J iP
Ä '
l y i i Middelerwylen hadt ’s Bisfchops Krygs-
1 volk, door hulp van T w ik k d , Stedevoogd
van Koevcrde, Dtent en de Oui-
mclanden onder brandfchatting gefteld,
dat de Graaf van Meurs ftremde , wyl
dees met hulpe der Groeningeren de
plonderaars eensdeels naar Koeverde
Em«!? joeg > andersdeels naar ( i ) Steenwyk ,
fol.
799- bdegerden verweerden zich zoo kloekmoedig,
dat de Graaf, naa eenige ilor-
men en het omkoomen van Michiel
van Pomeren, met groot verlies aftrok,
bedryvende alom groote dwinglandy
onder de Landzaaten, cn hunne gemoederen
hierdoor zooverre verwyde-
rende, dat die van Sneek, daar’t magtig
overhoop lag, den Gelderfen aan-
hang verdreeven.
Onder dit ilribbelen hadt Schenk,
Stadhouder van Vriesland, van den Keizer
laft gekreegen om den Bisfchop
van Utrecht met vyftienhonderd mannen
tegen de Gelderfen te helpen. Zoo-
(z)Scho- dra Schenk dit volk^te (%) Enkhuize
Chion. gereed zag, trok hy naar Hasfelt, daar
zich met ’s Bisfchops benden vereenigd
, en Korfhuize overw'eldigd hebbende
, zyn Leger voor Geelmuide
floeg. Geduurende deeze belegering
vielen de Gelderfche Vriezen met twintig
Seinfehepen, over welken Groote
Wierd , de Neef van Groote Pier het
(3) Velins gebied voerde, in ’t eiland (3 ) Tes-
fcl > dat zich voor tienduizend Philips-
van de plonderinge vry kogt.
Hiervandaan zeildenze naar de Wierin-
g e , daarze omtrent zestig huizen verbrandden
, en de Ingezetenen nog
dwongen tot het opbrengen van driedui-
lendenvyfhonderd Philipsguldens, fleepende
, wyl ’t geld niet gereed wa s,
zooveele Gyzelaars met zich alsze goed
vonden. Onlangs hiernaa klamptenze
eene heele V lo o t, die van ’t Ooften
kwam , aan boord , en hoewel ’er weinigen
dier fchepen in Nederland t’huis
hoorden, echter verklaardenze die allen
voor prys. In ’t midden deezer
ontfteltenisfen waren de Staaten van
Holland met de Landvoogdesfe Mar-
f4)Ub. garita, en den Stadhouder (4 ) Lalein
Emnui
te Dordrecht vergaderd, en hebben, ly z i
naa de voorwaarde des Vreedes, die hÍq. prf
de Hertog van Gelder den Bisfchop [
van Utrecht aanboodt, rypelyk overwoogen
was, de zelve als onbillyk ver-
worpen.
Ondertusfchen hadt de Hertog van
Gelder zyn Krygsvolk byeen getrokken,
en het beleg voor G) Geelmuide (s) siich.
.. . n 1 «ihotn
met zulk een geweld opgeflaagen, datGdd.G«.
het grootfte deel van ’t Keizerlyke Le- foi'jJj.
ger gedood o f gevangen wierdt, ja de
Stadhouder Schenk vondt werks genoeg
, mids hy aan den enkel gewond
was, van zich door de vlugt te bergen.
Dees , wrokkende over de verkreege
fchande, wandt vierentwintig-
honderd Voetknegten , honderdcnder-
tig Ruiters en negen Vaandels vielen
den vyand ten buit, zogt naar gelegenheid
dit den Gelderfen betaald te
zetten; met zoodaanig een voorneemen
duizend knegten, en veele graavers uit
de Noordhollandfche Steden tot onder-
fland verkreegen hebbende , heeft hy
(6 ) Staveren, met hulpe van eenenf6)Scho.
Burgermeefter dier Stad, ingenoomen encfron.
verfterkt. Hiertegen overmeefterden
de Gelderfen, naa datze het hoofd voor
Sneek geflooten hadden, de ( 7 ) Stad(7; Schc».
Koeverde, des de Overysfelfche R id - S n .
derfchap en Steden Deventer en Kam-
pen, ziende den voorfpoed der Gelderfche
wapenen , en zich als van den
Bisfchop van Utrecht verlaaten, den
Vreede met den Hertog van Gelder te
Zutfeen tekenden, en den tienden van
Wynmaand (8 ) in Overysfel afkondig-c8)Moo-
den, waardoor het vermoogen van den S n .
Geldersman zoo ontzaglyk wierdt, dat d«-
die van Drent, om zich te beveiligen, pag.84.
hem den vyftienden (9 ) van Slagt-(9) Pikan
maand ook tot hunnen Landsheer hui- SnOrent.
digden. pagiu-
De Hertog van Gelder op deeze
wyze van den Overysfelfchen oorlog
ontlaft zynde, wendde zich federt met
meerder geweld tegen de Vriezen, die
om den verderflyken kryg van den hals
te fchuiven, en zich voor de dwing-
landyen der Gelderfen te dekken, be-
reids met de Landvoogdesfe Margarita
in
15^
[ifub.
! Emmii
« lis fol.
