" l ll f epIßL
' i ß i l l ! II
ft:' :i'
■ I " I r
III *
I i'l
11'in 1 !hI
fchreeüw van Gelder , Gelder den
fOnie zesden ( i ) van Lentemaand, in het
™ Holl. Hoflyke Viek , daar alles in verbaasdv'ftnn
ftondt, mids hy te gelyk van ’t Oo-
Svo. ften, Zuiden en Weften (z) aanviel, en
('-W.Hfu- , , V /
teil Rer. geenen weg dan naar de Zee open het.
Lii'ix.’ Eenigen der aldaar gezetene Edellieden ,
cap.sr. Riadsheeren, Rekenmecfteten en andere
Leden van Staat o f Inwooneren, die
den ftorm van verre hadden zien opkoomen
, waren met hunne dierbaartle
kleinoodien in fchuiten o f op Wagens
naar Delft o f Rotterdam geweeken, anderen
die de zaak onmoogelyk achteden,
en verbleeven, zyn van de Gelderfen
overvallen, o f hunne fchatten agter laatende
in lyfsgevaar gevlugt.
. Straks naa het overmecfteren nam
het plonderen zyn begin, en de buit
was zooveel grooter als de koomft minder
verwagt, en het overval onvoorzie-
ner was; eene onwaatdeerbre fchat von-
denze in goud, zilver, kleederen en
fieraaden, cn hier en daar , naar maate
van de vreeze o f ontfteltenisfe der
täni R?r > “ If de fleutels (3 ) in kisukrßa.'
ten en kasfen fteeken , geene huizen,
foi.140. äiigen weinige, uit inzigt van maagfchap
o f erkentenisfe van oude vriendfchap
, wierden verfchoond ; ook is het
i H o f den Legervoogd ingeruimd geworden
, welke nogtans de brieven en
handveften ongefchonden liet. Het
Krygsvolk, door deezen roof overlaaden,
en met flempen , brasfen, boereeren en
andere wyze hunne hollende driften ver-
zaadigd hebbende , bedong twintigduizend
guldens voor brandfchatting, en
hiervoor genoegzaame Pandslieden, met
welken de Gelderfen, den derden dag,
langs den zelven weg, zonder eenige ontmoetinge
dan van weinige faamgerotte
Boeren, ligtlyk met al den buit en afge-
wrongene brandfchattingen weder naar
Utrecht keerden,daarze,langs den ouden
Ryn, mids de Bisfchop de Voorftad verbrand
en alle toegangen beilooten hadt,
door hulp van Pleiten en Schouwen binnen
raakten, verwekkende, door prächtige
optooifelen van zyde en fluweele
kleederen, te gelyk verwondering en af.
gunft onder hunne Landsgenooten; welken
eindelyk, ziende hunne laften door
den behaalden roof niet verminderen ,
en zich tot op de beenen geknaagd ,
dit fpel ZOO wars wierden, dat de Her-,
tog van Gelder werks genoeg vondt
om hen door verfcheidene middelen in
plicht te houden, en , opdat de eendragt
beftendiger mogt zyn , deedt hy de
Staaten van Utrecht byeenroepen, en
op de gewoone wyze eenen nieuwen
Bisfchop (4 ) kiezen, tot v.'eIken.Fre-(4)t.Hoi.
derik Graaf van Bichelling, een, man vanu”?}'}}
goeden Huize en Domheer te Keulen '-it
benoemd wierdr.
Van deezen handel gaven de Staaten
den volgenden dag kennis aan die van
Amersfoort, hen verzoekende, mids
het kwaad gedrag van Hendrik van
Beijere, den gemelden Graaf mede
tot Kerkvoogd te willen erkennen, be-
houdens het recht van den Erflyken
Befchermer, den Hertog van Gelder.
Doch dit voorftel vondt alzoo luttel
plaats by de onzydige Amersfoorders
als by die van Deventer j des het ligtlyk
verdween, mids de groote aanflagen
der Hollanderen den Gelderfen alom
zorgen baarden, voornaamenlyk in
de Meijerye ( y ) van ’s Hertogenbos,(5)coni/
daarze omtrent Pinkfter zoo bloedige?“ "}
nederlaag ontfingen, dat alles in den loop"fe""-
bleef, en kort hiernaa wierden Harder- ° '
wyk en Tiel van ’s Keizers benden te
gelyk aangetaft, en de eerftgenoemde
Stad naa harde tegenftand gewonnen ,
maar de laatfte, tot groot nadeel der Belegeraaren
, naa vier weeken weder verlaaten.
In den zelven tyd vielen eenige
benden in het Graaffchap Zutfeen,
dat niet veel van den kryg gevoeld hadt,
en verfloegen eenige Gelderfen, die
hen den doorgang betwiften. Hierentusfchen
ontzonk den Ingezetenen te
Utrecht de moed, wyl de bezetting begeerde
van de agterftallige befoldinge
voldaan te zyn , dreigende, by weigering
, de zelve met geweld van de ryk-
ften te zullen haalen , des de Stadhouder
Graaf van Meurs, befchroomd of
de daad niet op de woorden mogt volgen
, de Domheeren perfte om de vergulde
Bekers, Luchters, en andere fieraaden
iyi8
(i)L.Hor-
tenfii Rer.
