IS
3 5 4 " - - -
, J 3 I op den naam en he't am p t , dat dees Leeraar bekleedde ; wandt men leeft m twee dicht-
- regelen ,
DVM V IX I IN DOM INI F V L S I F A X S P L E N D ID A T E M P L O
E T N OM EN C VM R E G R A T IA D IV A D E D IT .
TE RWT L I K HEB G E L E E FD , HEB IK ALS E E N HEL-
DE RE F A K K E L I N DEN T EMP E L DES HE ER EN
G E S CHE ENEN, EN DE GODL TKE GENADE
h e e f t MT DEN N A AM M E T DE
DAAD VE RLEEND.
III. De voorzyde van den derden draagt het zelve borfiftiik zonder omfchrift, en op
de keerzyde deeze verklaaring;
IO A N N E S O E C O L A M P A D IU S G E R M A N U S T H E O L O G U S
O B I IT B A S IL E A ä A N no 1731. A E T a t i s 49.
J A N OE C OL AMP AD IUS , DU I T S CH G O D G E L E E R D E , IS
TE B A Z E L GESTO-RVEN IN 'T J A A R 173'-
ZTNS OUDERDOMS 49.
De dood deezer twee Voorftande-
ren van den Hervormden Godsdienft
wierdt by de Roomfen gehouden voor
een nitwerkfel der Godlyke voorzie-
nigheid, welke door medelyden de
oorzaaken van zooveele ongevallen der
Zwitferen uit de Waereld genoomen
hadt. Hier omtrent merkt zeker fchran-
(•ijHii.dn der Schryver ( i ) te regt aan , dat de
menfchen doorgaans zoo groote liefde
plolfear h™"® eige meening bezitten, dat-
a£.T'L ze zich ligilyk inbeelden zoo zeer aan
*91'®“ te behaagen ;
maar het gevolg heeft doen zien, dat,
federt den dood deezer twee mannen,
de Euangelifche Geleerdheid by de
Zwitfers vry grooter ftappen dan voorheen
gedaan heeft; ’t gene een klaar
teken is , dat alles van hooger oorzaake
dan van den yverigen Zwinglius
kwam. Waarlyk dit verlies ftremde
ook den loop niet eener Leere, welke
tegen alle verdrukkingen opwies, en
niet alleen in Duitsland , Deenmar-
ke ( z ) en Zw e ed e , maar zelf in
? o o t ' l 1'^ra“ *tryk en Engeiand zich met geen
Sttkeo-' minder voorfpoeds verfpreidde dan in
• Nederland ; werwaart Maria Weduwe
van Hungarie , kort naa de krooning
van den Roomfchkoning 'Ferdinand
, haaren Broeder den Keizer gevolgt
was, en daar zyne Majefteit, onder
andere Staatshandelingen , het hon-
derdjaarige verbond van vriendfchap,
dat tusfchen Schoiland en de Nederlanden
geeindigd, en voor den dood
der Landvoogdesfe Margarita weder
op een nieuw ontworpen w a s , thans
te Brusfel met den Gemagtigden van
Jacob den Vyfden Koning van Schot-
land, op den vierentwintigften (3 )v an g ),? "f
Hooimaand , bekrachtiße ; meenende re?"
door deeze verbintenis de drift van Tom.'iv.
Hendrik Koning van Engeiand, omtrent
de Egtfcheiding van des zelfs Gemaalinne
zyneMoeije.te betoomen; wyl dePaus
ook ten gevalle des Keizers , in ’t begin
van dit jaar , verklaard hadt, dat
Hendrik , zoolang als het geding dier
Huuwelyksfcheidinge niet gerechtlyk
uitgefprooken wa s , geen andere Egtverbintenis
( 4 ) dan op ftraf van uit-f4l coipi
V V ® Diplom«'
werpinge zoude moogen aangaan. p„ j»
Hierenboven hadt de Keizer, mids“ ™‘ |Y.
