al Voorzijde: Een zijdeworm of rups, knagende aan
een onder haar liggend moerbezienblad, daar boven een
nederhangend takje, en beneden 1692. Zie Utrecht pl. 2
of e il (17).
Keerzijde: ST WB S(tofjes) AV(erkers) B(edrijf).
b) Voorzijde: Een zijdeworm, op een moerbezienblad
liggende, daar boven een nederhangend takje; daar beneden
twee kruislings geplaatste Wevers spoelen.
Keerzijde: ST WB, Stoßes Werkers bedrijf, tusschen
het jaartal 17—11. (Verz. P. H. V a n G e l d e r ). Leest
men ’t S{toffe) W{erkers), dan is het slotwoord ook
b{edrijf).
De Chirurgijns te Utrecht hadden een fraai zegel, afge-
beeld Utrecht plaat 3 of GUI (n° 1) Het stelt een ontkleed
maar gedeeltelijk omzwachteld man voor; zijn hoofd met een
doek, zijn borst met een ijzeren corchet kruis-verband,
en zijn linker arm met een aderlaatdoek; hij draagt een
breukband, en zijn linker voet en rechter arm zijn gedeeltelijk
ingewikkeld. Zijne rechter hand steunt op een
zaag. Hechts ter zijde van hem staat een gloeiend com-,
foor met brandijzer, en is een trepaneerboor en kiezentrek-
ker te zien. ln de afsnede leest men: F e r r o . e t . ig n e .
Door ijzer en vuur.
Omschrift: (gescheiden door het wapentje van Utrecht)
Sig il l um . Co l l e g ii Ch ir u r g ic i . T r a ie c t in i.
WIJK BIJ DUURSTEDE.
Geen. gildepenningen van dit overend etadje eijn one
voorgelomon, m » r rvel het een en ander dat tot de gd-
den aldaar betrekking heett. Zoo deelde de heer J F.
C EOOCltsvuT, te Duurstede wonende, m * Olde T ,ß ,
1873, blz. 74, e e n Timmermans gildebeker van die plaats
mede’ die e r ’op het stadhuis bewaard wordt. Hij is,
merk4aardig genoeg, van hout, en in 1678 gemaakt,
toen D ir c k W u b o r g h en D e C o ck (wier wapens op den
beker prijken) ' er Cverlieden van het St. Josefs gdd waren.
Het opschrift luidt:
. WIJBOBGH, sinopel m et drie (2 - 1) popelbladen v an züver. D e C o c k
sin opel, doorsneden door drie fasen van z ilv e r, w a ar tu ssch en 3 .2 . en 3 .
pootlooze meerlen. Zie de p la a t in de Oude. Tijd 1873 bl, blz. 74.