ß i l ß
- i '-fl
' I j f
•' <ll t
fi
f I“- '
Mh%¡
>ii rt lili
i>ii 11
1»
IJI9 Z E L F ZOO H I M I ZOUDE DO ODEN, ZAT.
m OP HEM HO OFEN MD X X V I I L
Loopende deezen verderflyken oor-
(i)?iote-log, hadden de ( 1 ) wederfpreekende
íiíKodc. gj, Steden , om zich van den
handel Dp den Ryksdag van Spiers te
verantwoorden , hunne Gelaffigden Jan
Ehinger, Alexius Frauentraut en Mi-
fijsicida. chael van Kaden ( i ) naar Italie aan
lacnt.dc den Keizer gezonden; welke, aan Hri-
dries Doria het Napelfche Prinsdom
Rcip. pig. van Melphi gefchonken hebbende, met
Secken- den zelven en een deftig gevolg van
* 1™ ’ Spaanfche Grooten, Edellieden (3J en
fotm. Krygsknegten, van Barcelona met eene
fotflS. ontzaglyke Vloote naar Genua gevaa-
J].fe?fe'ren, en aldaar met zooveele vreugde
cbiricsv. als pracht onthaald was. Naadat de
dfvera Keizer door den Gezant van den Paus,
psg.isj. ¿oor den Hertog van Ferrara begroet,
cn door die van Florenze om vergiffenis
en befcherming hunner vryheid
verzogt was, vertrok hy naar Placenze
, alwaar de Gelaftigden der Duitfche
Vorften en Steden, den twaalfden
van Herfftmaand door Mercuryn
van Gatinaria, die even tot hec Purper
verheven was, midsgaders door
Hendrik Graaf van Nasfou, en ande-
lijacü».'■'»n Foot dcn Kei-zer (4 ) geleid wier-
iii Com- ¿en , tragtende door een gefchikt ver-
Statu Re- toog het bedryf hunner Meelteren te
Rofepig. verweeren ; maar de Keizer , die zich
!?7.a<fcq. beleedigd waande, handelde de Duitfen
niet heel vriendlyk, liet hen lang wagten
aleer hy zich volftrekt uittede, en
toenze antwoord kreegen, ontfingenze
te gelyk bevel van’t affcheid des Ryksdags
te gehoorzaamen, cn op lyfftral-
fen niets van deezen handel aan hunne
Meefteren te fchryven; doch van Kaden,
niet tegenwoordig zynde, gaf ’cr dcn .
Raad van Neurenberg kennis van. De
Duitfche Vorften en Steden van den
hervormden Godsdienft, middelerwylen
onbewuft wat uit dit werk mogt broei-
jen , beraamden te Smalkalde eenige
middelen, dieze tot onderlinge befcherming
dienftig oordeelden, en beftel-
den, mids de verfchillende gedachten,
eene nadere vergadering te Neurenberg,
tegens den zesden van Louwmaand des
volgenden jaars.
Wanneer hunne Gelaftigden veele tc-
genftribbelingen cn gevaaren uitgeftaan
hadden , krecgen de zelven eindelyk
hun affcheid van den Keizer, welke, op
’t verzoek van den Paus, de wetten der
Kerke ( j J niet te fchenden beloofd, en
Frederik Gonzaga Markgraaf van Man-
tua (6 ) tot algemeen Veldheer zynsre^pt.
Heirs, dat uit Duitsland verwagt wicrdtipag.,;,..’
aangefteld hebbende , zich over Parma cj’pjSt!
en Regio naar Mantua begaf, daar men
de fleutels ( 7 ) der Stad den Keizer te Tom.'iv.
gemoet droeg, en den zelven met zee- fo"
geftaaiie binnen geleidde, wordende van liß™ '
den Hertog Alfonfus van Efte met on-™si™-'
gemeene heerlykheid onthaald. Uit del}];“ '’'’
vriendlykheid des Keizers vrfes de hoo-
pe van hell cn welftand voor Stad eniLib." ' ’
Staat, cn dunkt m y , dat in deeze ver-®*™'
wagtinge de volgende gedenkpenning ter
eere van den zelven moet geilaagen zyn.
f le t afbeeldfel des Keizers met den Lauwrierkrans om ’t hoofd, ten teken der behaalde
overwinningen , llaat op de voorzyde binnen deezen zoom zyner tytelen ;
IMPekjtok C A E S a k C A R O L V S V. A V G u s t o s i
fi)Room-
fche Mo-
Oüdaan
p.g-JlS.
enz fab.
