i n
f»« -I
ni
til.I'haitJ
Ifli)
I I I
1719 vborfchrift van Madrid , bekrachtigd ,
’ 'eft als uit dit bedde een Zoon voort
zoude koomen, dan moeft de zelve
met het Hertogdom van Borgonje, en
. de Graaffchappen van Masconnois, Auxerrois,
en Bar op de Seine bekleed
worden. Betreffende de fchepen cn
krygsbenden te Land , die de Koning
den Keizer, als de zelve naar Italie
wilde trekken, beloofd hadt te leveren
, omtrent de twaalf Galeyen en vier
groote Schepen wierdt nader beveftigd,
en omtrent de krygsbenden veranderd;
in de plaatfe van deezen zou de Keizer
zich met honderdduizend goude
Schilden te vreede houden. 'Wyders
zou de Koning, binnen zes weeken, alles
wat het Hertogdom van Milanen
en het Graaffchap Afte betrof, voor
zich en zyne Opvolgeren aan den Keizer
afftaan; en byaidien fommigen zyner
Bondgenooten eenige Vaftigheden
i n ’t Ryk van Napels bezet hadden, en
de zelven aan den Keizer weigerden in
te ruimen, dan zoude Koning François
hen tot de overgaave dwingen, en
beloofde zich in geene verfchillen tegen
den Keizer te zullen mengen. Insgelyks
zoudën al de roerende en on-
roerende goederen van Karel Hertog
van Borbon aan des zelfs Erfgenaamen
ter hand gefteld , en het vonnis tegen
hem herroepen worden, midsze aan 1719
Hendrik Graaf van Nasfou, eerften Ka- "
merling des Keizers,tienduizend Dukaaten,
die hy den Hertog geleend hadt,
weder zouden geeven ; ook zoude Philibert
van Chalon in zyn Prinsdom van
Oranje herfteld , en andere Gunttelin-
gen des Keizers, weder op andere wyzen,
voor geleedene fchaade voldaan worden.
Eindelyk zoude aan Margarita van
Ooftenryk ’s Keizers Moeije , behalven
het gemelde Graaffchap van Charlois,
niet alleen de vyfentwintigduizend ponden
, haar by den handel van Madrid
beloofd , betaald, maar zelf alle papieren
uic de Kamer der Rekeninge
van Dyon gegeeven worden ; en omtrent
Noyers, Chatelchinon, Chaucin
en la Ferriere cn de Zoutmaakeryen
dier plaatfen, zoude zy de zelve rechten
en inkoomften, die haar Broeder
Koning Philips pleeg te hebben , voortaan
genieten.
’t Z y de voornoemde Vorftin meet
voordeel o f grooter roem door dit verbond
, dan door dcn verbrooken handei
van Madrid , die buiten haar gemaakt
w a s , meende te behaalen , ik
bevinde op d it, o f op een ander geval
in dit jaar , den volgenden reken-
penning met haar zinnebeeld bellem-
peld.
Rondom eene plant van Margaritabloemen, die het vlak der voorzyde beflaat, vindtmen
deezen letterzoom;
F O R T V N E IN F O R T V N E F O R T V N E .
DE FOR TU IN MA A K T E EN ONGE LUK GELUKKIG .
En rondom het Keizerlyke wapenfchild, dat op de agterzyde met de keten der Guldevlies
Ordere omhangen is , leeltmen ;
IE T T O R S D E M E S S E V R S D E S F IN A N S E S D E L ’ EMPEBEua.
R E KENP ENNINGEN VAN DE HE ER EN DER CELDMID -
D E L E N VAN DEN KEIZER.
Dit
ifzs) Dus behartigde de Ke'izer het voor-
” deel der zynen ; maar Koning François
gaf zyne Bondgenooten ten befte ,
behalven den Paus ; wandt het Gemeenebeft;
van Florenze wierdt ' hierdoor
verplicht zich binnen vier maanden met
den Keizer te vergelyken , en de V e netiaanfche
Staat de veroverde Zeefteden
in ’t Ryk van Napels den Keizer weder
in te ruimen. Zulks Andries Gritti
Hertog van Venetie, in aanmerkinge
van deeze en andere aldaar gefloofene
verbintenisfen, zeide, dat Kamerik het
(I) Vaagevuur ( i ) der Venetiaanen was.
