A^oorzeker zijn daar reeds AToeg gilden geAveest, maar
de bescheiden van het aloude StaA'eren zÿn reddeloos A'er-
loren gegaan, en van geene stad in ons vaderland dan van
deze, zou het moeielijker zijn de geschiedenis tereconst.ru-
eeren. Hier en daar zÿn eenige berichten te vinden in char-
terboek enin stukken in Hollandscbe, Overÿsselsche en bui-
tenlandsche Archieven aanAvezig. H e n d r ik S o e t e boom gaf
Avelinhet tweede deel (Âmst. 1702) van zijn Oudheden van
Zaanland, Stavoren, Vronen- en Waterland, eene nieuwe
overziene en verbeterde uitgave van zijn Op- en Nederganck
van Stavoren (199 blz.), reeds 19 Mei 1647 opgedragen
aan het bestuur dier stad (32 blz.), maar gebruikte daarbij
niet de toen nog voorhanden bescheiden. ‘
Een enkel bewijs A'an de hooge oudheid der gilden in
Staveren kan men nog in Frieslands kabinet van Oudheden
aanschoiiAven. Het is een half cirkelvormige drinkhoren
van 68 Nederl. duimen lengte, met een bewerkten zilveren
rand, waarop met Gothische letters of monnikenschrift
het volgende te lezen staat;
fies Graven van Oostervant. S c h w a e t z e n b e i i g , I blz. 300; ald. blz. 315 (1400)
Eene tapster, 14 dagen vrij van accyns; blz. 329 (1401). Voorrecliteii : die
w age, die maten aan Staveren gegeven.
‘ De overlevering zogt dat lekkagies in bot stadslmis de charters, ook die
op perkament geschreven, zoodanig vernield hadden , dat mon zo bij hoopen over
de païen van den dijk in zee heeft geworpen. Do burgemeester, die dit bo-
werkstelligd zou hebben, wordt zelfs met name genoemd en stierf in deze
eeuw als Provenier in het St. Anthony gasthuis te Leeuwarden.
D SSSR I7 SBBGU D O Sn UlTi-YßO. DS BRODSRS
VA s in m s K u rn o R is g il d s m c c c x c v ii.
Daaronder is een zilveren plaat, waarop men St. Petrus,
staande, ziet, kenbaar aan den grooten sleutel des
hemels, dien hij in zijne rechter hand draagt, en St. A ntonius,
biddende met opgeheven handen, op eene hoogte
(het roode klif?) gezeten, kenbaar aan het varken, dat
tegen het duin (waarop de helmplanten zichtbaar zijn) opklimt.
Een vliegende vogel brengt den Heilige een brood
aan. Op den achtergrond ziet men boomen (de bosschen
van Gaasterland). Rechts een groot gebonw, kennelijk
aan een toren en een daaraan grenzende kerk of klooster
(St. OdM/fasldooster bij Staveren?), blijkbaar aan den daarboven
geplaatsten klokken-koepel of toren. Op het dak staat
nog een vooi-Averp, een boom; een teeken, dat men in
tijden van nood in Friesland uit de gebouAven, b. v.
stinsen die belegerd werden, stak. De voorstelling zal aantoonen
hoe St. Antonius, in nood, wonderdadig gespijzigd
loerd en hoe St. Petrus hem daarin hijstond of hem voor
zijne verdnikking de hemelpoort als belooning ontsloot.
Lager op den horen ligt nog een zilveren lint met de
woorden; LAVTS of LA VDS AIFPODII, waar achter
men nog een letter M heeft bijgekrast om er van te maken
Äntoniicm. (Zie Vrije Fries V blz. 360, alwaar bij blz.
351 de afbeelding van den rand en de figuren). Gids
blz. 250 (62).