I I ) . >1,
few
H e
: ” ;: i '
i s ; f e ’ • It
i j i y
iJij.
Philips, wiens afbeeldfel niet onaardig op de voorzyde geplaatft is , was Zoon van Willem
den Tweeden, die het verdeelde Land van Heften weder vereenigde , en van Anna
»irfe(3^ Dochter van Hertog Magnus van Meklenbnrg , die hem, den dertienden ( i ) van Slagt-
iigtTat ''¡erde jaar naa de vyftienhonderd , ter waereld bragt. In ’t vyfde jaar zyns
107. in ouderdoms verloor hy zyncn Vader, en in ’t veertiende verkreeg hy het Gebied zyner Erf-
’ ■ landen , van welken de wapens, op de keerzyde in een fchiid verzaameld, dus gevoerd wor-
(I-I Heis den i in het eerfte deel, (2 ) wegens het Graaffchap Katzenellebogen, een goud Veld met
niife“ . ™°den klimmenden Luipaard met blaauwe klaauwen en kroon ; in het-tweede, wegens
rykll. ■ het Graaffchap Ziegenheim, een zwart Vald belaaden met eene gondeStar, doorfneeden van
dedpsg. g„„d. in Jjet ’t Graaffchap Nidda, een zwart Veld met twee goude Starren
doorfiieeden van goud; in het vierde, wegens het Graaffchap Diets, een rood Veld met twee
gaande Leemven van goud, blaauw getongd en geklaauwd; het Opperfchild, wegens het
Landgraaffchap van Heffen, een blaauw Veld met een gekroonden Leeuw, doorfneeden in
tien ftukken beurtling van zilver en rood, het zelve is verfierd door drie VorfflykeHelmen•
en het eene en andere deel verklaard door deeze letterzoomen; ’
P H I L I P S V O N G O T S G N A D E N L A N D G R A F Z V H E S S E N
G R A V E Z V K A T Z E N E L N P O G E N , Z V D I E T Z , Z V Z IE
G E N H A IM VN D Z V N ID E , A n n o M D X X V .
PHI L I P S F AN GODS GENADE L A N D G R A A F F AN HESSEN
GR A A F TE K A T Z E N E L L E B O G E N , TE D I E T S , T E ZI E- ’
G E NHE IM E N TE NID D A , I N T J A A R MDXXF .
iy iy beilegten, wyl het zwaard gemaklyk
------ - op te vatten , maar moeijelyk neder Je
leggen is.
Melanchton oordeelde inSgelyks noodig
te zyn de wreedheden en ilroo-
peryen dier Onderdaanen, welken de
Overigheden zogten te dwingen , met
geweld te beteugelen ; doch van gemaklyker
aard zynde hadt hy de Vor-
l>)B" ften tot zagtmoedigheid ( i) vermaand,
keven
om den opftand, z o o ’t moogelyk wa-
re, zonder bloedftortinge te ftillen, en van P h . '
vooral zich met geene wreedheden
bezoedelen. De goede gevolgen, wel-''*^<^e
T . I . ° Corpnt ken deeze Leeraars uit dit yveren voor pag. 84.
’t gemeene heil der Kriftenen te gemoet
zagen,hebben, myns bedunkens,de oorzaak
verfchaft,dat hen,uit dankbaarheid,
dit jaar de nevenftaande penning is toeiJSWda
a i Comment.
de
Statu Rejig
&
Reip. pag.
J16.
(JHift.du
Lutheran.
parMaim*
bourg
Tom. I.
Naadat ’er op deeze wyze , in verfcheidene
oorden en tyden , ten minfte
(3 ) vyftigduizend, o f , zoo anderen
(4 ) melden , honderdendertigduizend
Boeren verflaagen waren, zyn veelen
,der Duitfche knegten afgedankt , en
de Vorften weder in hun Gebied gekeerd.
Het fmooren van deezen brand
was Luther boven anderen aangenaam,
wyl hy, om zich van de lafteringen te
zuiveren, die hem door het ftryden
voor de vryheid der Euangelifche Leere
aangewreeven waren, poogende te
toonen tegen den dwang v an ’t geweeten
, en niet tegen de betaamelyke gehoorzaamheid,
geyverd te hebben, dier-
hftven het gevaar ziende opryzen ,
niet alleen de Vorften, maar zelf de gemeene
Landzaaten, vermaand hadt om
zich tegen de boosaardige Boeren,
welken hunne zugt tot oproer, ro o f,
brand en moorderyen met den giimp
van Godlyke openbaaringen en Krifte-
lyke geboden dekten, te ftellen. Wanneer
hy dus ieder afzonderlyk vermaand
hadt, en veelen in de wapenen za g ,
fchreef hy hen ( 7 ) in ’t gemeen , b e - .,su ,.
geerende, datze van de wapenen zouden n' com-
afftaan , omdat die handel boos was ; smM-
ja hy toonde de Overigheid hoe
vaarlyk en doodlyk het einde der dwin- ‘3i-
gelandye altyd geweeft, en den Onderdaanen
hoe ongelukkig en elendig dc
opftand tegen de Overigheid was , zy
behoorden dierhalven het verfchil door
’t recht, o f door vroome mannen te
be-
Het borftbeeld van Luther ftaat op de eerfte helft met dat van zynen vriend en Ampt-
(2) Het genoot Philips Schwartserd, i n ’t Grieks Melanchton, gebooren te Brette, (2 ) een Dorp in
îeeve^ti^ den Palts j den zeftiendeh van Sprokkelmaand, i n ’t jaar veertienhonderdzevenennegentig,
Mdanch- binnen deezen kring van letteren ;
ton dour ,
Srpuc D o c t o r M A R T IN V S L V T H E R u s E T P 1I I L Ï P P V S
m e l a n c h t o n .
L E E R A A R MART TN LUTHER EN P H I L I P S MELANCHTO N .
Hier tegen over, binnen een fierlyken ki-ans, vindtmen ter hunner eere dit opfchrifc gefteld
;
O B S E R V A T A M R E M P V B L I C A M C H R I S T IA N A M , A N N O
M D X X V : F i e r i F e c e r h n t .
OM HE T B EHOUDEN DER KRI STE LTKE GEMEENE ZAAK
E , HE B B EN Z E D E E Z E N P ENNING DOEN MA A KEN
I N 'T J A A R MDXXF.
De befcheidenheid , Broederlyke liefde
en andere Kriftelyke deugden, die
in Melanchton boven alle andere Lee-
iaars der Kerke uitftraalden, en hem
by vrienden en vyanden gezien maakten,
waren thans oorzaak van zyne droefheid
; wandt toen hem ter ooren kwam,
dat veele ontfchuldigen nevens de fchuldigen,
en onder deezen verfcheidene
Predikers, die niet de minfte oorzaak
tot het oproer gegeeven hadden , vermoord
en door beuls handen omge-
hragt wierden, treurde hy over het lot
dier ongelukkigen. Ook ontftelde hem
niet weinig het gedrag van zynen vriend
Luther , welke in deeze algemeene
droefheid, die eenen ieder der welmee-
nende Leeraaren , door den dood van
hunnen Voedfterheer Frederik Keurvorft
van Sakfen , en het bloedvergleten van
zooveel onnozeie menfchen, om ’t hart
geilaagen was, zich in ’t huuwelyk wilde
verbinden met Katarina van (3) Bora.U) Hiit.
eene Adelyke Zufter, welke voor twee
jaaren met agt andere Nonnen uit het^}“ ^
Kloofter Nimptfch gevlugt was , eniofU J'tl
door hem en door Amsdorf onderhou- “ '
den wierdt.
I
?
ß
L '
fe