Ultrajeft.
(i)L.Hor.
tcDfiiRer.
Ultrajea.
I fol-155-
&ftq.
raaden ( i ) der Kerke; tot het munten
van penningen over te geeven, hec
welke de geneegenheid tot de Gelderfen
dermaate verflaauWde, dat veelen
federt op middelen dachten om
zich van de bezetting te ontilaan, en
zulks eerlang te werk ftelden; doende
den Bisfchop weeten , dat de
Stad, mids de zorgeloosheid van de
wagten , en zwakheid der bezetcin-
ge ligtlyk konde vermeefterd worden.
Toen dit ftuk door den Kerkvoögd
goedgekeurd, en de tyd en looze met
het luijen van S'. Jacobs klok, en door
eene V ro uw , die mec eene mande aan
den regter arm by de poort zoude
ftaan; vaft gefteld wa s, beval de Bisfchop,
den laatften (^) van Weidemaand
; de poorten te Amersfoort tegens
den avond te fluiten, en het Krygsvolk
met vierhonderd Burgers in ’c geweer
te fteeken. Deezen begaven zich
by den nacht naar Utrecht, gevolgd
van Wiilem Turk met vierhonderd
Krygsknegten , als mede een vaandel
•knegten uic Duurftede, vonden alles
gelyk het beftemd was, en de poorten
open, desze zonder toeven door de
Lauwenrechtfche poort trokken, e n ,
geholpen van hunnen aanhang, naa harden
tegenftand , eenige Gelderfen met
den Graaf van Meurs gevangen, anderen
verflaagen o f verdreeven hebbende
, de Stad overmeefterden. De Bisfchop,
hiervan berigt zynde, begaf zich
zonder töeven naar Utrecht, en ontboodt
den Graaf van Buren ftraks derwaart,
om zieh met den zelven over
het beleggen der zaaken te beraaden.
De Gelderfen, die binnen Rene lagen,
hec verlies van Utrecht uit hunne vlug-
tende Landsgenooten verneemende, verlieten
de Stad, en gingen met de gereedfte
goederen door. Wageninge volgde
dic voorbeeld, en, zich aan den Bisfchop
overgegeeven hebbende, wierdt,
weinige dagen laacer , door den Graaf
van Buren onder de befcherming des
Keizers genoomen. Middelerwylen hadt
de Bisfchop de oproerige en weerfpannige
Ingezetenen van Utrecht ftrenge-
I L T>eel.
lyk geftraft, en zou deeze wreedheid 1518
nog wyder geloopen hebben , byaldien ’
de Stadhouder ( 3 ) van Holland zulks
niet door zyne aankoomft verhinderd Chron.
In deeze ontfteltenisfe beriep de Stadhouder
Lalein, met andere Gelaftigden
van den Landsheer , de Edelen en Steden
van Holland den zeftienden (4) vanjjj'ßfl'ariä
Weidemaand te Delft, en den agtien-doorsvan
den van Hooimaand te Schoonhove ter ^5” “
dagvaart; met deezen over den Staat
des Lands gehandeld hebbende wierdt
hy door de Landvoogdes ( y )
rita , nevens den Heer van Asfendelft, cd d. Ge*
Jooft Sasbout, Raadsheeren, en Vincent
Cornelifz. algemeen Schatmeefter naaf
Utrecht gezonden, met orde om de
Staaten van dat Geweft ook tot het
verdrag, met den Bisfchop geflooten*
te beweegen. De Kerkvoogden , Dekens
en Leden der vyf (6) Godshuizen,
ingezien hebbende, dat de Hertog van des Lands
Gelder zonder wettige oorzaak de Stad
Utrecht met geweld ingenoomen , de ®
andere Steden en Landen van het Bis-
dom verwoeften uitgemergeld, de goederen
tot zyn voordeel gebruikt, de
kelken en zilvere fieraaden uit de Kerke
genoomen, en van de zelven geld
geflaagen hadt, om den verderflyken
oorlog ftaande te houden , en alles tot
zyn oogmerk te dwingen, zyn , naa
rype overweeging, befeffende, datze
zich tegen deeze vyanden niet konden
befchermen, te raade geworden alle
Steden , Sterkten, VIekken, Dorpen
en tot de zelven behoorende zaaken,
’t zy gefchut o f voorraad, met het
Waereldlyke Rechtsgebied van het Nederftift,
den Keizer,als Hertog van Brabant
en Graaf van Holland, voor hem
en zyne Opvolgeren, Heeren en Vrouwen
van de geraelde Geweften, in alle
deelen op te draagen en over te geeven
, niets uitgezonderd dan alleenlyk
het Geeftlyke Rechtsgebied, dat geheel
aan den Bisfchop en des zelfs Opvolgeren
zoude blyven , met eene wedde
van tweeduizend guldens ’s jaars; beloovende
den Paus tot het bekrachtigen
van deezen handel te verzoeken ; .
Bb bb en