1510 en Trier den Keizer naar boven , en
' ftelden hem op een fteenen zetel, daarze
hem de inftellingen der huldiginge
voorlazen en zyne befcherminge verzogten
; het zelve deeden ook de Ka-
nonniken dier Kerke, van welken hy,
naar oude gewoonte,tot Medelid in hun-
“ ne vergadering wierdt aangenoomen ;
de Keizer, zulks gehoord en met het
zwaard van Karel den Grooten veelen
tot Ridders geilaagen hebbende , , tradì
weder naarbeneden, oflerende een ftuk
gelds van tien Dukaaten op het Altaar,
hier in naar maare van de andere Vorften
en Heeren gevolgd, die hem naar
het Stadhuis geleidden, daar een Koninglyke
maaltyd voor den zelven en
voor de Vorften en Stenden van ’t Keizerryk
bereid was.
Dus verre hadt de Landvoogdes Mar-
WHittm. garita , ( i ) verzeld van Germana van
Coronar. Foix Weduwe van Koning Ferdinand ,
Caroli V. oijjngs Markgraaf van Brandenburg
getrouwd , met verfcheidene
Vrouwen en Jufferen , al dit fpel van
eene verheeve plaatfe, die voor haar
aan de regterzyde van het Altaar gemaakt
wa s , geheel naauwkeurig gezien
, en vertrok met dien fleep naar
haar verblyfplaats , daarmen een ge-
braaden O s , gevuld met kleiner dieren,
het volk ten befte ga f, alleenlyk
wierdt ’er een ftuk uit gefneeden
voor ’s Keizers tafel, die , nevens verfcheidene
anderen, op de Zaal van
het Stadhuis wierdt aangerigt ; wandt
afzonderlyk aten de Keurvorften, de
Bisfchoppen , de Raaden des Keizers,
de Magiftraat van Aken en de Gemagtigden
van .Neurenberg ; welke Stad
de Kroon, den Schepter en andere fieraaden
van Keizer Karel den Grooten
bewaart,entot deeze plechtigheid over-
zendt. Ondertusfchen , dat ’er voor ’t
Paleis uit heimelyke buizen door twee
pylaaren , op welken een Arend en
een Leeuw verbeeld waren, voor de gemeente
Wyn liep, en dat Ulrik van
Papenheim Ondermaarfchalk des Ryks
zyn paerd, tot omtrent aan den buik.
in eenen hoop havers, die op de Markt i f iö
lag, leidde, en den zelven met eene
zilvere maat aan ’t volk omdeelde,
was de Keizer cp de Zaal geklommen,
daar Jan Markgraaf van Brandenburg,
Onderfchenker des Ryks, den Keizer .
het handwater aanboodt in een goud
v a t, ’t welke van den Paltsgraaf vaft-
gehouden wierdt ; anderen reikten den
handdoek om te droogen. Wanneer
de Keizer gezeten wa s , en de Keurvorft
van Trier den zegen gefprooken
hadt, wierdt het Zegel des Ryks doof
de drie Geeftelyke Keurvorften voor
den Keizer gefteld, welke het zelve
den Keurvorft Van Ments naauwlyks
hadt aanbcvoolen, o f de fpys wierdt
opgedifcht, en de Keurvorft van den
Paks bragt de eerfte fchotel voor den
Keizer, dus vervolgens alle Keurvorften
hunne ampten waargenoomen heb-
d e , is de tafel met uiigezogte lekker-
nyen vervuld ; fommigen onder fierlyke
korften in de gedaante van Kafteelen,
Boomen, Arenden, Leeuvven o f
andere zinnelykheden , die de Landen
van den Keizer verbeeldden. Als de
maaltyd omtrent vier uuren geduurd
hadt, is de Keizer door verfcheidene
Vorften naar zyn verblyf geleid, daar
hy de zelven den volgenden dag op
een deftig avondmaal onthaalde.
De meefte Vorften, de plechtigheid
hiermede geeindigd ziende , vertrokken
in ’t körte naar Keulen. De Landvoogdes
Margarita en de Heer van
Raveftein namen den weg naar Brabant.
De Keizer, den naaftvolgenden
dag de Mis in de Kerke by woonende,
hoorde door den Keurvorft van Ments
de bulle van den Paus leezen, door
welke de Opperkerkvoogd de verkiezing
goed keurde, en aan Karel viy-
heid verleende om den tytel van ge-
koozen Keizer te voeren. ’t Z y nu
uit hoofde van den Pauslyken brief,
’t zy door ’t vermoogen van ’s Keizers
huldiginge, ik meene, dat de volgende
penningen ter gedachtenisfe deezer verheffinge
gemaakt zyn.
N E D E R L A N D S C H E V O R S T E N . I I . Boek. 103
r p o Q i f z ä
I. De eerfte , eene penningplaat , vertoont Iiet konftigc borftbeeld van den menwgevci-
tigden Keizer , by uitneemendheid fierlyk tocgetakeld, hebbende deeze tytels in den rand;
K A R O L V S V ROMiilOEVM I M P e e a t o k , H Y S P A -
N i a e o m REX.
K A R E L DE F I F D E K E I Z E R DER ROME INEN,
KONING F AN SPANJE .
II. Op de voorzyde van den tweeden ftaat het zelve afbeeldfel, doch met dc andere
wang voorgekeerd, blootshoofds, en de borft en fchouder met een harnas gedekt; nevens
het zelve ziet men de twee eerfte letters van zynen naam cn tytel , ICe i z e e K a k e i ,
en in den boord leeftmen,
C H A R L E S P A R L A G R A C E d e D I E V R O I DE.
K A R E L DOOR GODS GENADE KONING FAN.
Welke afgebrooke zin uit de wapens, die op de tegenzyde ftaan, volkoomen gemaakt kan
worden; wandt men vindt in het eerfte en vierde deel van 't Schild niet den Roomfchkoninglyken
, ^ maar Keizerlyken Arend met twee koppen; in het tweede deel Kaftilie en
^ o n , en in het derde deel Ooftenryk en Borgonje, dus de voornaamfte Landen die onder
zyn gebied ftonden ; alles gedekt met de Roomfchkoninglyke Kroone en omvangeil
door deezen letterzoom ;
G E T T O N S POOK L A C H A M B R E D E S C O M P T E s A L I L L E .
L E G P E N N IN G E N F O O R DE KAMER DER R E K E N I N G E N
T E RTSSEL.
L'.ii • 11? .
P;;
U'. f