i
oorsprong daarin had, dat de eersten hunne instelling aan
het gezag der burgers en de laatsten aan dat van den
raad verschuldigd waren.
Wapens en penningen der burgergilden.
1. Het Smedengilde bevatte de Grofsmeden, Sloten- , Roer-,
Spoor-, Messen-, Uurwerk- en Harnasmakers of Wapen-
slagers. Behalve St. Eligius hadden zij nog een patroon,
St. Johannes, Avaarschijnlijk vroeger de afzonderlijke patroon
van een, later, in het gild opgenomen onderdeel.
Hun schild vertoont een hoefijzer, voorhamer en slot,
boven een aambeeld geplaatst, daaronder leest men ;
E erste Gild e. (Zie F eith n° 1).
Hun geel koperen, gegraveerde penning (groot 31) vertoont
:
Voorzijde : St. Eligius, links gewend, met mijter en
staf, dragende in de rechter hand een Smids hamer, waar-
boven een kroon ‘. Vóór hem een aambeeld, waaronder
twee kruislings geplaatste nijptangen , daar boven:
Smits I Gilt.
Keerzijde : Soms glad (zie Revue 1858 p. 406).
' Op een gildebord der Smeden te Emden (Ostfriesisches Monatsblatt IV
1876. S. 299) leest men:
Men bouwt Huizen, Casteelen, Dorpen
Of eenige Fondementen,
De Smeden maken de eerste Instrumenten
Daarom mag het haar gebeuren
Dat zij do krone boven de Hamer voeren.
Op een ander exemplaar, afgebeeld Groningen, plaat I
of CXXX (1), (AYrz. Quintus), leest men: Stoffer\D e
Bode I Meester geivorden \ den 27 May | 1780.
Op een derde (Verz. van wijlen den heer J acob D. H esse-
LINIC te Groningen), doorboord om te dragen: Berent |
Zuydman | Meester geworden ¡ den 23 Maart | 1754.
Op een vierde (Verz. Mr. A. Quaestius te Dronrijp),
niet doorboord: Koens Woltlekker \ Meester geworden \ den
20 Juni \ 1769.
Op een vijfde (groot 33), (Stedelijk Museum te Groningen)
.• Hans I Pieters Menseboer \ Meester geworden \ den 14
October | 1784.
2. Bakkers. Hun patroon was St. Olbertus {Aubertus in
’s Hertogenbosch genaamd).
Hun schild vertoont (Feith n° 2) een Bakker in zijne
bakkerij met zijn leerjongen deeg wegende. Geen gildepenning
van hen is ons immer voorgekomen. Een dik
zilveren, als schoonschrift, fraai gegraveerd penningje
(groot 26), met, in krulietters, op de Voor- en Keerzijde
doorloopend:
Baetsman M’’. D. Schinkel ] Oldermann (van) Backersgild,
die ons in den boedel van wijlen Mr. AV. AV. B uma voorkwam,
kan niet aan Groningen worden toegekend, omdat
die stad geene Raadsmannen bezat.
3. De Schröders of Kleermakers. Zij hadden St. .Jacobus
tot patroon. Hun schild van keel vertoont een geopende,
gekroonde, zilveren schaar. (Fe ith n° 3.)