Gilt (19), Kleermakers Ampt (52), Silversmits Ampt (6),
Schoenmakers Ampt (35), Metselaars Ampt (13), waar
onder 2 Leydeckers, Glazemakers Ampt (13), Wijnkoopers
Gild (1:3), Smits Ampt (31), waaronder de Stadtssmid,
Timmerluyden Ampt (43), Backers Gilt (57), Wevers
Ampt (22), Colleyie der Chirurgijns ( H ) , ‘ Passement-
Werkers Ampt (9), Tappers Gilt (69), Voerluyden Gilt
(64), waaronder een met den titel van SchoUus van Wagens
en een ander met dien van den Doctor, Sakkendragers
Gilt (42).
De Steenhouwers zullen wel onder de Metselaars begrepen
zijn. In de verzameling op het stadhuis te Nijmegen
is een gildepenning van 1769.
Voorzijde: Een gekroonde hamer.
Keer zij de: Anno 1769
Den 20 October
Johann. Diedr. Beuker M’’ St(eenhouwer)
Wij durven dien niet aan Nijmegen bepaald toekennen,
ook omdat {Beschr. blz. 145, n “ 6) het daarop volgende
nummer n° 7 Revue 1874, p. 61 n “ 177 de bekende
Coomansgüde gildepenning van Dordrecht van 1745 is.
lets anders is het met een geel koperen, gegraveerden
penning, in de Bevue 1874, p. 61 n° 178 beschreven,
daar deze in Nijmegen is gevonden.
1 E en ko peren Stempel van d it Collegium CUrurgicum is in de Yerz.
blz, 151 (23).
Voorzijde: Een schoen, daar boven een kroon, waarvan
twee Unten, in kwasten eindigende, afdalen.
Keerzijde: Gerryt van
Rossum
de 9 April
1774
Grootte 36. Verz. van wijlen W. J. De V oogt te Amsterdam.
Dat men die penningen te Nijmegen vondt, is echter
geen afdoend bewijs dat zij daar te huis behooren; beiden
hebben ook den Amsterdamschen type.
Op de Tentoonstelling van Arti (1858) n° 252 was
ook een kan van eene Nijmeegsche Begrafenisvereeniging
met een zeer droefgeestig opschrift. Bevue 1874, p. 167.
Over het politieke Nijmeegsche St. Nicolaas G ild,
1424—1597, zie men A. A a r s e n in den Geldersche
Volksalmanak van 1874, blz. 40—51. ’
1) P. N i j h o f f , Inventaris blz. 36, 1434, 10 Febr. „De meesteren van
„St. Nikolaas gilde zullen voortaan éenen uit den raad kiezen, die den der-
„den sloetel van der leisten daar onser stat segel in leeylit, hebben sal.“
Vgl. blz. 46 (1454), blz. 53 (1471), blz, 67 (1531), blz, 81 (1515—1559),
A r k s t e e blz. 226, en den aanlief van het Verbaal van H geen dat over het
aanstellen ende suppleren van het behoorlik getal der Gemeensluiden in N ijmegen
in A pril—Juni dezesjaars 1702 is voorgevallen en gepasseert, blz. 1.
Ook in h..'- -buitenland trok dit de aandacht. L a v a l e y e meldt in de Revue
des deux mondes, 1874, 15 Août, p. 889. „Nimègue présentait un regime
„démocratique. Les gilden ou métiers intervenaient directement dans l’admi-
„nistration. Les 24 membres du grand-conseil, (het inagistraet) étaient nom