• DE GE B I EDER K E I Z E R K A R E L DE V I FDE DE
V ERME E RD E R A AR .
Vermids de rivier de Po door’t Land Van Mantua vlbeit, en niet verre van die Stai
zich vereenigt met den ftroom Mincius, welke de Veften als door een Meer omvangt,
heeftmen door eenen Riviergod de gemelde waters, moogelyk in de plaats van deStad, op
de keerzyde afgebeeld, en den zelvcii door deeze letters verklaard;
P A D V S M I N c i c s ,
D E F 0 E N M 1 N C I Ü S.
Nevens den zelven zietmen eene ftaande Vrouwe, die eene Offerlchaal in deregterhaiidj
boven eenen drievoet, houdt , langs welken eene gekronkelde Slang opklimt, door welke
de Romeinen den Godsdienft en het Heil, of de behoudenis van Gezondheid (1) op hunne
penningen verbeeldden, omdat de Slang met het afftroopen v an ’t oude vel weder tot haare
voorgaande krachten keert. ’tZ y hu de herftelling v an ’t welvaaren den Keizer of den Staap,
in welken de penning gemaakt fchynt, betrof, men vindt deeze letters in den rand;
S A L V S A V G V S T A .
' T K E I Z E R L I K E HE I L .
fe'
„U.:-
, f e ' | l
De Keizer vervolgde federt zyne reis,
en kwam, den derden van Slagtmaand,
in een Kloofter by Bolonje , daar de
aanzienlykfte Stedelingen hem verwel-
(iichton.koomden. Den volgenden dag f x ) is
™ S h e t ktygsvolk en ’t oorlogstuig in de
("“ßPStad gevoerd en verdeeld geworden;
y v Ik zoodra de grootfte meenigte onder An-
JoviiHiil. „ . ° .
i.ib. toni van Leiva , die in eenen Zetel gexrvii.
draagen wierdt, en ’t gefchut op de
plaats v an ’t Paleis in flagorde gefchaard
wa s , reedt de Keizer op een wit paard
met groote ftaatfie naar de markt, voor
hem droegmen het Zwaard, den Schepter
en Keizerlyke banier , en vier Standaards
Nederlandfche Ruiters, fierlyk
uitgedoft , baanden den w e g , de Be-
flierders der Hooge Schoole en Leeraars
der Vrye Konften , in lange zyde tab-
baarden gekleed, droegen een verhe-
melfel van goud en purper boven den
Keizer , en de Regeerders der Stad en
de voornaamften des Adels volgden hem
agternaa. Dus voorttrekkende ftrooiden
twee Herauten langs de tiraaten, die
met zyd e , fluweel en tapyten behängen
, en met praalboogen bezet wa-
*en , dubbele «n enkele goude Dukaaten
en zilvere Munten tot aan 't Paleis.
In ’t ruim voor de Kerk van S'.
Petronius, o p . een verheve ftellaadje
rondom met tapyten behängen, zaten
meenigte Kardinaalen, Bisfchoppen, en
de Paus (3 ) in ’t midden op eenen (ilt.Jo.ii
hoogen Zetel met de drievoudige Kroo- xxvVr^
ne o p ’t hoofd, wagtende den Keizer, 7'».S'l!
„ , . , , . Imp.Carlo welke van t paerd treedende , van de v. dai s.
Edelfte Heeren en Gezanten der Vor-^g g“.“ '
ften gevolgd, door twee Kardinaalen
naar den Paus geleid wierdr, voor den
zelven neder knielde, dcn voet kufte,
en, by de regterhand met eenen vriend-
lykea kus weder opgeheven zynde,
den Kerkvoogd betuigde daar gekoomen
te zyn om het hell van’t Kriftenryk,
dat van alle zyde beftreeden wierdr,
te beraamen. De Paus antwoordde de
zelve gedachten te hebben, wenfchen-
de, dat door hunne eendragt, en hit
vermoogen der Keizerlyke Majefteit, de
algemeene Vreede in den Staat en de
Kerke mogt herfteld en beveftigd worden.
Hierop fchonk de Keizer den
Paus eene beurs met goude penningen,,
op welken (4) de afbeeldfeis derE?Si!
voorgaande Keizeren, en zyns eigen
U ii X aaalife
fel