l y i f goede voorbeelden te verfterken, dat,
fchoon ’er zieh reeds tienduizend van
de anderen afgezonderd hadden, en met
den bedongen loon naar hun Land meen-
den te trekken, hy deezen echter aan ’t
waggelen bragt, hierop gaat hy voort
met hen in te prenten. dat de vyanden,
vertrouwende op het verdrag, niet op
hunne hoede zouden zyn, zy behoorden
zieh dierhalven deeze gelegenheid niet
te laaten ontglippen , en zieh van het
geld tot hunne omkooping gefchikr en
de glori van hen verllaagen te hebben
te bedienen, dus de bedriegers met gelyke
munt voor den loozen handel van
Dion, die nog onvoldaan was, te betaalen.
De Zwitfers door dit lokaas bekoord,
van te gelyk het geld en de overwin-
’ ning te verkrygen, lieten zieh door zyne
aanfpraak beweegen , wyl deeze
ftraks door de uitdeeling eener fomme,
welke hen van den Koning van Arragon
beloofd was, bekrachtigd wierdt.
Hoe zeker en omzigtig dit werk be-
ftooken tvierdt, Lautrec ( i ) kreeg ’er
echter door eenige verklikkers de lugt
v an , zulks hy terugge keerde en ook
den Koning deedt waarfchouwen. Middelerwylen
kreegen de Veldoverften der
Zwitferen van hunne Landsoverigheden,
aan welken de Kardinaal wat ’er om-
ging bekend gemaakt had , ( x ) bevel
van niet te luifteren naar de voorfla-
gen der Franfen , en vooral van niet
uit Italie te trekken, op flraffe van het
leeven en verbeurte hunner goederen.
Zoodaanig een gebod , gevolgd van een
nieuw Leger omtrent van twintig of,
ZOO anderen melden, van twaalfduizend
mannen (3 ) fterk , onder het geleide
des Hertogen van Bari, Broeder van
Maximiliaan Sfortia, gepaard met de
voorgaande vermaaningen en de hoope
op den ryken 'buit van de prächtige
uitruftingen der Franfen , bragt hun
bloed dermaate aan ’t kooken, datze
den dertienden van Herfflmaand met
den Kardinaal uit Milanen en naar Ma-
rinjan trokken', daar het Franfche Leger
begraaven lag, het zelve, omtrent twee
unten naa den middag , met een dol
( ,) Me-
moir. de
Bellay.
foL 17.
(t)P. An.
gleriæ E-
Pift'553-
(3}Hift.de
Suiffe par
Plantin,
rag. 296.
opzet en groot gefchreeuw aantaftefi- l y t f
de j verwoedelyk tegen het fchrikkelyke
vuur van tweeenzeventig (4 ) ftukken WDania
Kanon in dringende , raaktenze met rnnfe
alles ter neder te werpen over de gragt,
die 't vyandlyke Leger dekte, in bit-
reren ftryd met de voorhoede en eindelyk
meefter van zeven ftukken ge-
fchuts. De Koning, llet wyken en de
wanorde der zynen gewaar werdende,
verlier het lighaam des Heirs, en ftelde
zieh met de piek in de vuift aan 't hoofd
van vier o f vyfduizend Duitfche knegten
, de zwarte hoop genaamd, zoo
doorweekt cn bedreeven in de Nederlandfche
oorlogen, datze daardoor voor
onverwinnelyk geacht wierden. Met
deezen rukt de Koning in ’t heetfte van
het vuur, en wederftont niet alleen in
gevaar zyns leevens de aanvallende vyanden,
maar drong hen agterwaart, en
zelf het gefchut te verlaaten. Doch deezen,
hunne krachten tegen het geweld
verdubbelende , maakten het treffen
bloediger dan o o it, en ftreeden dus in
gepakt verband voet aan voet met de
vyanden, tot de nagt het moorden ein-
digde. In deeze ontmoetinge was de
de Koning van eenige pieken in zyne
wapenen getroffen, en eene meenigte
der Franfche Lcgerhoofden en Edellieden
verflaagen. Wanneer de Koning
de zaaken beft docnlyk herfteld cn geregeld
hadt, iliep hy ( f ) dien nagt in (,3 Hirt.
