Landvereins. Oldenburg 1875/76 S. 9): Wenn Bauer Bier
gedrunken wierd Friede dabei geboten, dasz sie friedlich aus
dem Hause gehen sollen, Aver aber darüber that und mehr Bier
verguszt als man mit einem Fusz bedecken kann, musz das Fasz
wieder füllen.
13. Dl. I , blz. 154. Glazemakers gildepenningen. Afgebeeld
pl. CXXXI (b). bestaat ook met den naam J a c o b G a s t (Verz.
M a s c h h a u p t) .
14. Dl. I , blz. 157 c) lees; Deught.
15. „ I , „ 163 reg. 6 au b. lees: busmeesters.
16. , I, , Enkhuizer brandspuitpenningen. (Verz. M a s c h h
a u p t.)
a. Beschreven t. a. p ., afgebeeld pl. CXXXII c). Met wapen.
h. Zonder A v a p e n , A Aanvoerder. 7Ae p l . CXXXII d).
c. A en B , Aan de Bak.
d. A en B. , Zuigpomp.
e. B., Aanvoerder.
f. A., A an de pijp.
Haarlem.
17. Dl. I, blz. 179—180. St. Lucas- of Schildersgüd, aldaar
in 1631. Mededeeling van den Adj. Archivaris van Haarlem,
den heer C. J . G o n n e t , in het A rchief voor Nederlandsche
Kunstgeschiedenis, verzameld door Fk. I). 0. O b b e e n , R otterdam ,
1877/78, blz. 228—234. Behalve de voorafspraak vindt men
daarin het Request van 22 .Tan. 1632 van de schilders P i e t e b
nE M o e ijn e. s. Deken, Vinders en de voornaam.ste Gildebroeders
van het St. Lucas- of Schildersgilde te Haarlem aan Burgemeesteren
dier stad. De ordonnantie of keure onder den gewoonen gildebroederen
er van (1631). Blazoenen van de 18 bedrijven, behoorende
tot dat gild, anno 1635, naarde oorspronkelijke ontwerpen,
hoogst waarschijnlijk van de hand van S a lo m o n d e Bkay, thans
in het archief der gemeente Haarlem, zijn afgebeeld op 9 platen.
Vgl. Dl. I , hlz. 180.
Delft.
18. Dl. I,hlz. 213 en 458. Delftsch Aardewerk, door den heer J o o s t
’t H o o f t , in Eigen H aard, 1878, n° 10, blz. 398 400, 406 408,
413__415. Aldaar is sprake van oud Delftsch aardewerk met de
voorstellingen van den gever en den drager; blz. 413 is de oude
T u l k (de Teekenaar) vermeld.
19. Dl. II, hlz. 379 , n° 63o. Is inderdaad een Rederijkerspenmng
van Delft, van de Kamer, onder de zinspreuk: W ij rapen geneugt:
van daar de raap op den penning.
Dordrecht.
20. Dl. I . blz. 206, n° 30. St. Lucasgild.
Door den heer S. De Savakt, te Dordrecht, werden in \mi A rchief
voornoemd (zie n° 17) Dl. I , hlz. 1 8 1 -2 2 0 , medegedeeld de
namen van alle personen, die van 1580 tot 1649 in het Gild van
de vijf neringen of van St. Lucas Averden opgenomen. Bij deD l. I,
blz. 206 , n° 30 opgenoemden zijn nog de Glasscliüders te voegen.
H et A rchief deelt t. a. p. mede, dat men somtijds daaronder
ook Goudsmeden, Schrijnwerkers e. a. aantrof en vermeldt ook
de scheiding van 1642. Door de Schilders Averd toen eeue simpele
confrérie gesticht.