nf ff 1
is
H i
I m'I I
ri ¡1
i f :
" i|!!i
IJ
i i
i f i8 Prinfes voor zieh te verzoeken. Vreemd
~ klonk dit vooiilel den Koning van Spanje
, die v a n ’t voorgaande opzet kennis
hadt, in ’t oor; wandt het zoude zyne
Zufter voordeeliger zyn aan den Prins,
erfgenaam der Kroone cn van gelyken
ouderdom, dan aan den Koning, die omtrent
vyftig jaaren bereikte, befteed te
worden, wyl zy by deezen, om ’t groot
getal zynerZoonen,geencn Opvolger tot
den Troon, als wel by den Prins, konde
teelen.
Koning Karel echter, onaangezien deeze
zwaarigheden, overweegende dat de
Koning van Portugal hem in zyne onder-
neemingen niet weinig te ftaade konde
koomen, ftelde de welvoegendheid agter
de inzigten van Staat, en wift federt zyne
Zufter tot het bewilligen van dit huu-
Po™d' zoowel te beleezen, dat ( i ) de
p“ L°Js Prinfes, zoodra de Paus de ontflaaging
maagfchap verleend hadt, te Sara- '
Tom. i r . gosfa uit den naam des Konings onder-
trouwd , en niet lang hiernaa, van den
Hertog van Alba en veele Grooten van
Spanje, naar Portugal geleid wierdt. A ldaar
over de rivier Sever, die de twee
Ryken, Kaftilie en Portugal, van een
fchcidt, gekoomen, is de Koninglyke
Bruid , door den Hertog van Braganza
a a n ’t hoofd v.in tweeduizend prächtig
uitgedolle Edellieden, uit laft des Konings
begroet, en op begeerte des Hertogen
van Alba zyne fchriftlyke orde openlyk
geleezen, en de zelve aan Alba overhan-
digd hebbende, maakte dees eene nederi-
ge eerbewyzing aan de Koninginne, haar
vryheid verzoekende om het einde van
de goude keten, dieze aan de regter arm i ; 18
droeg, te moogcn aanyatten, met welke '
hy haar den Hertog van Braganza over-
leverde, en ftraks met al zyn gevolg van
Kaftiliaanfche Edellieden terugge keerde,
behalven de Bisfchop van Cordova en de
Landvoogd van Trcgen, die in de wa.ir-
digheid van Gezanten de Koningin volgden,
tot binnen de Stad Crato, alwaar de
Kerklyke plechtigheid des ( i ) h m iw e - d e
lyks, door den Aardsbisfchop van Lisfe-
bon, die den getrouwden den Kerklyken
zeegen gaf, voltrokken, en voorts metxöm.n.
openbaare vreugde en duizende ver-’’"^'^'*'
maaklykheden beflooten wierdt.
Den volgenden dag gaven de Gezanten
van den Spaanfchen Koning de keten
der Guldevlies Ordere aan Koning Em.a-
nuel, welke in de laatfte vergaderinge
reeds tot deeze waardigheid benoemd
was, en de zelve ten teken van Broeder-
lyke verbintenisfe met veel genoegen
ontfing. En waarlyk deeze verwantfchap
vermeerderde het vermoogen van beide,
en verzekerde niet W'einig de nieuvv
verkreege heerfchappy van den Spaanfchen
Koning. Welke de weerfpannige
Siciliaanen,dienaa den dood van Koning
Ferdinand het Ryk in roer gefteld, den
OnderkoningMoncada (3) verjaagd,en WHai.dc
in des zelfs plaats Heftor Pinatelo weder c i fX y .
aangefleld hadden, thans door Ferdinand
van Alarcon met drieduizend Spanjaar- pag. I™
den beteugelde, de belhamels deedt ftraf-
fen, en dat Geweft tot zooverre in ruft
bragt, dat men deeze volgende pennin-
gen, ten teken van ’s Konings verkreege
gebied, aldaar tot zyne eer gemunt heeft.
1,-18, dewyl Jeriifalem door Keizer Frederik den Twjeden met Sicilie vereenigd was, zietmen het I f i g
■ Kriiis van dat Ryk op de andere zyde , en in beide letterzoomen leell: men ; <
IO A N N A E T C A R O L V S D e i G r a t i a H IS P A N IA R V M
R E G E S S IC IL I a E .
