u
M4 H I S T O R I D E R
brengen , omdat de Türken de fterk-
HA. Bo- te van ’t Leger der Kriftenen naar de
foTßi. zelven fchatten, cn op deeze wyze op
de vlugt dryven. ’t Zy nu ter betaalinge
der befoldigde knegten, ’t zy
om het vaft vertrouwen der aanftaan- tyis
de overwinninge, ik vinde, onder de
voorbereidfelen des oorlogs, ook deezen
penning van Koning Lodewyk gemaakt.
Lodewyk was Zoon van Koning Ladislaus en van Anna Dochter van Gafton vim Foix,-
gebooren den eerilen van Hooimaand in ’t jaar vyfüenhonderdenzes, tien jaaren laater mec
de Ordere van ’t Guldevlies befchonken , van welke de keten rondom zyn borilbeeld gefteld
is , dat hier op de voorzyde met den Laurierkrans om het hoofd gevonden wordt,
moogelyk ten teken van de toekoomende overwinning , wyl ik geene andere oorzaak kan
opfpeuren. In het midden der rugzyde zietmen de twee gekroonde wapenfchilden van deezen
Koning cn van zyne Gemaalinne , en onder de zelven de eerile letters hunner naamen
L udo v icu s cn , een weinig laager zyn nog twee letters , die de plaats aanwyzen
daar dees penning naar de gedachten van fommigen gemaakt is, K e k e s B ak y a . Betreffende
het wapen van deezen Koning, het zelve voert in het eerile en vierde deel voor
het Koningryk Hungarie agt balken beurdling van zilver en rood ; in het tweede en derde
■ deel voor ’t Koningryk Boheme een rood veld met eenen zilveren Leeuw met eene goude'
Kroone, en over alles heen voor ’t Hertogdom Silefic een goud veld met eenen zwarten gekroonden
Arend. Rondom deezen zyn nog zeven Landfchappen door zooveel wapens afge.
beeid , I . het Patriarchlyke Kruis voor Hungarie, 2. een gefchaakeerd veld van zilver en
rood voor Croatie , 3. een Arend voor Silefie , 4. een Os voor Lufatie , y. een blaauw
veld met eenen gefchaakeerden Arend voor .Moravie, 6. een goud veld met eenen arm in
’t rood gekleed met eene blanke Sabel in de vuill voor Slavonic , 7. een blaauw veld met
drie goude gekroonde Luipaardshoofden voor Dalmatie , zynde de een en dc andere rand
omzoomd door deeze tytels ;
L Y D O V I C l iS D E I G R A t ia H V N G A R I aE , B O hEM Ia E E t C.
R E X , D V X L V C E N b u r g i i , S i L E S I A e , M A R chio
M O R A V I a E e t L V S A C I aE. lyzy.
LO DEf V T K DOOR GODS GENADE KONING VAN HUNGARI
E , BOHEME ENZ. HERTOG VAN L Ü K S EMB Ü R G ,
VAN S I L E S I Ë , MARKGRAAF VAN MOR AV I E EN
VAN LUS A CIE. i j z j .
Onder het verzaamelen der Krygsbenden
, bieek de hoogmoed der onbe-
zonnene Hungaaren, wyl ’er naauwlyks
een gevonden wierdt, die niet om ftryd
pogte van agt o f tien Türken op de
punt zyns geweers te zullen neemen ,
ja men dronk elkanderen den ondergang
der Türken al fcherfende mec volle
bekers toe. Middelerwylen bleef ’er
groote zorg aan wien hec Veldheer-
fchap des Lleirs te können vertrouwen,
en fchoonmen Jan van Zapoli, Wei-
wood van Zevenbergen , den bckwaam-
ften achtte , echter wiften ’t zyne T e gendingers
ten Hove zoo te befteelcen,
dat het gebied aan Paulus Tomorus en
aan
•-6
IhivBohimica
N E D E R L A N D S C H E
aan Georg, Broeder van den gemelden
Wei wood, wierdt opgedraagen ; dierhalven
ontboodenze den eerften , die
voorheen den oorlog gevolgd, en zich
federt tot een Geeftlyk leeven gewend
hadt, uit zyn Kloofter , verhieven hem
,.D„- tot Aardsbisfchop [ i ) van Colocz , en
■ ‘ ' ftelden hem nevens den anderen , die
nooit vyand onder de oogen z a g , tot
Hoofd des Heirs; ook dwongenze,met
bedreigingen van t’huis te zullen blyven,
den Koning Lodewyk tot den togt, tegen
het begrip der Staatkundigften, die
hem buiten ’t gevaar wilden houden, des
de Koning zich verplicht vondt zyne
benden naar Mohaz te volgen, daar hy
omtrent vyfentwintigdufzend mannen
byeen zag, om meer dan agtmaal grooter
getal van Türken het hoofd te bieden.
