Zeker verviiig deze fraaie penning een veel eenvondi-
ger van rood koper, doorboord, gegrav. (groot 29). Gids
blz. 99 (102), (nu in Verz. Fr. Gen.,) vertoonende;
Voorzijde: Een recht opstaande speld tusschen 16|93 en
Keerzijde: Omgeven door den bladerenkrans der LeeuAvarder
gildepenningen van dien tijd (pl. CXI (9) en
CXII (11) (Voorzijde) de naam van Marten \ Hartmans
1741. 1 LeeuAvarden pl. 9 of CXIX (52).
Koffieschenkers.
Voorzijde: Een koffiekraankan op drie pooten, tusschen
17 — 73.
Keerzijde: A (en daarop volgt eene afbeelding Amn een
BOK) Ben ik geheten | menig is en bok j en wilt niet | weeten.
Leeuwarden pl. 4 of CXIV (24).
Geel koper, gegrav., groot (30). Revue 1874, p. 47,
n° 124. Zie over b o k de Navorscher, 1874, blz. 550.
Korfmakersgdd. Hunne ordonnantie is van 26 Febr. 1 669.
He nieuwe gilderol werd 13 Juni 1749 gearresteerd, 20
Aug. 1749 geapprobeerd. en 27 Septb. 1749 gepubliceerd.
De proef was een wieg met een dicht hoofd. Entree
) f2 0 . en /■ 30.—. Men moest werken op eigen
Winkel, doch als het vroor en koud was, konden de knechts
ook in hun eigen huis arbeiden. Alleen Wannen mochten
ingevoerd worden.
De boete was soms een oord Rijs. Buiten de Hoek-
sterpoort had men een polle met sloot, om het rijs te
bergen en te weeken, met een poort er voor.
Kooplieden en Winkeliers.
Na rekest in 1758 van J. Bosch, J. Pröbsting en J.
Molenaar, als gecommitteerden van kooplieden, verzoe-
kende om op de wijze zoo als dat in Groningen geschied
is, op den handel te Leeuwarden orde te stellen,
werden den 10 April 1759 de gilde-artikelen voor de
kooplieden aldaar gepubliceerd. In dit gild waren alleen
begrepen de winkeliers en kooplieden in zijden-, wollen-,
kemelshaar- en vlaswaren ; die in galanteriën, Neurenbur-
ger waren, drink- of pronkglazen, porcelein, Engelsch en
Delftsch aardewerk, uitlandsche matten en Spiegels. De
joodsche winkeliers mochten met hun handel voortgaan, maar
moesten jaarlijks, bij accoord, iets betalen aan het gild.
Geene nieuwe joden-winkeliers, tenzij zonen-opvolgers, werden
toegelaten. Strenge bepalingen tegen de buitenkooplieden.
Entreegelden /2 1 —5 St., f 4 2 -1 0 St., / 85. '
Een geel koperen, groot 29, gegrav. penning (Verz.
Q u in t u s ) vertoont:
Voorzijde : Een copy van het zegel van den bezitter
van den penning slaafs nagevolgd, zoodat de halve
Friesche arend ter rechter zijde staat (!), links in het veld
(ongedeeld) (!) drie klavers en een schenkketel met tuit
en hengsel. Uit den heim rijst een man op. Onderaan;
1762.
1 Zie Koopmans Gilde Articulen hinnen Leeuwarden. Leeuwarden bij H.
A. De Ch a lm o t on Compagnie, Boekverkopers bij de A^ismarkt. 11 blz. 4".
16*