1521 mindere zugt tot vvraake. Terwyl dee-
ze broeide , vergaderden de Vorften
en Stenden van Duitsland in grooter
getal dan voorheen op den Ryksdag te
Wo rms , alwaar in verfcheidene tyden
verfchillende zaaken verhandeld wierden
, voornaamenlyk om den voortgang
der Türken , die ganfch Europa
met overrompelinge dreigden, te ftuiten;
en dewyl hiertoe de herftelling en on-
derhouding der eendragt in het Ryk
ten uitterfte noodig w a s , te meer,
mids de Keizer uit oorzaake van Spanje
niet altyd tegenwoordig konde zyn,
dierhalven bragtmen op ’t tapyt eenen
Raad uit alle Leden van het Ryk
aan te ftellen, welke in ’t afweezen des
Keizers her roer der regeeringe zoude
beftieren. Ook zyn de oude Wetten
vernieuwd en de nieuwe vermeer-
fi) Coio- derd, (i) de Rechtbanken verbeterd, de
¡"¿‘¡V.” Munt op gelyken voet, en bepaaling in
”¿*1 de verkwiftinge gefteld , midsgaders
verbod aan alle jonge lieden gedaan
Mauri.' zieh niet in den Krygsdienft te verbinden
zonder verlof hunner Overigheden.
Hierenboven wierdt de tyd en de wyze
tot den Italiaanfchen togt overwoogen,
om de oude bezittingen desDuit-
fchen Ryk s, meer door bedrog dan door
de wapenen vervreemd, weder te winnen.
Eindelyk terwyl ook verfcheidene
andere beiluiten , zoo ten opzigte
van ’t beftier als van de ingefloopene
feilen geregeld wierden, kwam het bedryf
van Luther in aanmerking, en, opdat
de ganfche V'ergadering van zyne
zoogenaamde dwaalingen onderregt
mogt zyn , wierdt aan ’s Pauzen Ge-
Aleander gehoor (2 ) verleend,
Lmtoan. welke in eene redenvoeringe, drie uuren
duurende , uit al zyn vermoogen de
Leerftukken van Luther, die zyns bedunkens
de Kerke en den Staat even
fchaadelyk waren , poogde gehaat te
maaken, en tot dit einde den Keizer
opwekte , om die door des zelfs veel-
vermoogend gebod te dempen. Wanneer
eenigen zulks toeftemden, hielden
anderen weder onbillyk den Leeraar
ongehoord te verwyzen , en begeerden
, dat hy op deeze zelve plaats
bourg
Tom. I.
pag. 6i.
zieh van zyne befchuldigingen zoude l y n
verantwoorden , ’t welke , fchoon het
Aleander in gi'oote bekommering bragt,
echter ftand greep, nademaal de Keizer
zulks toeftemde, enden zesden van
Lentemaand Luther door eenen beze-
geiden brief verzogt, zieh binnen ecn-
entwindg dagen naa den beftemden
tyd derwaart te willen vervoegen ; tot
dit einde deedt hy den zelven door zy nen
Heraut, Kafpar Sturm, met eeno vrygeleide
van veilig te gaan, te blyven en
te keeren, niet alleen uit zynen naam,
maar zelf uit dien der ganfche vergaderinge
verzekeren.
Luther dus onderleid vertrok in
Monniks gewaad van Wittenberg, zeggende
tegen zyne vrienden, die hem,
door \ mishandeien zyner boeken en
’t voorbeeld van Jan Hus , deeze rcis
afrieden , ik z a l ’er gaan al ware ’t
dat ’er zooveele Duivels ( 3 ) tegen my ('3)Hiii.<3u
opßonden als daar tegels op de daken JJfrime,
zyn ; met dit opzet kwam hy den zes^
tienden van Grasmaand te Worms, daar Am .del*
hy den volgenden dag, door eenen drang
van nieuwsgierigen,in de vergadering geleid
wierdt door den Graaf van Papenheim
, Ondermaarfchalk des Ryks, welke
hem beval niet te fpreeken , dan
alleenlyk te antwoorden, op de zaaken
die hem van wegens den Keizer zouden
gevraagd worden. Men verhaalc, toen
Luther naar de vergadering tradt, dat
Georg van (4 ) Fronsberg, een dapper (4;Ehren
Krygshoofd, hem met de hand op de
fchouder zoude geklopt en gezeid heb- theri.durg
ben ; Monnikje, Monntkje, gy gaat
, en zulkenßaß doen, dier-
ik en meenige Overßen z e l f in
onze ernßigfle ßagorde niet gedaan hebben.
