Iii
*73<)
der Reform,
door L.
Seckendorf
11.
d ed fol.
■140.
te , eenen veel gunftiger ( i ) brief
dan voorheen aan die van den Hervormden
Godsdienft gefchreeven, en
hen van den Vreede verzekerd, voorts
ook beloofd hadt de zaaken van ’c Geloof
minnelyk te behandelen, en niemand
wegens het zelve te dwingen;
met zooveele oraftandigheid, datze zich
hiernaa dikwylen op deezen brief beroepen
hebben ; en thans volgens gemeen
befluit een Gezantfchap naar den
Keizer fchikten, benoemende tot het
zelve Joachim van Pappenheim, die
op de reis ftierf, Lodewyk Baumbach
en Claudius Pius Pencinger, met antwoord
op den laatften - Keizerlyken
brief, en betuiginge van hunne vreugde
over des zelfs genadige verzekering;
hierby voegende, .vernoomen te hebben
, dat de Paus tegen het aanftaande
jaar eene Kerkvergadering te Mantua
uitgefchreeven hadt, en dewylze
zulks niet konden begrypen, herhaal-
denze hunne beede om eene vrye Kerkvergadering
in Duitsland, volgens het
beftuit der Ryksdagen en des Neu-
renbergfchen Vreedes, te moogen hebben.
Middelerwylen gaf de Roomfchkoning
hen hec oogmerk zyns Broeders
fchriftlyk te kennen , verzekerende,
dat zyne Keizerlyke Majefteit in den
oorlog mec Vrankryk niec anders zogt,
dan eenen beftendigen en heilzaamen
Vreede ten voordeele van de Duitfen;
dat de Franfen den Keizer valfchlyk
befchuldigden, als o f de zelve, onaangezien
het Neurenbergfche Verbond,
de Hervormde Vorften wilde beoorlogen
; verklaarende, dat de Keizer
niet anders beoogde dan de verfchillen
door eene Kerkvergadering te eindigen
, opdat de Kriftenheid, en voornaamenlyk
de Duitfche Landaard, in ’t
ftuk van den Godsdienft vereenigd, en
alle twift en tweedragc verbannen mogt
worden. Op diergelyke wyze hadt
Graaf Willem van Neuenaar ’s Keizers
bediende, uic het Leger voor Peronne
aan den Keurvorft van Sakfen ge-
fchreeven, en den Keizer van het loo-
pen^e gerügt ontfchuldigd, mec verzekeringe
dat de Keurvorft wegens oprechtheid
cn liefde tot den vreede van
den zelven gepreezen wierdt, betuigende
niets le willen verbergen, byaldien
hy iet tot naadeel van den Keurvorft
zoude hooren.
Waarlyk zoodaanige geneegenheid ver-
diendc de Keurvorft van Sakfen, door
opregten wandel omirent zyne vrienden
en de achting die hy den Keizer
droeg, aan wiens Amptenaar Hofman
(2 ) te Weene hy zelf in deeze(1) Hirt,
gevaarlyke tyden fchriftlyk verklaarde ,
dat byaldien alle regtfchaape g e m o e d e -
ren en getrouwe Duitfen den Keizer dorf 11.
onderfteunden , dac Koning François
haaft bedwongen en de oorlog geeindigd
zoude zyn ; te gelyk bekend maakende
, dat de Keizer en Koning Ferdinand
op hunne hoede moeften zyn
voor den Hertog van Beijere, wyl die
naar de Roomfchkoninglyke Kroone
fcheen te dingen, en deFranfen poogden
te helpen. Ja nog nader gaf hy
den zelven te kennen, byaldien hec
bekrachtigen van ’t Weenfche verdrag
niet geduurig uitgefteld , en de Neurenbergfche
Vreede zoo flegt niec onderhouden
wierdt , dat hy mec al zyne
magt den Keizer tegen de Franfen zoude
helpen. Hierenboven fprak hy den
Landgraaf, die de verbintenis met
VYankryk aandreef, openlyk tegen, zeggende,
dat de plicht, door welken zy
den Keizer en het Ryk verbonden waren
, zulks niet toeliet. Volgende in
deeze gehoorzaamheid de lesfen (3) van (3) Brief
den Grooten Paulus, dac alle zielen
I n t , meinen magt over haar gefteld moeten onder-Cap.xiii.
daanig zyn , wylze eene Dienaares van
God is , die hec zwaard, tot het ftraffen
der kwaaddoeneren niet te vergeefs
draagt. Het welke de Keurvorft, in dic
en in ’tnaaftkoomende jaar, door de drie
volgende leerzaame gedenkpenningen
heefc willen beveftigen.
I. riet
IJ3«
I. Het afbeeldfel van den zagtzinnigen Keurvorft, dat op de voorzyde van den eerften
ten halven lyve gezien wordt ; heeft dit gebreklyk omfchrift;
IO H A nN E S F R ID E R I C V S D E I B E N E F IC IO D V X SA X O -
n i a E , s a c r i .
J A N F R E D E R I K DOOR G O D S WE L D A A D HERTOG FAN
SA KS EN, DES H E I L I G E N [RTK S E N Z . ]
Op de keerzyde zietmen eenige Ridders ftryden, of eenige weerfpannelingen of onge.
hoorzaamen verflaan ; wandt op den voorgrond zyn eenige dooden afgebeeld , en in den
i,l Brief rand leeftmen deeze op de hooge Overigheid pasfende ( r ) Euangelifche woorden;
van Paut
o # N O N F R V S T R A g l a d i v m g e s t a t , n a m d e i m e .
nencap. N I S T E R E S T , V L tor.
XIII. VMS.
HT VO E R T HE T ZWAARD N I E T TE V E RG E E F S , WANDT
l i r IS GODS D I E N J A R , E EN WREEKER .
II. De tweede draagt op het eerfte deel diergelyke beeldnis , doch naar de andere zy.
de gekeerd , binnen deezen letterkring ;
C O N T R A F R A I T V V R A IO A N nis F R ID E R IC I E L E C T O R I S
D V C I S S A X O N IA E M D X X X V I.
n . Dal.
V v v v V