i ,Si
hun patroon, maar de ondste Goudsmeden in Maastricht
konden zieh niet herinneren (1847), dat Imnne voorouders
immer gildepenningen gehad hadden, iets waartoe het gering
aantal Goudsmeden ook aanleiding gaf.
2. Grofsmeden. Dit gild bevatte de Hoefsmeden, Sloten-
makers, Wapensmeden, Messen- en Sporenmakers en de
Blikslagers. Zij mochten alleen in zijstraten (ook om brand-
gevaar te verminderen) wonen. Aan het derde deel van het
door den graaf D e R e n e s s b B r e i d b a c h nagelaten werk ;
Mes Loisirs {Anvers 1836, n° 29726 en n° 35305) ont-
leende P e r r e a u {Revue 1847, p. 338 en de R ew el859,
p. 415) twee penningen van dit gild, die men beiden aan
Maastricht toekende.
X° 29726. Voorzijde: St. Eligius, staande, met den
hamer ‘ in de uitgestrekte rechter hand en den bisschopsstaf
in de linker.
ST E l i g i v s X P a t r o e - ( i î ) v a n x t x s m e d e n a m b ( a c h t )
Maastricht (Plaat I, of XCV (1).
Keerzijde: Gegraveerd: I . H e n n i s ."
De tweede penning van R e n e s s e n° 35305 en P e r r e a u
1. 1. p. 338.
' Zijn beeid, met den Thor of donderhamer in de hand, verving vermoede-
Ijjk, bij de invoering van het Christendom, dat van Thor, -wiens symbool
ook een Y was. J. V a » L e n n b p , üithangteehens II. blz. 105.
3 Een ander exemplaar (door ons afgebeeld) hij den heer Not. F. J. L. D u m
o u l in te Maastricht, hoeft onder een kroon L ey o n a e b d v s | H y b e r t t s I
V e k m e ir e n 11737. Zie Maastricht pl. I , of XCV (1).
Voorzijde: Aambeeld: S’’ E l o i s G i l d e n x A°
1623.
Keerzijde : Een hamer en kruik is t. a. p. geheel mis-
plaatst, als zijnde van Delft, waar de gietvorm er van
nog aanwezig is, gelijk wij bij Belft reeds vermeld
hebben.
3. Schoenmakers. Hun aantal was groot. Zij mochten
uitsluitend schoenen, laarzen en pantofîels in de stad ver-
koopen, des donderdags uitgezonderd, wanneer vreemde
Schoenmakers alleen hunne waren mochten veilen. De
militaire Schoenmakers mochten niet voor de burgers werken.
De inkoopskosten in het gild (f 44.—) werden in 1697
tot f8 0 .— verhoogd; toen een aanzienlijke som voor den
armen Schoenmaker! In 1566 ( P e r r e a u p. 322) eischten
zij , dat èn hervormde èn katbolieke predikers openlijk zouden
redetwisten, om te kunnen beoordeelen wie gelijk
had. Alsof zulke disputen immer heslissingen hebben aan-
gebracht !
P e r r e a u beschrijft {Revue 1859, p. 339) zeer kort
hun gildepenning, waarvan wij ook de afheelding bij bem,
evenals van den laatst vorigen penning ontbrekende , kunnen
mededeelen.
Voorzijde: De twee beschermheiligen St. Crispinus en
St. Crispinianus. De eerste met een schoen of leest in de
uitgestrekte linker hand, de andere met een zwaard, ge-
stoken door een rad in de neergestrekte rechter hand.
Tusschen hen, omhoog, een gespoorde en gekroonde laars.