w . ;
lì!
te Keulen gekoomen, hoorende dat
die Stad van dc pell geweldig bcfmet
(i) Hartm. was, vetzogten den ( i ) Keizer, om
MauriCo- . . , .
ronat. Ca- oiet in t gevaar te loopen , eene an-
■oiiv. piaats te willen verkiezen, wyl
zulks meermaalen gedaan , en dat Robert
Zelf te Keulen tot Roomfchkoning
gekroond was. De Ingezetenen van
A k e n , die reeds groote koften gemaakt
hadden, berigt van zoodaanig
een voorneemen krygende, en den Keizer
het naadeel datze hierdoor zouden
lyden aantoonende, midsgaders dat de
ziekte binnen hunne muurcn zoo groot
niet als het gerügt was, bragten zooveel
te weege , dat de Keizer, hunne
klachten en de oude gewoonte, midsgaders
de inftelling der Guide Bulle
overweegende, eindelyk befloot van
’er de Kroon te ontfangen, en zondt
tot dit einde Maximiliaan Heer van
Zevenbergen naar Keulen , om ook de
Kenrvorften tot dit beiluit te beweegen.
Des de Geeftlyke Keurvorften
van Ments, Trier en Keulen , verzeld
van de Gezanten der Waereldlyke Keurvorften
van Boheme, van Brandenburg
, en van Sakfen, welke laatfte
Frederik door ziekte te Keulen ver-
bleef, zieh op de reis begaven, en den
(i)Hartm.eenentwintigften van ( z ) Wynmaand,
Co'ronat. groot gcvolg van Edellieden en
CaroliV. Krygsknegten, te Aken hunne intreede
deeden. Wyl deeze Stad onder het
Keurvorftendom van Keulen behoorde,
en dat die Aardsbisfchop de naafte was
ora den Keizer te kroonen, zyn de
Gelaftigden , voornaamenlyk de Bisfchop
van Luik , de Heeren van Y s felftein
en Zevenbergen by den zelven
vergaderd , fchikkende eens ieders
ampt tot de aanftaande plechtiglieid.
Andere omftandigheden wierden middelerwylen
weder door andere Keurvorften
befteld , voor welken het bloo-
te Zwaard van Staat, mids de Keizer
nog niet verfcheenen was, alomgedraa-
gen wierdt.
Den volgenden dag kreeg men ken-
_nis, dat Keizer Karel met de bloem des
Nederlandfchen Adels, verfterkt door
een wakkeren hoop Ruiters en Voetkncgten
,• vaft naderde ; waarop de Dult- ly io
fche Vorften hem cen half nur buiten
de Stad te gemoet reeden , voor den
zelven gekoomen van hunne paerden
klommen, en eerbiediglyk begroete-
den ; als de Keurvorft van Ments hem
uit den naam van allen verwellekoomd,
geluk gewenfcht en hunne Perfoonen
en Staaten onder de befcherming zyner
Majefteit bevoolen hadt, zynze door
den Kardinaal van Saltsburg voor den
Keizer bedankt, te paard gefteegen en
ftedewaart gereeden ; omtrent de poort
verfcheen de Keurvorft van den Palts,
die even aankwam, en op de zelve ,
wyze als zyne Deelgenooten de plicht
aan den Keizer allei, welke dus, alengs
tot binnen de muuren gekoomen, van
de Burgermeefteren en Raaden (3) ont-(jjHmm;
fangen en begroet wierdt; aan deezen,
op dat de Keizer on verhinderd gekroond Carolivi
mogt worden , eenen brief tot dit einde
vertoond zynde, trok al de Stoet
in deeze fchikkinge voort ; de Keurvorften
van T r ie r , van den Palts, en
de Gezant van Brandenburg gingen
voor ; deezen volgde Ulrik van Papen-
heim, die het Ampt van Maarfchalk
des Ryks voor den Keurvorft van Sakfen
bekleedde en het bloote Zwaard •
droeg voor den Keizer , welke naa den
zelven kwam in ’t goude en zilvere
Laken gekleed en met eene gepluimde
muts op het hoofd ; een weinig agter
hem gingen de Keurvorften van Keulen
en Ments, midsgaders de Gezant van
Boheme. De Gezanten van den Paus
en van den Engelfchen Koning weigerden
agter de Keurvorften te volgen,
om de Waardigheid hunner Heeren niet
te verminderen. Oncindig fcheen ’t getal
der menfchen , dat ’er van allerley
ftaat, ouderdom en kunne op de been
was ; de voornaamften welken den Stoet
verzelden waren de Vorften van Anhalt
, Sakfen en Gulik , belluuwd van
uitgeleeze manfchap ; de Hovelingen
der Vorften prächtig uitgedoft, Amptenaars,
Kamerlingen, Stadhouders, Ridders
van ’t Guldevlies, ’t zy Spanjaards,
Duitfers o f Nederlanders, ook veele
foorten van Geeftlyken maakten geen
gcr
j iO gering deel; wyders volgden drie be-
■— ^ dienden, op hunne kleederen met dub-
bcle Arenden getekend, werpende aan
alle zyden geld onder het volk te grab-
belen; ook droegen de Kanonniken
. dier Stad het overmaatige beeid van
Keizer Karel den Grooten, des zelfs
hoofd in eene kasfe, en andere Heiligdommen
ten toon ; eindelyk wierdt de
ganfche vertooning door de wagt dier
Stad beflooten , aan welke het paerd
des Keizers gegeeven wierdt; wandt
zoodra de Keizer aan de poort van S'.