JOHANNA EN KARE L DOOR GODS GENA p E KONINGEN
FAN S P A N J E EN FAN S I C I L I E.
II. Op de voorzyde van den tweeden, worden onder eene Kroon de eerfte letters van
de naamen der Konmginne .Tona n n a , en des Konings C a ro lu s gevonden, hebbende
op de agterzyde het gemelde Kniis van Jerufalem, en in den eenen en den anderen rand
deeze woorden j
L a E T I T I A p o p v l i i v s t v s r e x .
E E N R E CHT F A ARDIG KONING I S DE BLTDSCHAP
DE S FOLKS.
W !■ 1' •
Koy Brab.
Jllallr.
I’ari.U.
fol, I.
(1) J.le
KoyBrab.
llluHr.
I’ art.lL
fol. 3.
I. De wapens der voornaamfte Ryken van Spanje zyn op de cene zyde afgebeeld ; en
’ de-
Eenigen tyd hiernaa verhief Koning
Karel de Heerlykheid van Hoogftraate
( i ) tot een Graaffchap, ter gunfte van
Antoni van Lalein zynen tweeden Ka-
mcrling e n ’t Hoofd zyner Geldmidde-
len, en tekende den brief te Saragosfa
in Weidemaand deezes jaars. Insgelyks
verhief hy aldaar , v y f maanden laater,
het Land van Heverlé tot eene Vrye
Heerlykheid, en Arfchot (2 ) tot een
Markgraaffchap, ten voordeele van Willem
van Croy Hecr van Chevres, zynen
cei'ften Kamerling.
Ondertusfchen hadt Koning Karel zynen
Broeder Ferdinand, tot groot mis-
noegen der Spaanfen , naar Nederland
gezonden, en het beftier van den Prins
den Heer van Bevere bevoolen, op aandryven
(3J van den Heer van Chevres,
welke deezen Gunftcling, die
hem dikwylen hinderlyk was, van den
Koning zogt te verwyderen om den zelven
alleenlyk , naar zyn wclgevallen, te
befiicren. Prins Ferdinand , met zes
groote fchepen den agttienden van Bloeimaand
te Vlisfinge (4 ) aangekoomcn ,
cn te Middelburg van den Admiraal,
Adolf van Borgonje, van de Regeeringe
en Schutterye dier Stad deftig ingehaald
zynde , is wcinige dagen laater
naar Brusfel vertrokken cn blydclyk ontfangen
, en geblccven by zyne Moeije
de Landvoogdes Margarita, welke
zieh niet wcinig bckommerde over het
gedrag der Gelderfen : W'andt naa het
fluiten van ’t beftand des voorgaanden
jaars, en dat Floris van Egmond te Leeuwaarde
gekoomen was , en het Stadhouderfchap
van Vriesland aan Willem
Roggcndoif, ( y ) op den gemecnen (j) scho.
Landdag, hadt overgedraagen, zoo ver-
zogten de vergadcrden aan de Gelders- v.uviiesi.
gezinde Steden cn Dorpcn van der-*^“''” ^'
waart te koomen hooren, wat ’er be-
ftooten was. De Booden, die deeze
brieven befteldcn cn t’evens de leden
van ’t beftand in Vriesland verkondig-
den , w'ierden van de aldaar in bezettinge
leggende Gelderfen, die hun voordeel
by den kryg vonden, wrcedlyk
gehandeld. Een van hen wierdt op bevel
van Reemftik, ( i) Hopman te SIoo- Fh Cmt.
ten, in een zak verdronken; een ander a™“
door Goltflein, die binnen Dokkura fcijfs“"’
het gezag voerde, gedwongen den brief,
wel dertig bladen groot, ganfch op te
eeten ; een derde zoude te Sneek geen
beter lot verworVen hebben, byaldien de
Burgers hem by den Stadhouder niet
verbecden hadden. Die van Groeninge
, diergelyken brief van Roggendorf
gekreegen hebbende, hielden dien verdacht,
(7) en zonden den zelven ftraks (7) sao.
aan den Hertog van G e ld e r , die hen cS,™.
tot antwoord fchreef, dat het leugens J™
en Borgondfche bedriegeryen waren
Q 2. men
fots94.