‘TCf»
■I
tegen de Yerkrachting daarvan verzette, en in den nacht
van 13 December 1416 heimelijk met zijn Amlk ZavoIIg
deed bezetten. Het honderd inaal aanslaan der klok was het
sein voor de krijgslieden om zieh op de Groote markt
vaardig te houden. Men overviel eene talrijke vergadering
op het Gildehuis, waar men, op niets verdacht, zieh vroolijk
maakte. „Men nam“ (zegt V a n H a tt em I, blz. 300)
„de dronkene gildebroeders en hunne aanhangers gevan-
„gen, en trok naar de groote markt terug. Hier vonden
„dese beroerte makers verscheiden beulen, met eenige
„priesters verselt, die hen vermaanden hunne sonde met
„een rouwig harte te belijden, voor en aleer sy de be-
„raamde straffe ontfingen; dog, het welk beklagelyk is,
„waertoe de meeste wegens den clronkenschap onbekwaam
„Avaren. Men gaf lien den tijd niet om nngteren te wor-
„den: Avant sy moesten aanstonds op hunne knyen vollen
„en icier den edlen, het sy gebiecht hadden of niet, door
„den scherpregter onthoofd“ !! Zij, die, tijdens het gildehuis
reeds omcingeld aa^ s , er uit waren getreden, werden van
hunne bedden geligt, naar de markt geleid, en ondergin-
gen hetzelfde lot. Het aantal onthoofden in dezen nacht en
op volgende dagen A\mrdt op 103 of 104 begroot! ‘
V a n H a t t e ji t. a. p. I , blz. 302, die zeer hard in
zijne oordeelvelling over deze gildebew eging is, betw ijfelt
‘ Zeyne TJsebrantzsoin dor averstc van den Iiandel, die do gilden bynnen
Zwolle tegens den raidt gedain liebben. Overips. Ahm nak \8 5 i, blz. 125 (2).
echter het zeggen van W i l l e m N a g g e , dat „sonder
forme van Procès de kop afgehouwen is ,“ met andere
Worden, dat er moord gepleegd is. Onder de gevange-
nen, die gespaard waren, troffen wij William Tolleken die
Holfslager (Hoefsmid), Arent StiUegangmaker (Muilenraa-
ker) en Dirk die Scheerre (Droogscheerder) aan. Zij wier-
den gebannen des vrijdags na Sinte Luciendach, 1416.
Onder de inzenders van eene klacht bij M a r t i n u s , den
Bisschop van Munster, in 1418, was een Willem Pot-
ghieter. In den Overijss. Almanak 1854 worden (blz. 133
en 141), in eene Oervede van 1416 vermeld; Gheert die
vleyschhouwer Johanssoon, WoUer van Beerde die potghie-
ter ende Johan van den Beerne die lynewever ; blz. 138 in
eene andere; Johan Coenratssoon de Seemsmaker; blz. 141
komt voor Johan Smyt ; blz. 143 Kersteken Johanssoon
de Cremer, Johan Spoormaker , Johan van K uik gebieten
Kukeman {Koekeman?) ; blz. 144 Albert Smyt van Gram-
bergen; blz. 145 Boelof Kerstiken cremerssoon, Lubbert
Johan Smeedssoon, Wineken Goltsmit, Johan Vrye die
Scheerre, Johan Johanssoon de cremer. Wel poogden de
ballingen in 1420 en 1422 zieh weder meester van Zwolle
en daardoor van de regeering aldaar te maken, maar deze
aanslagen mislukten. De staatkundige macht der gilden te
Zwolle was voor altijd gebroken. '
1 E on strijd tussclien dem ocratic en a risto c ratie, noem t M o lh u y s e s dit
trcu rsp el in zÿn stu k De Gilden te Zwolle (1 4 1 3 - 1 4 1 6 ) , gesch reven n aar