zyne geduurige uitlandigheid niet inp.irt.ii-
ftaat zynde de Nederlanden zelve te'"'-''''
re-
,731 regeeren, zyne Zufter Maria, Weduw
van Lodewyk Koning van Hungarie,
ft) Die reeds in Lentemaand ( i ) tot Land-
S g « ’ voogdes zyner Nederlanden aangefteld;
fchied. c n baar den eerften van Wynmaand tin Ketzer _
Karel dea eenige wetteii voorgeichreeven, mids-
gilders in ’t Oppergebied van den Staat
de volgende Heeren tot haare Gehei-
(,) Groot me Raaden ( x ) benoemd , den Kar-
toeidi Erard vander Mark Bisfchop
H.sreeavan L u ik , Jan Carondelet Aardsbis-
todiv. fchop van Palermo , den Markgraaf
van Aarfchot, den G r ja f van Buren,
Jacob van Lukfemburg Graaf van Ouvres
Stadhouder van Vlaandre, den Heer
van Bevere, den Graaf van Hoogftraate
Stadhouder van Holiand, den Heer
van Sempy, den Heer van Berges,
den Heer vanWalhaim van Molenbais,
den Heer Jan Hannart, en tot Geheimfchryver
Jan Heer van Marnix en
van Touloufe Schatmeefter der Vorftinne.
Aan ’t hoofd van deeze Raaden
zoude de Vorftin in de plaats van den
Keizer zitten, en de zelven op zoodaanige
tyden en plaatfen, als ’t haar
zoude behaagen, vergaderen, en hunne
gedachten gehoord hebbende, beiluiten
, ’t gene ten meeften dienften der
Landen zoude behooren.
In dit regelen der Staatszaaken kreeg
de Godsdienft zyn deel, w y l, den ze-
(,,G. venden ( 3 ) van Wynmaand deezes
Brandt
Hifl. der
gen de Lutheraanen niet alleen bekrach- i5’3 i
tigd, maar ook in deeze leden ver- Reform."
meerderd wierdt; dat niemand v o o r - ^
pag. 106.
taan eenige boeken, van welken in- ^
houd die mogten zyn, zonder brieven
van vryheid zoude drukken o f fchryven
, op flrafFe van ’c fchavot en een
brandmerk met een gloeijend kruis, o f
een oog uitgeilooken , o f de hand af-
gekapt te worden, ter befcheidenheid
des Rechters. Ook beval de Keizer
het Plakkaat van ’t jaar vyftienhonderd-
, negenentwintig , op den vyftienden van
Slagtmaand weder af te kondigen, en
voorts alle zes maanden te vernieuwen.
Wyders om de Geeftlyken van Holland
, Zeeland en Vriesland in ’t naar-
jaagen der Waereldlyke goederen, zoowel
roerende als onroerende, naauwer
te beteugelen, deedt hy het Plakkaat
van Philips Hertog van Borgonje, zyns
Overgrootvaders Vader, met verfcheidene
leden vermeerderen , en door
het zelve den aanwas der Kloofterlyke
goederen, ’c z y door leevenden of dooden
aangekoomen, op verbeurte der
zelven openlyk verbieden. Deeze Keizerlyke
geboden ver wekten,by de Roomfen
zoowel als by de Onroomfen, nieu we
onluften ; en ’c fchynt uit aanmerkinge
der zelven, dat de volgende penning
vernieuwd, en met het wapenfchild der
pas aangeftelde Landvoogdesfe befiem-
peld is.
Rondom de faamgevoegde handen, den Heiligen Geeft die op de zelven nederdaait, en
de Margaritabloem, welke op de voorzyde in ’t onderfte dee! verbeeld, en ook in dierge-
I (4)11.deel lyke geval op vroegeren (4) tyd, onder de Landvoogdy van de Aardshertoginne Margarita,
I toegepaft is , vindtmen dit omfchrift 3
I D IE V M A IN T IE N G N E L A F O Y EN P A IX ,
ü
i GOD H A N D H J J F E H E T GE LOOF IN V R E E D E , iSi6.
^ Gelyk de tegenzyde van den aangeroerden penning met het wapenfchild det toen gebiedende
Landvoogdesfe praalt , zoo is op deeze dat der thans aangeftelde Vorftinne te vin-
I V v v v 2 den,