lij ;,ii 0
iv a ■ i :
I'l
........ '
H:»
I
i i ; ”
i i f
.'■li
ii
iil
i y i 7
( i ) Analeft.
Ant.
Matt.
T om .I .
pag.178.
( i) Analeft.
Ant.
Matt.
T om .I .
pag.289.
&feq.
Vorften der Nederlanden, dat hy in de
gewigtigfte zaaken,zoo van den tabbaard
als den degen, gebruikt, en tot de Guldevlies
Order en de Zeevoogdy verheven
was, toen hem de Utrechtfche Myter
wierdt opgedraagen.
De Paus de beveftiging. voor twaalfduizend
Dukaaten verleend hebbende,
deedt Philips, gevolgd van veelen der Nederlandfche
Edellieden, den negentienden
te zullen befchermen, midsgaders naar
de zelven te zullen vonnisfen. De Bisfchop
van Bloeimaand, ( i } met groote def-
tigheid zyne intreede le Utrecht; in de
Hoofdkerke geleid zynde bezwoer hy
de rechten en vryheden (x) ongefchon-
den te bewaaren, geene goederen te
vervreemdcn of te belaften, noch gee- j
nen oorlog noch vreede aan te gaan, j
dan met toeftemminge der Geeftlyken , ■
en deezen by hunne gewoone rechten !
dus geveftigd gaf geen mindere
blyken van zyne deugd en fchranderhcid
in zynen handel dan voorheen, weetende
den dag voor den Godsdienft,
de Staatszaaken en de cerlyke uitfpan-
ningen zoowel te verdeelcn, dat hy
geencn tyd onnutlyk verfpilde. Over
tafel fchicp hy vcrmaak den Gcleerden,
die hy zoowel als de Konftenaavs be-
gunftigde , verfcheidene ( 3) vraagcn ,
’t zy uit de Heilige bladeren, ’c zy uit
de Hiftorifchryveren, o f Dichteren voor
te werpen, om dus den geeft te fcher-
pen. Invoege wy niet alleen zyn afbeeld-
fcl en Bisfchoplyken ty te l, maar zelf de
gemelde eigenfchap,door deezen penning
bewaard vinden.
iy i7
(3) C7ef.
Noviomagi
I'iiilip.
piisllurgundus.
Ap.Matibxiim
in
Anal.
T om .I .
pag.iip.
Het hoofd van den Bisfchop met eenen hoed gedekc ftaat op de eerfte helft binnen dm
ki-ing deezer letteren;
P H i l i p p u S d e E V R G V N D IA E P i s c o p u S T R A I E C T E n s i S.
PHI L I P S FAN BORGONJ E BISSCHO P VAN UTRECHT
De Dolfvn, die op de andere helft om eene dregge geilingerd is , bediedt , dat liet
menfchlyk dedryf maadg moet zyn , dat is niet te haallig noch te langzaam ; welk zinne-
(4)Para- beeid gezeid wordt van de Keizeren Auguftus en Velpafiaan (4 ) gevoerd te zyn. lle t om-
fchrift daarentegen is ontleend van (y ) Zorobabel, een der drie vermaarde Lyfwagten van
vyfen Koning Darius Hyftaspis, betwiftende tegen zyne Amptgenooten, dat noch de Koning, noch
ufEzn Vrouwen, noch de wyn zoo fterk waren als d'e waarheid, die alles ovcrwon , en dicr-
III.Boek halven leeft men;
Cap. 4.
S V P E R O mnIA V IN C I T V E R i TA S .
DE f VAARHE I D O V E RWIN T ALLES .
Dit was ’t alleen niet dat den Keizer
herwaart dreef, hy tragtte de weerfpannige
Vriezen en Groeningers ook
tot reden te brengen o f te beteugelen;
dierhalven leende hy gehoor aan de
klagten van Edzard Graaf van Ooftvriesland
, welke zyne onderhandeling, met^^i^
Floris Heer van Ysfelftein (6) begonnen, »mgf'
thans zogt te voltrekken, dus doorSnoiit-
des zelfs bemiddeling te Brusfel
den
' f '
■fi
1717
(0 Ub.
Kmmii
Hill. Fri-
iix fol.
7$o.
f i ) Bene-
ficiiim.
0) R.
Tlioyras
Hift.d’An-
Rlet.Tom.
