gilden van Maastricht. Oudtijds diende (even als in ’s Gravenhage)
een gedeelte van den grond, nu door de ge-
uieente beslagen, daarin begrepen en bebouwd, tot hun
bedrijf, waarvan de namen Baamstraat en Vlcmingstraat
nog getuigen. Hoewel reeds talrijk in de dertiende eeuw,
verkregen zij eerst in 1448 het recht van governeurs (Dekens)
te benoemen, en werd toen de intree in het gild
op 8 goudguldens bepaald. Hunne twisten met de Lakenwevers
enz. tot 1525 deelt P e r r e a ü (Eevue 1847, p.
360—361) mede. Het beleg van 1579 en de daarop ge-
volgde verwoesting der stad, knakten het lakenweven zoo-
danig, dat het zieh later nooit weder aldaar tot bloei ver-
hief, niettegenstaande al de voorrechten die de regeering
der stad aan de Maastrichtsche Lakenwevers in 1595,
1620, 1696 enz. verleende, en de pogingen die men
(1649) aanwendde om vreemden aldaar te lokken. P e r e
e a u deelt. dat beknopt mede (Revue 1847, p. 362—364).
Hij dwaalt, wanneer hij St. Genoveva tot hunne patrones
maakt, hun den penning der Linnenwevers, boven
omschreven (Revue 1858, p. 414) toekent, en aid. p.
416 St. Severinus tot patroon der Linnenwevers maakt.
Het was juist omgekeerd het geval. Dat blijkt (zoo deelde
ons de heer D u m o u lin mede) uit verscheidene stukken
in het gemeente-archief te Maastricht aanwezig, onder
anderen uit een van het jaar 1439, voorkomende
in een artikel van den heer H. P . E v e r t s e n , gemeente-
archivaris aldaar, getiteld: „de Maastrichtsche Rederijlcers-
Icamers", opgenomen in de Publications de la Société H istorique
et Artistique du duché de Limbourg (Tome YIII)
1871, p. 303—332. Hun koperen penning, groot (33),
afgebeeld in de Revue 1847, pl. X Y I n° 9 (ald. p. 353
en Revue 1858, p. 416 beschreven) en Maastricht pl. 3,
of XCYII (23), vertoont :
Voorzijde: Volgens het omschrift: S a n c t v s S e v e r u s * , gemijterd,
gezeten, houdende in de rechter hand den bisschopsstaf
en in de linker een lange (geen korte) Wevers spoel.
Keerzijde: L b o n a r h 1 ia c o b u s | w i j n a n t s 1 1771. Deze
penning is ons ook van geel koper, gegoten, maar kleiner
(27) en als draagpenning doorboord, zonder omschrift
voorgekomen (Verz. van mr. A. Q u a e s t i u s ) . Keerzijde alleen
4. (Begrafenispenning). Maastricht pl. 3 of XCVII (24).
22. Brouwers. Dit zeer in aanzien zijnde gild had
St. Arnoldus tot beschermheilige. Op sommige overtredingen
van hun in 1580 vernieuwd règlement, stond de boete
van eene bedevaart naar den St. .Jacob van Compostella ;
geene kleinigheid in die dagen!
De Brouwers mochten alleen het bier, dat men gewoonlijk
in de stad dronk, maken. Indien zij vreemde bieren
(die niet ingevoerd mochten worden !) wilden namaken,
was daartoe de vergunning van Burgemeesteren noodig.
Alleen goedgekeurde " en gedurende acht dagen belegen
^ Hy was te Gent de patroon der Metselaars. J. V a n L e n n e p , Xjithangtee-
Tcens II, blz. 120.
' In 1603 vond een Brouwer een nieuwe manier uit om den expert te be-
II