11 I Hi
(M'll
I I it
i f iS en tekenden den brief den dertienden
vän Oegftmaand.
Ten zelven dage gavenze den Keizer
en zyne Opvolgeren, door eenen
Wfhk- anderen brief, ( i ) de benoeming der
Bisfchoppen, als de Zetel ledig zoude
i “ ht' EI®“ '
T ick drik van Beijere het Tydelyke Gebied
zyns Bisdoms van Utrecht aan Keizer
(i)Wah- Karel den Vyfden ( i ) over ; omdat
fcLmds de Kerkvoogd zich niet in ftaat vondt
dcn Keizer de groote koften van deezen
trecht
1. decj.
foi. 3.
oorlog, noch de geleedene fchaade
aan des zelfs Landen, te können vergoeden
, en hy noch zyne Opvolgers
het Bisdom niet langer zouden können
befchermen; dierhalven wierdt de voorwaarde
van dien afftand op deeze punten
verzegeld : d,at de Leenmannen en
Bewooners der Steden en Landen den
Keizer, als hunnen wettigen Landvorft
en natuurlyken Erfheer, zouden huldigen
en ontfangen ; des zou de Keizer
, voor ’t verbeteren der Steden ,
Sloten en Sterkten van ’c Nederftift ,
den Bisfchop vyftienduizend guldens ,
ieder veertig Vlaamfche grooten waardig
, geeven, boven de dertigduizend
diergelyke guldens, die de Keizerlyke
Majefteit den Bisfchop, ter vergoedinge
van geleedene fchaade,by den handel van
Dordrecht beloofd hadt; alsmede voortaan
aan alle Bisfchoppen van die Kerke
eene jaarwedde van tweeduizend
guldens Brabantfche munt, o f eenige
weldaaden van geen mindere waardye
toeleggen, en deezen door den Paus
het Bisdom van Utrecht doen inlyven.
Wyders beloofde de Keizer de Ingezetenen
tegen huhne vyanden te befchermen
, hunne oude voorrechten cn vryheden
ongefchonde te bewaaren, en
hen zoo te regeeren als een goed Vorft
zynen Onderdaanen fchuldig is. Eindelyk
zou de Kerkvoogd zyn Bisdom
aan den Paus overlaaten, ten voordeele
van dien, welken de Keizer aan zyne
Heiligheid zoude noemen, en hiertoe
den Keizer brieven van volmagt,
kort naa ’t overdraagen van ’t Waereldlyke
Rechtsgebied, ter hand ftellen; en
byaldien geen andere Myterdraager op
den Kerklyken Zetel gefteld wierdt > ly i j
dan zoude Bisfchop Hendrik den zel- " -
ven door Stedehouders vermoogen te
beftieren , en de vrugten cn voordeelen
blyven trekken. Al het wdke de een
en de ander verzekerden te zullen volgen,
en de Keizer beloofde hy den
Paus te bezorgen, dat de Bisfchop,
door behoorelyke bullen en brieven, buiten
fchaade van deeze overdragt gehouden
, cn voor ongeval gedekt zoude
worden.
Sedert door de Edelen en Steden
van Holland, den dertienden ( 3) van (bJBiu.
Wynmaand, op den dagvaart in ’s Graa- Srefe
venhaage, wegens eene beede van hon-
derdentagtigduizend ponden , die zes 7S3.
dagen vroeger te Gorkom gedaan was,
geraadpleegd zynde, is de Stadhouder,
Graaf van Hoogftraate, eenen magt-
brief van den Keizer verkreegen hebbende
, naa rype overweeging, van de
Landvoogdesfe en haare Raaden naar
Utrecht gezonden, alwaar Hendrik van
Beijere, Bisfchop van Utrecht, het Waereldlyke
Rechtsgebied van ’t Nederftift
met alles wat aan het zelve behoorde,
den twintigften (4) van W yn -(4) pm.
maand, aan den gemelden Stadhouder
voor den Keizer overdroeg; ontflaande v,n^y*
te gelyk alle Steden, Sterkten, Hui-1. ded
zen , Landen, Amptenaaren, Leen-
mannen , Edele en Onedele, Geeftlyke
en Waereldlyke Ingezetenen van de
verplichtinge , gehoorzaamheid , eeden
en beloften aan den Bisfchop als Waereldlyken
Heer gedaan, ten voordeele
van den Keizer en des zelfs Naakoomelingen
, Hertogen en Hertoginneh
van Brabant, en Graaven en Graavinnen
van Holland; verzoekende den
Ingezetenen om den Keizer als hunnen
wettigen Heer te willen aanneemen,
ontfangen , huldigen , zweeren en onderdaanig
z y n ; behoudende alleenlyk
het Geeftlyke Gebied voor zich en
zyne Opvolgeren. Toen dit bezegeld,
en de Gemeente, den volgenden dag,
door de groote klok op de Neude vergaderd
was, en de Graaf van Hoogftraate,
(7) uit den naam des Keizers, (s) put;
ia ’t openbaar gezwooren hadt de Bur-
gers
1518 gers en Inwooners van Utrecht voor
Mn U-
(recht
I.deel.
