»73« den, myns bedunkens, de twee volgen- ring deezer zaaken in ’t licht gebragt 1735
de penningen op de gelukkige nityoe'- zyn.
4 - iXuHzt.-
Sito'
I. Het voorilulc van dea eerilen draagt het geknwrierde hoofd en geharnafte borftbeeld
des Keizers, omfingeld door deeze tytels;
IM P eratok C A E S ae C A R O L V S V. A V G dstus.
DE GEBI EDER K E I Z E R KARE L DE F T FDE DE
F ERME ERDERAAR.
De M, die op het agterftuk door eene hand uit de wolken befchermd wordt, heeft
Numm?'®'“ ® hetrakking op Milanen . zoo als Luckius ( i ) meent , maar op de Landvoogdes Ma-
i>l. 8j. ria, gelykmen de zelve op verfcheidene Nederlandfche penningen , geduurende haare regec-
ring gemaakt , en met deezen letterzoom omfingeld, vindt;
M A N V S D O M IN I P R O T E G A T M E , 173#.
D A T DE HAND DES H E E R E N MT B E S CHE RME , 173«.
II. De tweede heeft in kleiner omtrek de zelve verbeeiding en letters op het eerfte
deel ; en op de keerzyde rondom het ruitwapen der Landvoogdesfe, dat door den Keizer-
« raim lyken Arend gehouden wordt, deeze uit de Heilige Bladen (2) ontleende woorden;
Ycn. 8.
S V B VM B R A A L A R V M T V A R V M P R O T E G E ME.
B ESCHERM M I ONDER DE SCHADUJV UWER F LEUGE LEN.
Chron.
van
Hoorn
pag. 138.
Om dit verlies den Keizerfen betaald
te zetten, liepen de Gelderfen uit den
Dam naar Fivelgo en Hunego , daarze
alles beroofden en verwoeftten, en het
felSchota-fchgoue D o j p
den, keerende zich hierop naar P o f t , ch™.
en het omleggende Land afgeloopen™™'“'
hebbende , meendenze het Kloofter
Wittewerum, daar Schenk zieh federt
met zyn Leger en de Burgerye van •
Groe-
. *53« Groeninge nedergeüaagen hadt, te overrompelen,
maar wierden met groot verlies
afgeweezen; desze weder naar Dam
iicerden, en deeze plaats, midsze voor
een beleg fchroomden, ftraks met groote
vlyt verfterkten en van alle voorraad
bezorgden, werpende de naaftgelegene
Kerken, Huizen en Schuuren te gronde,
op dat ’er de vyand niet in zoude
ncftelen. Doch Schenk, hebbende vier
oorlogsfchepen van de Noordhollandfche
Chton'"“' U) le hulpe gekreegen, om
die op den Eems te leggen en Delfzyl
te faenaauwen, naderde, verfterkt door
nieuwe benden, met de zyneu tot Wirdum,
daar hy zich befchanfte. Een ander
deel met de Schutterye van Groeninge
begroeven zich, om den Gelderfen
het ßroopen te beletten, in het af-
gebrande Dorp Tjamsweer. Een derde
hoop trok mec Schenk naar Farmfum,
en, het Huis bemagtigd hebbende,
tShmif’' ' d e Veldheer het Blokhuis (2) te
Gdii-Go- Delfzyl op, en toen de Bevelhebber zulks
fdvcifol. geheel bars affloeg, bragt hy ’er 't geichut
voor, en hierdoor zooveele vreeze
onder de bezetting, dat men de
Sterkte overgaf.
Geduurende deeze belegering hadt
de Hertog van Gelder, om de Keizerlyke
Benden hiervan afte trekken, eenen
•toeleg op Amersfoort, en ald.aar agtien
Poorters van Gelderfchen afkoomft tot
zynen wil gekreegen, welken hem.om
ieder honderd guldens te genieten, beloofden
de poorten der Stad, op ’s Hertogen
aankoomft, te zullen openen.
W anneer de Hertog tot dit einde, in
den vroegen morgen van den dertien-
w Gout-den (} ) van Herfftmaand, welken tyd
c°h',?„“ tot het verraad beftemd w a s , tot op
ioT Amersfoort naderde, kree-
Muim gen de Burgermeefters kennis van den
mcisfotti aanilag, desze de Gemeente ftraks dee-
pas-iSo. den opwekken, en met een deel der zelve
naar de poort trokken, daar de
Hertog verwagt wierdt; hier koomende
vondenze de verraaders byeen, welken
zonder toeven de vlugt koozen, langs
de muuren afgleeden, en het ontdekken
van hun voorneemen den Hertog bekend
maakten , die zich hierop weder
naar Gelderland begaf. Vier van de 1734
verraaders wierden gevangen , en kort ------ -
hiernaa door den Graaf van Hoogftraate,
Stadhouder van Holland en Utrecht,
onderhoord , en naa bekentenis gevierendeeld
cn hunne hoofden op de poor-
ten gezet.
Aan den anderen kant, de Gelderfen
te Dam , de haven Delfzyl verlooren,
en alle lillcn om de zelve weder te krygen
verydeld ziende, vervielen in groote
zorgen; te meer, wylze om de
benden, welken Antoni Graaf van Oldenburg,
op verzoek (4) der Landvoog- « S'to-
desfe Maria,ten dienfte van Schenk ver- c h X
zaamelde, te verftrooijen, een deel hun-fo,#™'
ner Spitsbroederen naar Ooftvriesland
gezonden hadden , welken zoo flegt
onthaald. wierden, dat weinigen naar
Dam terugge kwamen, en de Graaf
hierdoor zyne manfchap onverhinderd
aan den Vriesfchen Stadhouder Schenk
levcrde. Dees , berigt zynde dat ’er
tweeduizend mannen uit Holftein , tot
onderftand der Gelderfen , op den weg
waren, bcval eenigen der zynen de be-
legering van Dam met geweld voort
te zetten , en trok met de anderen de
aankoomende Krygsmagt tot by Welter-
wolde tegen , daar hy de zelve onverwagts
aangreep, verfloeg, verftrooide
en veele Edellieden gevangen kreeg.
Schenk, van deezen togt terugge koomende
, vondt de Bdegerden tot den
uitterften hongersnood vervallen, en
hierdoor emdelyk gedwongen zich, den
agtften (7) van Herfftmaand, aan hem (s) wi,
over te geeven, onder beding, dat de
twee Overften Meinard Ham en Hac-ti*"!.,
fort gevangen blyven, de Hoplieden*®’ "
en Krygsknegten alleen met hun zyd-
geweer en witte roedjes in de handen
uittrekkcn , en de krygsgereedfchappen
en Ingezetenen ter befcheidenheid des
Overwinnaars laaten zouden.
Sedert de Verfterkingen van Dam geflegt
en Wedde gewonnen zynde, ging
Schenk naar Groeninge, en zondt zyn
Leger,op orde der Landvoogdesfe,naar
Koeverde, om het zelve te overmeefte-
ren, of, by mangel van voorfpoed, door
twee Blokhuizen te befluiten, volgende
Y y y y y » in