’t volle harnas op een affuit van ’t Ka- 'J'Suisfe
. . r- .. . parPlannon,
naauwlyks vyftig ftappen van den tin pag.
vyand. De Zwitfers weeken niet van Men,?4r.
't Slagveld, verwagtende den naaftkoomenden
dag.
De morgezon hadt naauwlyks de kim-
men verguld en ieder zieh onder zyne
bende gefchaard, o f de Zwitfers hervat-
teden het gevegt met nieuwen moed,
en , fchoon ’t vyandlyke gefchut beter
klemde, dus ryen voUts verflondt, ftort-
ten echter met al hunne magt op de
voorgaande wyze tegen hen in,en deeden
hen deinzen; maar deezen op het punt
hunner wanorde van de Ruiterye onder-
ftennd, wederftonden de aanvallenden
met groote dapperheid. Verfcheidene
uurcn wierdt dft haglyke gevegt met de
uittert
y i y
( 1) La
taliadlFr.
Guicciard.
pag. 346.
uitterfte harcnekkigheid in den evenaar
gehouden, tot eindelyk de Zwitfers onder
’t geduurige bulderen van ’t gefchut,
van voet- en paardevolk beneepen, en
voornaamenlyk , omdat Bartholomeus
Alviano met de Venetiaanfche ruiterye
nieuwlyks aangekoomcn hen op de lenden
viel,ziende,hoe manlyk zy zieh ook
verweerden, veelen hunner Spitsbroe^
ders en meefle Legerhoofden geveld,
wanhoopende aan de overwinninge ,
den aftogt deeden blaazen, en in goede
orde met al hun krygstuig terugge trokken
, tot zooveel verbaasdheld hunner
vyanden, dat noch Ruiter noch Voet-
knegt ( i) de iloutheid hadt hen te ver-
Yolgen. Eenige verftrooide Schaaren
wierden afgefneeden, en de reit borg i f i f
zieh binnen Milanen. Van deezen Veld- ^
lla g , waarlyk de verwoedfte die de
Zwitfers ooit gegeeven o f gelceden hadden,
en by welken alle andere, naar’t
getuigen van den ervaaren Veldheer
Trivulce,(2-) kinderfpel geleeken>wierdt
den Koning de grootfte eer toegewee- ¿7Franc«
z en , wyl dees door zyne hfeldhaftjge
dapperheid de verftrooide benden herfteld
, das de zynen behouden en de befchermers
en temmers der Vorften zelfs
bedwongen hadt. Dierhalven heeft men,
om des Konings grootmoedigheid en be-
leid, in deeze overwinninge betoond , te
vereeuwigen, hem de twee volgende pen^^
ningen toegewyd,
I. Het gewapende borftftuk des Konings wordt op de eerfte helft, als een andere Alexander
gekend door den hoom van I-iammon, gevonden ; hebbende op den top des heims
eenen brandenden Salamander, zyn gewoon zinnebeeid, en in den rand deeze hoogdraaveri-
de tytels ;
F R A N C IS c ü s R eX F R A N C O rum P r iMVS D O M IT O R E L V E T I O rum.
FRANCOIS KONING DER F R ANS EN, EERSTE TEMMER
DER ZWI T S EREN.
Het zeegeteken van de faamgevoegde wapenen, dat op de wederhelft voorkoomt, is
beilooten door deezen letterzoom;
D E O F A V E N T E E T IM P E R A T O R I S V IR T V T E .
DOOR GODS GUNST EN ’S F E L D H E E R E N DAPP ERHEID .
I I Deel ir.
Mi ill :!;