In de Bevue 1858 p. 4 0 6, wordt hun geel koperen,
gegraveerde penning, aldus beschreven:
Voorzijde: Een schaar, 16—66.
Keerzijde: H ecke | L ajlmers | Groenevelt | 1756.
(Stedelijk Museum te Groningen.)
Een ander in lood, gegoten (groot 25), doorboord, heeft;
Voorzyde: Als boven.
Keerzijde: IAN j IANSEN 1 1711. (Verz. Quintus te
Groningen).
Een derde, Voorzijde: Als boven.
Keerzijde: Martina'S ] B odron ] 1762.
Een vierde, geel koper, gegraveerd (groot 29), zie Groningen,
pl. I of CXXX (2). (Verz. van Jhr. J. E. H ooft Van
I ddekinge te ’s Gravenhage) heeft
Voorzijde: De schaar tusschen 16—66 en
Keerzijde: H indr ik | V r iese | 1775.
Een vijfde, geel koper, doorboord (groot 30),
Voorzijde: Schaar.
Keerzijde: J an | Garmens | 1774. (Verzameling van den
Luit.-Kolonel Malliet te Brussel.)
Een zesde, van lood, heeft op de
Keerzijde: M. j Muller | 1794.
Over de twisten der Kleermakers met de Wollennaai-
sters en hunne strenge bepalingen, zie W u n n e , t. a. p.
blz. 21—22.
4. Kremers. „Later,“ zegt W un n e (wiens rangschik-
king, blz. 21—29 wij echter niet volgen, maar wel die
der platen), „geAvorden het Kooqmtans- en Kramersgdde,
„onder de bescherming van SS. Martinus en Maria."
Schedemakers, Borduurwerkers, Passementwerkers , Boekverkoopers
en Drukkers, Apothekers en Drogisten waren er
onder begrepen, terwijl het gild in Schaal- en Elle-kremers
verdeeld was. H un schild was dan ook in tAvee deelen ge-
splitst. L in k s, boven; een hand een weegschaal houdende,
daaronder: een vijzel met stam per; rechts: een e l, staande
tegen een stapel manufacturen (?); op den achtergrond: een
steile berg of rots (Fe it h n° 4).
5. Kanne- of Tinnegieters en Zadehnakers. Patroon
St. Eligius. Het schild in twee deelen gesplitst, vertoont,
boven: een links gewende tinnen tuitkan op een veld
van keel, en beneden: een zadel (Fe it h n° 5.).
6. Glazenmakers en Ververs of Malers. Het wapen gesplitst
in twee deelen; boven: drie ruiten van zilver op
een veld van keel; beneden; zoo het schijnt, de drie St.
Liicas-schilden van zilver op een veld van keel. St. Eligius
en St. Lucas waren de patronen. Over hunne proeven zie
W u n n e blz. 22. (F e ith n° 6.)
7. Kastenmakers. Hun schild bevat, links: een openstaande
kast (?) met snijwerk, op een gehalveerd veld A'an keel en
zilver, en rechts: twee kruislings geplaatste schoppen.
(Fe ith n° 7.)
8. Hoepenbinders of Kuipers. In hun gedeeld wapen,
links: eeu Kuiper bij een v at; rechts van keel, een hamer
boven een boor geplaatst (F eith n° 8.). Deze drie laatste