Jacob , daar de Kanonniken hem wag-
teden , gekoomen wa s, klom hy, volgens
oude gewoonte, van zyn paerd ,
kufte het kruis en begroette de hei-
iigdommen, voorts fteeg hy op een ander
paerd en deedt zyne intreede, om-
fingeld van tweehonderd Iyfwagten,eens-
deels Hoogduitfen, andersdeels Nederlanderen,
die hem gezaamenlyk naar
de Kerk geleidden, en dus het werk van
dien dag voltrokken.
(ilHiitm. Op den drieentwintigften ( i ) van
Coronat. Wynmaand, die tot de plechtigheid
gefteld was, begaven de Geeftlyke Keurvorften
zieh vroeg in den morgen naar
de Hoofdkerk om den toeftel te be-
reiden. Zoodra de Keizer met hofly-
ken Stoet derwaart naderde, gingen de
gemelde Keurvorften, in priefterlyk gewaad,
met verfcheidene Heiligdommen
hem te gemoet, den zelven eerbiediglyk
met voor- en tegenzangen ontfan-
gende en voor het hooge Altaar ge-
leidende, daar zyne Majefteit op de
knien v ie l, terwyl de Keurvorft van
Keulen den Hemel badt om zyne genade
over den Keizer Karel uit te ftorten
, op dat dees zyn Volk wel mogt
beftieren. Dit gedaan zynde wierdt de
Keizer door twee Keurvorften opge-
regt, en de Kerk middelerwylen met
lieflyk Muzyk vervuld. Wanneer de
Keizer andermaal knielde, en nevens
hem alle Vorften en Geeftlyken, gaf
de Keurvorft van Keulen, die alleen
met den Aardsbisfchoplyken ftaf in de
hand over einde ftondt, den Keizer
den zegen ,• en den zelven allen voor-
I I . Deel.
CiioliV.
fpoed toegewenfcht hebbende vroeg ly io
h y , o f de zelve van voorneemen was h e t -
Algemeen Geloof te houden, de Kerk,
het Keizerryk, de Wetten, de Wedu-
wen en Elendigen uit al zyn vermoogen
te verweeren en te befchermen,
en den Paus fchuldige gehoorzaamheid
' te bewyzen ; de Keizer, deeze punten
beloofd hebbende, wierdt voor ’t A l taar
gebragt, daar hy dea gewoonen
eed afleidde : federt weder op zyne
plaats gekeerd, vroeg de Keurvorft van
Keulen den Omftaanderen , o f zy den
Keizer gehoorzaam en onderdaanig zouden
weezen; ’t gene met gejuig wierdt
toegeflemd : waar op de Keurvorft ge
beeden hebbende, den Keizer met Heilige
Olie het hoofd, de borft, de fchouders
en de handen zaifde , zingen-
de den Latynfchen Z an g , Vreede zy
u , ik z a l f u tot Koning met de Heilige
Olie in den naam des Vaders,
des Zoons en des Heiligen Geeßs.
Hiernaa de Keizer als een Diaken
verkleed zynde,vereenigden zieh de drie
Geeftlyke Keurvorften , die den Keizer
het bloote zwaard van Karel den Grooten
overgaven , dat in de fcheede geftooken
en hem op de zyde gehangen
wierdt; in dien zelven tyd fchoof die
van Keulen den Keizer eenen ring aan
den vinger, en hing hem den mantel
van Karel den Grooten om de fchouders
; vervolgens gaf hy den zelven den
gouden Schepter , en Ryksappel; en
gezaamenlyk ( a ) zettedenze hem deriJHmm,
Kroon op het hoofd, alles onder d e S .o L .
hiertoe gebruikelyke wyze van zeggen.
Dit gedaan zynde tradt de Keizer voor
’t Altaar, en zyne hand op het Euangelie
leggende deedt deezen eed ; ik be-
tuige en beloove voor God en zyne Engelen
, de wetten in ßasid te houden,
gerechtigheid te pleegen, de reihten
des Ryks te bewaaren, den Roomfihen
en andere Kerkvoogden en Leenmannen.
behoorlyke eere te bewyzen , de Kerklyke
giften te befchermen , Krißus my
helfende dapperheid en waardigheid
verleenende. Toen zulks verrigt was
geleidden de Keurvorften van Ments
C c en