SS'diFr. Ja men meldt,dat de Koning,befchaamd
Sb'xîxl ontrouwighcid , kort hiernaa
te Kamerik koomende om den handel
te bekrachtigen , en de Aardshertogin
Margarita te begroeten, eenige dagen
liet verloopen, aleer hy den Gezanten
gehoor verleende, en eindelyk zich
aan de zelven verontfchuldigde , als of
hy zyne Zoonen niet anders hadt können
verlosfen , beloovende hen weder
Hffl'ub*''® 1'®’P®“ - Anderen ( x ) melden, dat
XXVI. ’ hy de fchuld wierp op de Vorftinnen,
welken, naar den aard der Vrouwen,
den handel, fpoediger dan hy wenfchte
, doorgedreeven hadden. Hoe het
zy , ten zelven dage bevreedigden zich
ook de Keizer en Koning van Engeiand
, en ftooten een akydduurenden
g Vreede (3) te Water en te Land, ins-
pid°n” ” 'ge!yks bewerkt door de Aardshertogin
t Z . ' iv . Margarita, onderfteund door Jacob van
Lukfemburg, Antoni van Lalein, en
Jan Heer van Bergen, Stadhouders van
Vlaandre, Holland en Namen, en Ridders
v a n ’t Guldevlies.
De Vorftinnen, zoo groot een werk
verrigt hebbende, beveftigden het zelve
in de Vrouwekerk voor Robert
van Croy Bisfchop van Kamerik, zwee-
rende te gelyk op het Kruis (4 ) en
’ t Heilige Euangeli den Vreede te on-
(4) nis
Ejcdl.
Chron.
derhouden. Toen dit gedaan was,ver-
foJ.44 hief zich een lieflyk M u zyk , en de
voorwaarde des Vreedes wierdt door
den Deken dier Kerke openlyk afgekondigd
, in tegenwoordigheid van de
Herauten der Vorften, die beurzenvol
II. Deel
goud en zilver geld droegen, datze aan ly - «
alle kanten onder den drang der v e r - * ~ ~ *
hcugde Volkeren ftrooiden, roepende
Mi ldheid, Mildheid.
Den negenden (y) dier maand wierdt 's) Scho-
door de Aardshertogin, op den naam cS“on.
des Keizers, fchriftlyk bevel gegeeven ,
datmen, mids de vreede met den Paus,
Vrankryk en Engeiand geflooten was,
den zelven in alle de Nederlanden zoude
uitroepen, opdat de haat, nyd en
alle vyandlykheden der Landzaaten zou*
den ophouden , en de gemeenfchap en
handel met de Onderdaanen dier Vorften
weder onverhinderd gevoerd mogten
worden, wyders, om de ruft te
bewaaren, bevalze de Landvoogden ,
Zeevoogden, en alle Amptenaaren en
Bedienden den Vreede te bewaaren, te
doen onderhouden en de overtreeders
te ftraffen.
Eindelyk, n a a ’t pleegen van verfcheidene
vrolykheden, zyn de Vorftinnen
op verfchillende dagen vertrokken, insgelyks
Koning François, welke, overweegende
dat de ontflaaging zyner Zoor
nen van de betaaling der beloofde
fomme afhing, en zyne fchatkift be-
rooid w a s , heui zogt by den Koning
van Engeiand, door zynen Gezant
(6 ) den Hecr van Langey, die Hcn-W,M**
drik zoowel naar den mond wift te M.du Bet-
praaten,met beloften van des zelfs huu-
welyks fcheiding op de voornaamfte
Hoogefchoolen van Vrankryk, Duitsland
en Italie te doen goedkeuren, dac
Koning Hendrik niet alleen de vierhonderdduizend
Schilden, die François verplicht
was ilraks te betaalen, voor v yf
jaaren leende, maar den zelven hierenboven
nog van vyfhonderdduizend diergelyke
Schilden onthief, en fchonk aan
des zelfs Zoon, den Hertog van Orleans,
het dierbaare Kleinood, de Lelybioem
genaamd, voorheen do or’s Keizers Vader
in Engeiand verpand. Op hec verzaamelen
van ’c bedonge losgeld, dat de Koning
François met groote moeite van alom
byeen bragt, om door dic middel zyne
Zoonen te bevryden, meen ik dat de
nevensftaande legpenning zinfpeelt.
Gg SS De
m ,