V O R S T E N . m . Boeh., 24;
agter welken zy hun grof gefchut plan- 1926
teden. Wanneer den Koning de üorm-
hoed opgezet wrierdt, beftierf hy in het
aangezigc, en toen zyn Keukenmeefter
hem vroeg ( 3 ) waar zyne Majeßcit
dien avond zoude eeten , gaf hy ten Hift. Bo.
antwoord dat weet God. In deeze ver- 1™“ .
legenheid befchikten de Hungaaren
hem een wakkeren hoop van uitgeleezene
Hier luttel dagen vertoefd , en van
de ruiterye der vyanden veel geleeden
hebbende , verftondenze, dat het lighaam
van ’t Turkfche Leger aan den
kant van Belgrade over den Donau en
Zauw getrokken wa s, en op hen afkwam
; ftraks fteldenie zich in flagorde,
en wilden tot de koomft des Wei-
W'oods van Zevenbergen, die met eenen
wakkeren hoop volks in aantogt was
Ruiteren tot zyne lyfwagt, en
voorts, het teken van den aanval gegeeven
hebbende, vloogenze met groote
ftoutheid op de Türken aan ; doch
naauwlyks hadt de ftryd met fchrikke-
lyk w'oeden en yslyk moorden anderhalf
uur gehold, of de Hungaaren wierden
, door ’t overtveffende vermoogen
hunner vyanden, terugge gedreeven, en
hun Leger, naa ’t omkoomen der twee
Veldheeren, dermaate verllaagen, dat de
Türken in deeze w'anorde cot binnen
den Wagenburg drongen, daar ’s Konings
lyfwagt met hen in ’t gevegt raakte
, en dus verzuimde op zyne Majefteit
te pasfen, die in dit gevaar de
vlugt koos, en met zyn paerd,niet verre
van den Donau,in eene ftoot o f mod-
derpoel verfmoordde, alwaar zyn lighaam
eerft naa verfcheidene dagen, door
zynen Wapendraager, die hem hadt zien
niet verbeiden , noch den Turk in ' (4 ) nederftorten, op bevel zyner G e - (4) Jovit
, -r.. n • 1 t_______ j ___________C. — Wog. VI - het overtrekken van den Drauw ftuiten
, dat met eene handvol volks kon
gefchieden , maar hem aldaar afwagten.
To t dit einde koppeldenze alle rytui-
Jovii g^n { ’’■) ketenen aan elkanderen.
Hi« Lib. en maakten zich dus cenen Wagenburg,
maalinne, gevonden en te Stoelweisfen- „V.iiiuBp.
bürg met Koninglyke eere begraaven fSi-no.
wierdt. Het geheugen van ’s Konings
dood, met het fmertlyke verlies van deezen
roekeloozen ftryd, wordt op de drie
volgende gedenkpenningen bewaard.
I. Op de voorzyde van den eerften zietmen het fierlyke borftbeeld des Konings, van welken
als iet zonderlings gemeld wordt , dat hy ter waereld koomende nog geen huid hadt ,
in het tweede jaar zyns ouderdoms gekroond, in het tiende zynen 'Vader in ’t Gebied gevolgd
, in het vyftiende getrouwd, in ’t agtiende gtys geworden, en in ’t twintigfte omhals
geraakt was; dierhalven is ’er by misflag in ’t getSil zyns ouderdoms hier tien jaaren te veel
gefteld i wandc men leeft in het om- en opfchrift aldus;
i n
cf Sil '
II. Diel. Q.q ft LV.