MAASTRICHT.
Reeds in het jaar 1847 plaatste de heer A. P erreau
in de Bevue de la Numismatique Belge eene belangrijke
monographie over de gilden van Maastricht en de gildepenningen
dier vereenigingen. Het spreekt van zelf, dat wij
dit 69 bladz. beslaande stuk hier niet in zijn geheel kunnen
mededeelen. Een kort uittreksel daaruit moge volstaan
en tot inleiding voor de behandeling der gildepenningen
dier stad dienen.
' Den heere F. J. L. Ddmoulin, Notaris te Maastricht, zij hier mijne
warme erkentelijkheid hetuigd voor hewezen hulp.
3 Recherches sur les corporations des métiers de la ville de Maestricht et
sur leurs méreaux, Revue 1847, p. 308—368, pl. XIV—X V II, n” 1 16.
In de Revue 1858 klom dit zestiental (hoewel niet in afheelding) tot 23,
beschreven p. 411—416.
De in de Revue 1874 p. 50 vermelde, als in den Catalogus D e J o n g h e
in» 3960) aan Maastricht, en daarentegen in de Revue 1859 (p. 121 n» 162)
onder de Middelburger opgenomen , niet Stoelenmalcers, maar Tiinincnnans-
gildepenning, behoort te Rotterdam te huis. Zie Rotterdam.