fol. 16.
alle geweld te befchermen, en de zelven
als een vroom, eerlyk en oprecht
Vorft te regeeren, hebben de verzaamelde
Stedelingen den Keizer, als Hertog
van Brabant en Graaf van Holland ,
wtderom met den eed trouwe en gehoorzaamheid
beloofd 5 hierop wierden
gefchenken gegeeven, en goude en
l,)P.Heu-'ihvere penningen ( i ) onder den drang
'"'£c Gemeente te grabbel geworpen. Op
deezen voet zyn kort hiernaa de ande-
S Ä re Steden ( x ) van het Nederftift, on-
kaitboek ¿er beding van haare vryheden, voordcs
Lands , ^ .
vanU- rechten en gewoonten te behouden, in
ideeUoi. befcherming des Keizers aangenooij.&
fcq. men ; ook heefc de Graaf van Hoogftraate
den eed aan de Hoofden en Le den
der vyf Godshuizen te Utrecht gedaan
, en dien van de zelven weder
ontfangen.
Terwyl deeze overdragt beraamd
wierdt, hadt de Hertog van Gelder
met al zyne krygsmagt Gooiland afgeloopen
en gebrandfchai, en dus met
het zwaard in de vuift de Landvoogdesfe
der Nederlanden den vreede aangebooden
; des de Vorftin Margarita
(3)Rjy. de'zeshonderd ( 3 ) Spanjaards, die onder
*c geleiden setsberg van Adriaan van Croy
Chron.
fioorßox-
hom
li, (ietl.
iinig.
pnzed. Graaf vatiReüx, den zeventienden van
Hooimaand, te Armuye in Zeeland
tot onderftand tegen de Gelderfen gekoomen
waren, niet noodig vindende
weder terugge zondt, en Laurens
du Blioul aan den Hertog van Gelder
afvaardigde , brengende door deezen
bedreeven Gezant het werk zoo verre
, dat ’e r , met onderling goedvinden,
eene byeenkoomft van de Gemagtigden
der partyen te Gorkom beleid wierdt.
Antoni van Lalein Stadhouder van Holland
, Floris van Egmond Graaf van
Buren, en de gemelde Laurens du
Blioul , aldaar met Volmagt van den
Keizer verfcheenen zynde , hebben ,
naa veele tegenftribbelingen, eindelyk
met de Gemagtigden des Hertogen van
Waich. Gelder, den derden (4) van Wynmaand,
Gttfefe, een eeuwigduurenden Vreede onder
fcliicd. ' ■ dit beding getroffen , dat de H e r to g
en de Staaten van Gelderland en Zutfeen
alle verbonden, tot naadeel van 17*8
den Keizer en des zeifs Landen ge-
flooten, zouden verlaaten ; mids de
Keizer en zyne Onderdaanen'het zelve
in opzigt van Gelderland zouden doen,
dan zou de Hertog den Keizer getrouwheid
belooven, en des noods zynde
met krygsvolk onderfteunen ; hiertegen
zou de Keizer Gelderland met
geene fchattingen moogen belaften , en
onverminderd zyn recht, gedoogen, dat
Karel van Egmond de heerfchappy van
Gelderland en Zutfeen van hem , als
Hertog van Brabant en, Graaf van Holland
, behouden, en aan des zelfs wettige
Kinderen, Zoonen o f Dochteren
zoude overlaaten ; tot dit einde zon de
Keizer den H e r to g , als een Leenman
zyns Ryks , in het Hertogdom en
Graaffchap beveftigen ; en by gebrek
van wettige Kinderen des Hertogen naa
des zelfs dood, in deeze Landen en in
Groeninge opvolgen ; ftraks naa ’t tekenen
van dit Verbond zyne bezetting
uit Harderwyk, Hattem en Elburg
ligten, en de Burgers dier Steden van
den eed ontflaan; eenigen tyd laater ook
Monlfoorc inruimen, midsgaders den
Hertog een gefchenk van dertlendui-
zend , eene jaarwedde van zestienduizend
Goudguldens, en eene bende
van tweehonderdenvyfeiiveertigRuitcren
geeven, mids dat vyftig der zelven altyd
op ’s Keizers wenk gereed zouden
ftaan, en niet tegen hem gebruikt mogten
worden. Wyders kon de Hertog
zyne in den kryg verfchootene zestienduizend
Goudguldens den Staaten van
Utrecht weder eifchen, en de Keizer
vermögt in Gelderland volk te werven 5
hierop zouden de gevangenen ontflaa- ,
gen, ieder weder in de bezitting zyner
Goederen, behalven eenige Vlugte-
lingen van Utrecht en Zwol,herfteld, en
de koophandel der Onderdaanen onverhinderd
gevoerd worden. W anneer de
Hertog dit verbond bekrachtigd zoude
hebben, dan was de Keizer ver-
pliclit het zelve ook binnen een jaar
te tekenen, cn de Landvoogdes Margarita
binnen eene maand, nevens drie
Ridders van ’t Guldevlies, even zoo-
Bb bb z , veel
„ . 4 * »
i-H
:(ii
ß l l i