizers
geboortedag, uit hunne befchanlin-
,g e , en tragteden met groot geweld
aan den kant van Mirabel, daar de
Hertog van z\len9on met de agterhoe-
de der Franfen gelegerd was, door te
hooren , en deeden , onder het gebul-
der van ’t gefchut , e n ’t gedruis van
geveinsde aanvallen, zoo wyde opening,
zonder dat de vyanden zulks merkten,
in de muuren van’t perk breeken, dat
’er de Markgraaf van Guaft met dtie-
duizend ( x ) Spanjaarden , en eenige
ligte Ruiterye binnen raakte , gevolgd
door vierduizend anderen , over welken
de Markgraaf van Pefcara het gebied
voerde, op de vleugels gedekt door
zwaare benden van manncn van wapenen,
zoo door den Onderkoning als door
den Hertog van Borbon geleid. Met
de voorile benden deezer krygsmagt
rukte de Markgraaf van Guaft voort
naar’c Kafteel van Mirabel, dat hy mec '
den degen in de vuift overweldigde.
De Frànfen zulks befpeurende drongen
derwaart aan, en bragten door ’t gefchut
en door het volk des Hertogen
van Alençon den Keizerfen groot nadeel
toe ; ook tradt de Koning met het
lighaam zyns Heirs te velde om den
Hertog van Alençon te onderfteunen,
voerende, zoo de Franfche Hiftori-
fchryvers (3 ) melden, zyne krygsmagt
door haaftigheid tusfchen zyn eige ge- France
fchut en ’t Keizerlyke L e g e f , door
welke verbaasdheid de Koning het zelve
t’onbruik maakte, en de voornaamfte
oorzaak tot zyn verderf gaf; wandt
de Keizerfen, voor ’t grootfte vuur gedekt
zynde, wierden ftouter, en ftort-
ten, aangefpoord door Lannoy, op de
Franfche benden in, en hoewel de Koning
deezen fchok ftandvaftig weder-
ftondt j en Ferdinand Castriot, Markgraaf
van S'. Angelo , die de eerfte
ilagorde der Keizerfen aandreef, met
eige hand verfloeg , echter kreeg
het zyn v o lk , door ’t verfchriklyke
fchieten der vyanden , zoo kwaad, dac
het begon te wankelen, en buiten twyfel
zoude doorgegaan hebben, zoo de
aankoomende Zwitfers en eenige ligte
Ruitery de verloore hoope niet weder
herfteld hadden. Doch de Duitfen, van
den Markgraaf van Pescara den On-
derkohing te hulp gezonden, vielen zoo
hevig op de Zwitfers, dat deezen,
veelen hunner Spitsbroederen geveld
ziende, doorliepen, welke moeite de
Koning ook mogt aanwenden om hen
te weêrhouden. In deeze wanorde
wierdt François van (4 ) Lotteringe, (4) Me*
Broeder des Hertogen van Lotreringe, m.cIuBcL
en de Hertog van Suffolk verflaagen, en
fchoon de Koning van zyn paerd geraakt
en aan zyn been gewond wierdt,
j echter verweerde hy zich onbezweeken
; met den degen in de vuift zoolang,
tot de Zeevoogd Bonnivet, de ftoo-
kebrand van al dit werk , en andere
mannen van grooten naam gefneuveld
waren ; eindelyk omringd van vyanden
, afgemat van ’t ftryden , en geene
E e e X huliir..
. Ci.
■fli
i k . i