wij eene sententie van liet Hof van Friesland van 8 Maart
1588 ten nadeele van liet Schippersgild te Harlingen. Ook
met de Franeker A^'eerschippers op Amsterdam lagen de
Harlingers Avel eens overhoop, zie Mr. A. T e ltin g , Register
van het Franeker Arcliief n° 268 (1589).
Een fraaie zilveren gegraveerde penning van dit gild
(groot 29) is in de Revue 1874 p. 39 n° 103 beschreven
(Harlingen pl. 3, of CXXII (12).
Voorzijde: Een naar de linker zijde zeilend beurt- of
veerschip met drie personen als bemanning (gelijk nog)
tusschen 16—27.
Keerzijde: Een Avapenschild, gedeeld; links de halve
Friesche dubbele arend en rechts drie boven elkander geplaatste
botten. Boven de helm en het lofwerk I. S. als
voorletters van den Finner.
Omschrift : * Iv rie n * S c h e lte s » p in n e r ‘ v a n t *
F e e rs c h e p p e rs g ilt.
Het Franeker Archief n° 920 (1645) en n° 977 (1649)
bevat een paar stukken betrekkelijk de Harlinger Binnen-
en A^eerschippers.
Schoenmakersgild. Hunne rekenboeken van 1749—1798
en 1768—1807 zijn nog aanwezig. De gilderol is den 20
Febr. 1750 geapprobeerd. Twee hunner gildepenningen.
* Finner = : medevinder ■wijst naar Harlingen. Het gild toeli werd bestuurd
door een Olderman, vier Vinders en drie Armvoogden, zie de Vrije Fries V,
blz. 353- 354. He keizerlijke Gildebrief van 8 Aug. 1543 is aldaar afgedrukt
blz. 356—359, later bekrachtigd door Philips 11.
in de familie D e G ro o t te Harlingen aanwezig, zijn beschreven
in de Bevue 1874 p. 40, n° 105, 106. Gids
blz. 97 (52—53).
a) Voorzijde: Een schoen met een zeer geprononceerde
hak (ten bewijze dat er niet nieuws onder de zon is, daar
deze geheel met de tegenwoordige hooghakkige dameslaarsjes
overeenkomt) in een krans.
Keerzijde : Pieter \ Jacobs. 1761.
Zilver, gegraveerd, (groot 30), Harlingen, pl. 3, of
CXXII (13).
b) Een dergelijke schoen; daarboven S. J. D. G(root)
in lofwerk).
Keerzijde : Sjoerd Jacobs | de Groot \ 1788 1 met loiAverk.
Harlingen, pl. 3, of CXXII (14).
Zilver, gegr. (groot 27). Eigendom van S. J. De G ro o t ‘,
(in 1867) Schoenmaker te Harlingen.
c) Voorzijde: Een Schoenmakers Averkplaats, Avaarin baas
en leerjongen aan den arbeid.
Keerzijde: Hendrik \ Cornelis | 1773.
Zilver, gegrav. (groot 25). A^erz. Looxm a Y pey, Harlingen
pl. 3 , of CXXII (15), Gids blz. 97 (54). H e n d rik C o rn e lis
komt niet voor op de lijst der LeeuAvarder Schoenmakers.
d) Voorzijde: Een schoen P. J.
Keerzijde: Pieter Jurjens, den 24 Februari 1783.
' Bo broeder of neef nam oen van aan, zooals men in Friesland zegt. P ie t e r
J a co b s 1761. Sjo e r d J a co b s d e G ro o t 1788.
1