i 1 ' {I
fe * 'i i
llfrliij ,|9»!
' Ä
I1:1
' r .à l
l'i
111! '
1^33 oeulsknegten naar de galg gefleept en
begraaven wierden. Zoodaanig een drift
belieerfchte Georg Hertog van Sakfen ,
een yverig Voorflander der Roomfche
Kerke en der Pauslyke agibaarheid, die
voorlang al zyne zinnen geipitil hadt
om den loop der Hervorminge te flui-
tep , zeggende , datmen de Lutherfche
kettery ( i ) tot den wortel moeft uit- 1^33
rooijen, zoekende door diergelykedaa-{7; HiftT
den te toonen, dat hy de ftandvaftigfte
voorvegter yan het oude Geloof en de l.
gehoorzaamfte Zoon der Kerke was , dSf'"’*
gelyk zulks uit veele openbaare ftukken
blykt, en inzonderheid door deeze twee
penningen beweezen wordt.
I. Hy was Zoon van Albert Hertog van Sakfen, zoo beroemd in de Mederlandfche oorlogen
als in de ontfteltenisfen van Vriesland , welk Geweft door deezen Georg als Stadhouder
, gelyk ik voorheen gemeld heb , beftierd, aan zynen jongeren Broeder Hendrik
overgedraagen, en eindelyk onder Karel, Aardshertog van Ooftenryk, weder aan de andere
Nederlanden gevoegd was. Dev/yl zyn Grootvader Frederik twee Zoonen, Ernft en Albert,
naaliet, wierden de Sakfifche Landen verdeeld , zulks Ernft het meefte van Turinge en
de Keurvorftlylce Waardigheid , en Albert het meefte van Meisfe verkreeg , blyvende de
tytel en het wapen van het Flertogdom Sakfen gemeen aan beide en aan hunne Naakoomelingen
, gelyk wy de zelven ook op den eerften penning van Georg gebruikt vinden ,
die rondom zyn borftbeeld op de eene, en het wapenfchild van Sakfen op de andere helft,
deeze eernaamen , ten teken van zynen yver, in de letterltringen voert;
G E O R G iu s D E I G R A tia D V X S A X O N IA E , A N N O SA-
L u ti s M DX X X II. V E T E R I S F ID E I A S S E R T O R CON -
S T A N T IS S im u s . E T E C C L E S IA E F I L IV S
O B E D IE N T IS S im ü s .
GEORG DOOR GODS GENADE HERTOG VAN SAKS EN,
IN T J A A R d e s HE I L S MDXXXI I . STANDVASTIG-
STE V E R D E ED IG E R VAN HET OUDE GE LOOF ,
EN GEHOORZAAMS TE ZO ON DER
KERK E .
^n. o p het eerfte deel van den tweeden zietmen den zelven Hertog geknield liggen
bidden^ voor eenen gekruiften Kriftus, en deeze woorden, gevolgd naar hec Apoftelyke Geloof
, m den rand j
C R E -
N E D E R L A N D S C H E V O R S T E N , V . BoeL ¡ p i
J f 33 C R E D O I N V N V M D E V M e x C. » 5 3 3
I K C E L O O F E I N E E N E N GOD E N Z .
Op het andere deel binnen eenen lauv/erierkrans en een fierlyk lyftwerk leeihnen deeze
woorden ;
F ID E S G E O R G I I D ei G r a t i a D V C I s S A X oni ?e.
HE T GELOOF VAN GEORG DOOR GODS GENADE
HERTOG VAN SAKSEN.
(OSIeida-
ni Comment.
de
Statu Relig.
&
Reip. png.
2JÖ. &
Hift. der
Reform,
door L.
Seckendorf
II.
deel fol.
Door zoodaanige bitterheden kreeg
Georg den haat van veelen op den
hals, inzonderheid van Luther, die
ill te hevig en geheel onbedachtlyk den
Hertog in zeekeren brief eenen Apoflel
des Duivels i ) noemde , en den zelven
zoo vergramde, dat Georg hierover
aan zynen Neef den Keurvorft van
Sakfen fchriftlyk klaagde, dat Luther
hem niet alleen lafterde, maar zelf de
Onderdaanen zyns gebieds tot onge-
hoorzaamheid opruide, ftrydende tegen
het verbond, dat Keurvorft Jan
voor zes jaaren mec hem gemaakt hadt.
Des de Keurvorft, met de zaak verlegen,
aan Luther deedt weeten, byaldien
de zelve zich niec verantwoordde,
dat hy hem dan noodzaaklyk zoude
moeten ftraffen. Lit deeze oorzaake
gaf Luther een boekje in ’t lich t, be-
luigende, dat hy niet geraaden hadt den
Vo r ft, die zulke godlooze dingen geboodt
, te wederftreeven, maar veel
eerder ballingfchap te lyden, en zelf
goed en leeven te verlaaten, het welke
tot geene ongehoorzaamheid konde
geduid worden. Zoo hy echter den
Hertog Georg eenen Apoflel des Duivels
genaamd hadt, zulk was des zelfs
eer niet te na ; wandt hy erkende den
zelven voor de waereld een loflyk en
eerlyk Vorft des Ryks te z y n , maar
voor God en de Geeftlyke zaaken ftondt
hy den zelven geen andere eer toe dan
aan Pilatus, Herodes, Judas en diergelyken
; op de zelve wyze kwam hy
den Paus en de Bisfchoppen ook niet
te na aan hunne ee re , als hy hen des
Duivels Kerk noemde, omdatze tegen
beter weeten openbaare leugens en afgodery
verdeedigden, en de bekende
waarheid vervolgden, Wyders, voer
hy voort , nademaal Hertog Georg
zyne Landzaaten met eeden verbonden
heeft om die van de Augsburgfche belydenisfe
te vervolgen , moeft ieder
hieruit befluiten, dat de zelve die van
den Hervormden Godsdienft wilde beftryden
; wandt zoo de Keurvorft op
dusdaanige wyze met die van de Roomfche
Kerke handelde , de Hertog zoude
buiten twyfel zulks voor oproerig
uitkryten ; maar hy wilde dit ftuk zoo
hoog niet trekken, en beriep zich op
zyne fchriften, in welken hy de fchuldige
gehoorzaamheid omtrent de Overigheid
altyd meer dan iemand gedreeven
hadt, zulks hy aan ’t ftooken van
oproer geheel ontfchuldig was.
By deeze wederlegging, die vry forts
was, voegde Luther eenen brief om
de verdreevene Burgers van Leipfig te
trooften, en te vermaanen, datze hun
ongeval geduldig draagen, en God danken
moeften voor de kracht en hec
ftandvaftige gemoed aan hen verleend,
de vreugd hunner vyanden zoude,door
de genade van G o d , die al der zeiver
aanflagen verydelde , niet beftendig
zyn , maar eerder dan iemand
meende te gronde gaan. Ter gedachtenisfe
van deeze vrymoedige ver^t-
woordinge, en der gemelde Trooft-
fchriften hoe zich een Kriften in ver-
F f f f f 2 drukm
fefe"'
" 'f e f fe .
:fe
I ;.fe