V-pag.u;,
den Koning van Spanje en Vrouwe
Margarita gefprooken hebbende ;
den Keizer te Mechelc zyne zaaken
zoowel wift voor te ftellen, dat Maximiliaan
, aan de eene zyde genoopt door
de goede eigenfchappen des Graaven,
en uit meedoogen over het ongelyk van
de Groeningers en Gelderfen geleeden,
aan de andere om de Landen zyns Kleinzoons
te beveiligen, hem in genade aannam
, voons van den Ryksacht ontfloeg
, cn eenige dagen laater, onaangezien
die van Bronswyk en Sakfen
hier magtig tegen woelden, een verdrag
( I ) met hem aanging, in het
welke den Graaf, voor zyn leeven, vier-
duizend Rynsguldens uit de fchaltingen
van Groeninge en de Ommelanden,
cn het Stadhouderfchap over de zelve
Geweften beloofd wierdt; mids hy de
zelven onder gehoorzaamheid brengen,
en van de inkoomften rekening doen
zoude. T o t dit einde moeft hy den
Koning van Spanje getrouwheid zweeren
, cn dien tegen alle des zelfs vyanden
onderfteunen , inzonderheid den
Stadhouder van Vriesland hulp verfchaffen
, gelyk hy van den zelven zoude
ontfangen : wyders zoude Ulrik , oudfte
Zoon des Graaven, op eene wedde
van duizend guldens aan het Hof
van den Koning blyven, en Edzard en
zyne Naakoomelingen zouden hunne
Erflanden voortaan als eene vergunning
( x j des Konings en des zelfs Opvol-
geren in Holland, byaldien de Keizer
en de Keurvorften zulks bewilligden ,
bezitten. Deeze en andere punten van
minder belang zouden de Staaten van
Ooftvriesland bekrachtigen , gelykze uit
den naam des Konings door zynen Geheimfchryver
Hanneton, den eerftcn van
Weidemaand, geteekend wierden.
’t Geviel in deeze dagen dat Hendrik
, Koning van Engeland, herden-
kende, dat hem het Keizerryk door
Maximiliaan was aangebooden,luft kreeg
den zelven te ondertaften (3 ) o f den
afftand ook ernft mogt zyn ; dierhalven
zondt hy den Bisfchop van Win-
chefter en den Lecraar Tonftal naar
II. Deel
Nederland, met verzoek aan den Kei- 1717
zer van eene bekwaame plaats te noe- '
men, daar de Koning met hem over
het gemelde voorwerp mogt handelen.
Maximiliaan, moogelyk nooit van gedachten
geweeft zynde om de Keizerlyke
Kroon aan Hendrik over te geeven,
antwoordde met groote beleefdheid, van
meening te zyn den Koning van de
raoeite deezer reize te ontheffen en
perfoonlyk met den zelven in Engeland
te koomen fpreeken. Wanneer de Gezanten
hem federt op het punt van
hunnen laft ernftiger perften , wift de
Keizer dit ftuk in verfcheidene bogten
te draaijen, zeggende n u , dat hy het
Keizerryk wel aan Hendrik wilde afftaan
, maar vooraf op eenen Ryksdag
poogde te onderzoeken om den tytel
van Roomfchkoning (4 ) te behouden, R.
en dien erflyk in zyn geflacht te maa- iiii'Kn-
ken; dan gaf hy voor van gedachten
te zyn om zynen Kleinzoon Karel tot
Keizer , Hendrik tot Roomfchkoning
en Ferdinand den Breeder van Karel
tot Koning van Ooftenryk te verhef-
fen, nieis voor zieh begeerende dan
den tytel van Maarfchalk van het Keizerryk.
Uit deeze weifelingen kon Koning
Hendrik ligtlyk opmaaken, dat
’er van dien kant nicts te hoopen ftondc,
en liet dierhalven het werk fteeken.
Terwyl het verdrag met Graaf Edzard
door bemiddeling van den Keizer
gefmeed, en de reis van Koning Karel
voor handen was, hadtmen de toe-
zicht der Nederlanden met beraad der
Staaten den .Keizer weder aanbevoo-
len, om i n ’t nypen van den nood uit
Duitsland gevoeglyk hulp te erlangen.
Volgens dit vermoogen heeft hy,
nevens zynen Kleinzoon, de Regeering
op zoodaanigen voet gefteld als hem
ten meeften nutce des Lands oorbaar
fcheen, en om de geduurige afwee-
zenheid aan zyne Dochter (5 ) Marga-fji Go«-
rita de Voogdy andermaal opgedraa-^ "J"
gen. Op welke Staatsbefchikking en de
eendragt der twee Vorften, meene ik , "
dat deeze gedenk- en legpenning gemaakt
zyn.
it,
I j,. A
'ill
M I. Hec