(i) iich-
tenbofft
GslRGe-
fchied.
fol. 369,
N E D E R L A N D S C H E
in beding ftonden , haar aanbiedende ,
dat de Graaven van Holland (i) voortaan,.
ult den naam van den Keizer en
het R yk , Vriesland erflyk beheerfchen
zouden ; mids aan de Staaten de magt
zoude blyven van uit de Duitfche Heeren
eenen te können verkiezen , die
den tytel van Poteftaat van Vriesland
voeren , en nevens tien o f twaalf aanzienlyke
mannen de gemeene zaak voor
den Stadhouder en het Roomfche Ryk
beftieren zoude , aan welken zy een
eerlyke inkoomfte beloofden toe te leggen
; onder voorwaarde, dat hunne
Landzaaten buiten hun gebied niet ge-
daagd o f in rechten betrokken zouden
worden. Wanneer dit opftel door de
Landvoogdes voor het grootfte deel
goedgekeurd wa s , gavenze aan haare
Gezanten Jasper van Lceuwen Raadsheer
van Holland , en Jan Huberts
Schont van Amfterdam volkoome magt
om met die van Bolzwert, Sneek en
andere Gelderfche Vriezen in onderhandeling
te treeden. Ook wilden eenigen
den Graaf van Ooftvriesland, Edzard
, tot hunnen Veldheer tegen de
Gelderfen aanftellen; doch anderen een
afkeer van den zelven hebbende, hielden
dit fleepende.
Omtrent dien zelven tyd handelden
. de Gemagtigden ( i) des Hertogen van
Gelder, in ’s Graavenhaage, met Antoni
van Lalein, Stadhouder van Holland
, over den V re ed e , welke niets
dan een beftand van weinige dagen
voortbragt, binnen het welke de Gelderfen
, hoewel Paus Adriaan hunnen
Hertog door cenen brief vermaand hadt,
de Stad Zwol ( 3 J en andere plaatfen,
midsgaders de gevangenen den Bisfchop
van Utrecht weder over te leveren, om
dus de bedreigingen en harder middelen
voor te koomen, echter met vyandlykheden
voortgingen, en den Bisfchop
van Utrecht de Stad Diepenheim ontwrongen
; des de Stadhouder, bewoogen
door de ongevallen van den Stift-
fchen Kerkvoogd , den zelven drieduizend
Voetknegten en vyfhonderd Ruiters
tot onderftand beloofde ; en hoewel
de Staaten van Brabant zulks eerft
euvel opnamen, nogtans hebbenze in
eene nadere vergaderinge te Bergen op '
den Zoom, genoopt door de alom ge-
pleegde vyandlykheden der Gelderfen,
het beiluit van Lalein toegeflemd.
Zoo verderflyk liep de 'twift in dee- ■
ze Geweften, terwyl de onderzoeking
en vervolging over den Godsdienft in
Brabant groote beweeging verwekte ;
wandt Broeder Jacob , by (4 ) anderen W «
Hendrik van Zutfeen genaamd, Prioor hü? der
der Auguftynen te Antwerpe, in ’t voor- f'a“ ” '
gaande jaar door eenige Gelaftigden p»s-79.
van den Hove om te redentwiften naar
Brusfel ( y ) geroepen , wierdt ’er ge- (s) Die
vangen genoomen, dagelyks naauw- chron!
keurig ondervraagd , en eindelyk , in
tegenwoordigheid v.in Aleander Pausly-m»“ !
ken Gezant, ( S ) van Hieronimus’ van j h>([.
der Noot Kancelier van Brabant, van
Adriaan Herbout Wybisfchop van Ka-LSnken-
merik , van Jan Glapio Biegtvader des deel f ii .
Keizers en van anderen gedwongen een- ■'
endertig zyner Geloofsftellingen, die hy
gepredikt hadt, te wederroepen, en
voorts naar Ypere verzonden ; maar,
berouw krygende zulks gedaante hebben
, betuigde zyn leedweezen , waardoor
hy dit jaar andermaal gevangen
en te Brusfel in den kerker geflooten
wierdt. Geduurende zyne gevangenis
kwam de Keizer ( 7 ) te Antwerpe, W^di.
daar hy alle boeken van Luther deedt Chron.
verbranden , en dus des zelfs Geloofs-
genooten farde om hun gevoelen te-}'-,»“ '
gen ban en boeten te verbreiden; waar- vcifo.
door kort hiernaa een vreeslyk oproer
in die Stad ontftondt, ter oorzaake dat
een Auguftyner den Volke fommige
Leerftukken voorgehouden hadt, over
welken hy door den Markgraaf van
Antwerpe in de Monte, werwaart hy
by eene zieken ontbooden wa s , vaft
gehouden, en in Sk Michiels Kloofter
gevangen gezet wierdt. Maar de G e meente,
door dit doen op de been geraakt,
verlofte met groot geweld den
Monnik uit zyne hegtenisfe en geleidde
den zelven weder in zyn Kloofter,
uit het welke hy den volgenden dag
naar Duitsland vlugtte. Ook brak Broeder
Jacob (8) uit zyne gevangenisfe,(})
P p 2 en
l i . ,
l i -
I
: ri ■