Zoo gy van een rechtmaatig gevoelen
, en uwer zaaken kundig z y t ,
vaar voort in Gods naam, en zy ge-
trooß, God za l u niet verlaaten, Wanneer
men hem voorwierp, dat de Keizer
twee zaaken ( y ) van hem begeer-
de te weeten ; eerftlyk of hy de boe- Luthcrr,u,
ken , die zynen naam droegen , van Maimhem
erkende gefchreeven te zyn ; ten
andere , o f hy den inhoud der zelven pas-öc-
wederroepen o f befchermen wilde; Lu ther
iy2r ther antwoordde die voor zyn werk te
houden, maar de zelven te willen verweeren
zoude eene zaak van groot gevolg
zyn , over welke hy tyd om zieh
te beraaden verzogt, dien hem tot den
volgenden dag vergund wierdt. Op
welken hy , weder tot het gehoor gekoomen
, eene aanfpraak de edt, zieh
vcrontfchuldigende van zyne eenvoudig-
heid , wegens zyn onvermoogen en zyne
opvoeding, omdat hy op den voorgaanden
dag misfchien niet naar de waardigheid
deezer Vorftlyke vergaderinge
gefprooken, en aan ieder den behoorely-
keii eernaam mogt gegeeven hebben. Wat
zyne boeken betrof, bleef hy b y ’t voorgaande
befluit, hierby voegende , dat
zyne Schriften [ i ) in drie verfchillende
foorten beftonden : dat de eerften
Leerpunten v a n ’t Geloof en de God-
vrugt behelsden , welken hy als een
goed Kriften en eerlyk man niet konde
hcrroepen, wyl de Pans die alien wel
veroordeeld, doch niet voor even fchaadelyk
en ongodvrugtig verklaard hadt:
dc tweeden beftreeden het Pausdom
en de Leering der Pauzen , die de
Kriftenheid groot naadeel toegebragt
hadden ; wandt wie zag niet, hoe elendig
de gewisfens der menfchen met de
wetten en befluiten der Pauzen gepiaagd
wierden ; wie konde loochgc-
nen, datze alle volken der Kriftenheid,
en inzonderheid den Duitfchen Landaard,
hadden uitgezoogen , en hunne
gierigheid hadt noch maat noch einde ;
deezS boeken voor valfch te verklaaren,
ware de dwingelandy beveftigen:
de derden bekende hy tegen byzondere
perfoonen , die den Roomfchen
Godsdienft befchermd en hem alom be-
tigt hadden , vry wat driftiger en harder
d a n ’t betaamde , gefchreeven te
hebben ; doch hy begeerde niet voor
heilig o f onfeilbaar gehouden te worden
, en zyne misilagen niet, maar de
waare Leere alleen, te befchermen, van
welke hy gereed ftondt ieder reden te
geeven , verklaarende bereid te z y n ,
zoomen hem door de Heilige Schrift
van dwaalingen konde overtuigen, de
boeken zelve in ’c vuur te werpen.
I I . Deel.
Hierop zieh naar den Keizer en de
Vorften wendende zeide hy , het was
eene groote gaaf van God , a ls ’t den
zelven behaagde ons tot de kennis der
( 1 ) waarheid te roepen ; maar t’evens
zoumen , met die te verachten en te
verwerpen , zieh de ftraf des Hemels
op den hals laaden. Als hem, naa ’t voltrekken
zyner redenvoeringe, andermaal
op orde des Keizers bevoolen
was nettelyk te verklaaren , (3 ) o f hy
zyne Schriften dan wilde verweeren,
gaf hy ten antwoord , niets dan tot
eer van God en onderwyzinge der Geloovigen
gefchreeven te hebben, en
niets te können wederroepen van ’t gene
hy gefchreeven o f geleerd hadt,
’t en zy men hem alvoorens door de
Heilige Schrift o f klaare en overtuigen-
de reden verwonnen hadt; wandt hy
begeerde zyn gemoed niet te bezwaa-
ren, en was niet verplicht den Paus van
Rome , noch de Kerklyke vergaderingen
alleen te gelooven, omdatze dik-
wylen gedwaald en tegen zieh ftrydende
dingen gezeid hadden. Waarop de
Keizer (4 ) ftraks befloot om , naar het
voorbeeld zyner Voorzaaten,de Roomfche
Kerk te befchermen, en de noodige
middelen om deezen brand te blus-
fen te gebruiken, zonder zyn woord
dat hy Luther gegeeven hadt, te kwet-
fen, fchoon ’er in de vergaderinge gevonden
wierden , welken voorgaven ,
datmen hem, even als die van Con-
ftans gedaan hadden, geen geloof moeft
houden; nogtans ftelde Lodewyk, Keurvorft
van den Palts, zieh hier tegen ,
ftoutlyk beweerende niet betaamelyk te
zyn geheel Duitsland, tot vermaak der
Kerklyken, met het fchenden van ’t
openbaare vertrouwen te bevlekken.
Zelf verzekeren eenigen, dat de Keizer
op dit ftuk zoude geantwoord hebben,
alsmen de trouw uit de waereld wilde
4 y ) verbannen , dat de Taleizen der
Vorßen haar tot veilige JchuUßlaatßen
moeßen ßrekken.
Sedert wierdt het verfchil, in de tegenwoordigheid
der Keurvorften van
Trier en Brandenburg en andere Grooten,
betwift, welken, ziende in eenen
F f woor-
Ci) t f .
tnoth. I.
Cap. II.
VCIS.4.
Lutheran,
par L.
Maim-
bourg.
Tom. r.
pig.öS,
(4)Hilt.JU
Concile
de Trent«
de Frà
Paolo par
Am. dc U
Housfaje
pag. 13.8«
feq.
(0 Heis
Hifi, van
’tKeiiser-
rykl. deel
P»S-374-
«t;
0
'I
h .
'i P. I ■
II