í
173; Zoodra de verbrookene muuren van
Goieta herfteld en met gefchut en volk
verfterkt waren , trok het Leger regt
naar Tunis , leggende omtrent vier
mylen iandwaart in , van Wiens gelegenheid
de Keizer door Muley Hazen
naauwkeurig onderrigt was. Op het gerügt
van deezen to g t, bragt Barbarosfa
zyn volk in de wapenen en buiten de
Stad , daar hy het Keizerlyke Le g e r ,
met weinig minder dan honderdduizend
Hüi'ub‘‘ ( ‘ ) 114ooren en Türken, geheel hoog-
xiiXiV.' moedig ontfing ; maar toen hy eenige
hevige aanvallen, in welken de deugd
van' Ferdinand Gonzaga boven anderen
uitblonk, tot zyn nadeel beproefd hadt,
keerde hy te rugge, borg zich met de
zynen binnen de Stad, en zoude toen,
uit onmenfchlyke wreedlieid , alle Kristen
Slaaven vermoord hebben, byaldien
een Jood Sinan zuiks niet veracht en
verhinderd hadt. De Slaaven, van dit
voorneemen berigt zynde, zogten de 1737
behoudenis van ’t verweeze leeven door '
eenen onzekeren kans; fpanden al hun
vermoogen faamen , verbraken hunne
boeijen en het hok in ’t welke zy beflooten
waren , maakende zich , door
verwonderlyke eendragt, meefter van ’t
Kafteel, en gaven het Keizerlyke L e ger
ftraks, doot vuuren als anders, bly-
hen hunner zeege. Barbarosfa hierdoor
ontfteld , waanende alles verlooren en
van ’t geluk verlaaten te zyn, begaf zich
zonder toeven, met zevenduizend Türken,
uit de Stad en op de vlugt,neemende
de waardigfte kleinoodien met zich
naar Bona, eertyds Hippone genaamd ,
van waar hy zieh op veertien Galeyen,
die hy daar gelaaten hadt, naar Cairo in
Egipte begaf. Laatende het verloore
Ryk ten prooije des Keizers, en ons het
afbeeldfel van zyn weezen, op de twee
volgende gedenkpenningen, agter.
I. Hariadyn Barbarosfa was van Griekfche Ouderen, in ’t Eiland Meteüne, gebooren,
(2)Vm!- Zoon (2) van eenen Pottebakker, en van deezen geringen ftaat, door beleid en manhaftige
» k f t e bedryven, tot Zeevoogd van den Turkfchen Keizer Soliman, cn tot Koning van Algiers op.
Homma geklommen , welke waardigheid op de voorzyde v.m deezen penning, door den gekroonden
And.Thc#“ '*’ “ '* end e Schepter met de halve maane in de hand, uitgedrukt w o id t, maar niet door
vctfol. k omfchrift; wandt men leeft alleenlyk deezen zynen naam
öaS.&fcq.
H A R I A D E N V S B A R B A R O S S A .
ty'jP Jovii Ue“ borftbeeld van Muley Mäzen , wiens Voorvaders, van overoude (3) tyden, op den
™.^Lib.Troon van Tunis gezeten hadden , ftaat insgelyks met eenen Tulband om ’t hoofd, doch
zonder Kroone, op dc keerzyde; en dewyl hy door den Keizer weder in ’t Verloore Ryk
herfteld was , vmdtmen deezen tytel in den rand ;
M V L E A S S E S T V N E T I R E X .
MU.
• 7 3 7
MU L E T HA Z EN KONING VAN TUNIS.
I I . De tweede heeft op het eerfte deel weder het borftftuk en den naam van den Turkfchen
Zeevoogd ; en op het andere deel binnen eenen krans eenige letters , die naa de
Arabifche gelyken ; doch wyl door dc gebreklykhcid der zelven van de Allergcleerften in
die Taale geen volkoomen zin te vinden i s , zal men my ligtlyk van nadere verklaaring
können verfchoonen.
Op de tyding van zyn vertrek bragt
de Keizer al zyne Krygsmagt met grooten
fpoed voor Tunis, en de Ingezetenen
tot ZOO groote verlegenheid, datze
onmiddelyk de fleutels van de Poorten
der Stad den Keizer, op den twintigften
l'inChri!!: (») 'ra« Hooimaand, te gemoet droegen,
op” jSr > midsze in alles beloofden te
«jj'.MS. gehoorzaamen, van plonderinge bevryd
te zyn; des de Keizer door het fmeeken
der Stedelingen, onderfteund door hunnen
Vorft Muley Hazen , bewoogen
van bende tot bende zyne Krygsknegten
vermaande geen bloed te vergie-
ten, en barmhertigheid en medelyden te
toonen aan de Overwonnenen , inzonderheid
aan Vrouwen en Kinderen: doch
deeze aanfpraak keerde de drift niet zyner
Krygsknegten, welken verhit op den
lang gewenfchten buit de Stad in drongen
, en verkreegen, naa ’t verflaan van
Hi«'ub‘ (2) Mooren, eenen roof
xxxiv.' die niet minder was dan hunne verwagting
, ja de Markgraaf van Guaft hadt
dertigduizend Dukaaten, die van Barbarosfa
in eene regenbak verborgen waren,
ontdekt, en voor zyn aandeel van den
Keizer te fchenk ontfangen. Vermids
op dir plonderen ook de Bootsgezcllen
toefchooten, en veele goederen en verfcheidene
gevangens t’fcheep fleepten j
en Muley Hazen door zyne beede eindelyk
den Keizer bewoogen hadt, om dit
woeden niet alleen te ftremmen , maar
ook alle zyne bekenden voor klein geld
weder te lo.sfen, heeft hy onder anderen
eene zyner Vrouwen, die voorheen le-
derlyk van hem bemind was, voor twee
Dukaaten van haare gevangenis vryge-
kogt.
De Keizer, het Ryk van Tunis das
door zyne wapenen gedwongen hebbende,
ftelde voorts twintigduizend (3) Kris- (rlciireu
ten ftaaven in vryheid, en beval de zel- s'mfc?
ven op zyne koften van kleederen, on-ß?}B„,
derhoud en reisgeld te bezorgen,en naar
Vrankryk, Italie o f Spanje over te voe-psg.ß
ren. De gevangeeen, zich hierdoor van
hunne flavernye verloft ziende , wierpen
zich voor zyne Keizerlyke Majefteit neder,
de zelve voor zyne groote goedheid
zoo beweegelyk bedankende, dat aan alle
omftaanderen de traanen van vreugde
langs de Wangen biggelden. Deeze
KristlykeEdelmoedigheid, die van ieder
hemelhoog geroemd wierdt, is waardig
geweeft door eenen penning te vereeuwigen,
welke ter gedachtenisfe van de gemelde
overwinninge gemaakt, en hier ter
verzekeringe van dit geval vertoond is.
Het borftbeeld des Keizers wordt, met den Lauwrierkrans om ’t hoofd, ten teken der verkreege
zeege op de voorzyde gevonden; cn dewyl de Romeinfche Held Publhis Cornelias
II. Beel. O o 00 o Sci-
«1