Keerzijde: Een naam gegraveerd, zooals Gosiving(us) |
Bertrams. (A^'erz. Y an Ge l d e r ).
7. Meulenaars. De Gortmakers waren verplicht zieh in
dit gild te doen inschrijven. Op zon- en feestdagen mochten
zij, op boete van fA.— voor iedere overtreding, niet
malen. Hun gildehiiis in de Witmakers (Velbereiders)
straat werd in 1721 afgebroken.
Hun groote (35) geel koperen gegoten penning, volgens
P ereeau Eevue 1847, p. 344, pl. XV n° 6 , zie ook Revue
1858, p. 415, heeft:
Voorzijde: Een man in Spaansche kleederdracht (zijnde
St. Victor ‘ volgens den heer D um o u l in ) met de rechter
een standert-molen en met de linker hand het gevest
van zijn zwaard vasthoudende.
Keerzijde: Gegraveerd: N icolas | I a nsen 1771. Maastricht
pl. 1, of XCV (9).
8. Bakkers. Dit gild bevatte de gewone Bakkers, de
Bastei- en Koekbakkers en de Keuken- en Vloeye- Vla-
den?) bakkers. Heeds in 1380 en ook in 1392 komen zij
in een ongunstig daglicht in Maastricht voor, vermits men
hen toen moest gehieden, zes brooden uit een maat tarwe
te bakken. Tegen hun valsch gewicht wordt in 1392,
1438, 1440, 1446, 1480 en 1555 gewaakt. In 1446
^ Zie over dezen Heilige Mr. J. V a n L e n n e p , XJithangteekens II, blz. 121.
Hij was veroordeeld om door een molensteen verpletterd te worden, doch
deze brak midden door; daarop sloeg men hem het hoofd af. Het is om die
reden dat h j met een molen op de hand wordt afgebeeld.
wordt de verkoopprijs van hun brood en het gewicht daarvan
bepaald. Groot ongenoegen ontstaat daarover bij de
Bakkers. Uit weerwraak besluiten zij niet meer hun graan
op den stads molen {borgemeesters meulen) te doen malen.
Maar het baat hun niet (1450). Zij mögen geen zwijnen
houden zonder hoeder (1492); geen brood voor ’s middags
12 nur aan vreemdelingen verkoopen(!) (1524); geene grauen
op monster koopen ! (1539); geen stijfsel maken (15421
Zij moeten altijd (!) genoeg brood in voorraad voor de burgers
hebben: zoo niet, dan breekt men hunne ovens af!
(Natuurlijk werd er dan nog minder, of, als het allen trof,
in het geheel geen brood meer gebakken) (1566). Hun
naam en merk moest op het brood staan. Hevige oproeren
ontstaan in 1506 en 1648, omdat de Bakkers het oude
gebruik van het schenken aan hunne kalanten van de
keuningskoeken (koeken waarin de koningsboon zat) op
Drie koningen dag willen afschafi'en. In het laatstgenoemde
jaar worden de governeurs van het gild deswegen achter
de tralien gezet! In 1547 groote beweging, omdat de Bak-
ker van het kapittel van Onze Lieve Vrouwe te Maastricht
kleine broodjes, scheurmaulen genaamd, verkocht.
De stortingsom was /’67.— en sedert 1674 fSO.—.
De inkoopsommen liepen van f 2 5 0 .— tot fSOO.—.
Hun gegoten, geel koperen penning (groot 27) vertoont
(zie P e r r e a u pl. XV n° 7) Revue 1847, p. 348, Revue
1858, p. 412. Maastricht pl. 1, of XCV (10).
Voorzijde: St. Albert, hun patroon, staande met een
6*