BREDA. 49
later niet vermögend waren en geen invloed op het stads-
bestimr hadden.
AYij deelen die mede welke wij vonden.
Bakkers.
Voorzijde : Het gekroonde wapen van Breda van keel
met drie zilveren St. Andrieskruisen op een veld (Y kn
Goob t. a. p. blz. 13, 46 en 59), daar onder twee kruiselings
geplaatste brooduithaalders en n° 23, 35 enz.
Keerzijde: Glad: rood koper, gegraveerd {„en forme de
cone arrondi,'^ zooals P er r ea u in de Revue 1858, p. 394,
zegt). Rotterdamsch HS. pl. LY (1). Zie pl. XCIY n° 1.
Branders ? Distillateurs ?
Voorzijde: W apen van B red a; daar boven B r e d a , ter
w ederzijden verschillende Ornamenten.
Keerzijde : H a v e r — m ans. Lood, ovaal. P e b r ê a u be-
schrijft in de Bevue 1858 p. 394 alzoo dezen leelijken,
looden, ovalen, gegoten penning, groot 29—26
Metselaars ?
Voorzijde: Wapen van Breda, op het veld ingestem-
peld, daar onder 3.
2 Waarom hij (hoewel met een ?) dit stuk aan do Distillateurs toekent,
hlijkt niet. Op een ander exemplaar in mijn bezit is B k e d a niet lees-
baar, doordien er over been is gestempeld; G|H|VERMAS. Op de Keerzijde ia
de losgestempelde S van het H a t e k m a n s (bij P e r r e a u ) nog zichtbaar, maar
overigens (zeer flauw ingegrift) vervangen door KLA(S)ENS. (Zie pl. XCIV(2).
Op een derde exemplaar, in het bezit van J h r . A l b e r i c V a n d e n B o g a e r u e
te Moergestel, ieest men op de Keerzijde van den rand B. v a n d e n B o r g h t.
Keerzijde: A P. Lood, rond. P e b b e a u 1. 1. p. 494 ‘.
Kleermakers. Gekroonde, geopende schaar: ter weder-
zijden het wapenschild van Breda en B R , daaronder 16.
Keerzijde: Glad. Lood. Ovaalh Ygl. pl. XCIY (3).
Xog kent men aan Breda toe {Bevue 1859, p. 97
n° 90) een geel koperen gegraveerden Schoenmakersgilde
penning (groot 25).
Voorzijde: Een gekroonde els en een Schoenmakers mes.
Keerzijde: 17. pl. XCIY (4). Bij Jhr. A. Y an D en
B o g a e e d b , met n° 42.
In de verzameling van dezen numismaticus worden nog
de volgende Bredasche looden penningjes gevonden : '
1) Voor- of wellicht Keerzijde: Het wapenschild van
Breda.
Keerzijde of wellicht Voorzijde: Het wapenschild van
Holland? tusschen 15—75. Groot 16. Lood. Pl. XCIY (7).
2) Voorzijde: Wapenschild van Breda.
Keerzijde: Een man, ridder of krijgsman, houdende in
de rechter hand een niet herkenbaar wapenschildje, en in de
linker een Wevers spoel. Groot 16. Lood. Pl. XCIY (8).
3) Ovaal penningje. Eenzijdig. Een geopende schaar,
' Ook deze aanwijzing is met een ? voorzien. Het nietig penningje bij mij
heeft 2. Keerzijde glad. Grootte 17. Pl. XCVI (5) en (6).
2 Bij mij, gegoten rond, grootte 18 (alleen met B door de doorhoring) op
den rand. Keerzijde 22.
3 Welwillend verstrekt door tusschenkomst van Jhr. M. A. Sn o e c k te
’s Hertogenbosch.
11 i