Keerzijde: Alleen het jaartal 1664 en een gildenummer
(69). ’s Hertogenbosch pl. 8, of XCI (30). H eu ssn er ,
n° 2827—2832, 6 stuks. P e r r b a u , Revue, 1858 p. 393,
keilt dien aan de Timmerlieden toe, maar Cat. Noord Brab.
Gew. blz. 116, n° 11, te recht aan het Vier ambachten gild:
De penning aldaar, Voorzijde = n° 30. Keerzijde (Zie
afb. (31) heeft 1664 — 32 — en C — M , gescheiden
door het Bossche boompje. Een ander (32) heeft het nummer
68 en F. v. G. Eenvierde, fraai gegraveerd, heeft P. V an
DER Mehlen. Drie anderen, in de verzameling van Jhr. M.
A. Snoeck, hebben a) 1664 en 36. h) geen jaartal en 41
en c) zonder jaartal, W. Marsman, de laatste veel jonger
dan de beide anderen. '
De grootte varieert van 31, 32, 34, 36 tot 41.
Hun geel koperen zegel (groot 38), (zie de afteekening
’s Hertogenbosch pl. 8, of XCI (33), vertoont het gevierendeeld
reeds beschreven wapen, met het omschrift:
B y HE DEKENS ’«’ EN * GESWORENEN * \ * DESE *
AMBACHTEN. {Revue 1874, p. 27 n° 57).
De Timmerlieden, Metselaars, Loodgieters (leidekkers),
’ Het N. Brab. Gen. bezit onder Cat. I I , n« 33, 335—336, 394, 395,
404, 533 en 550 een aantal stukken van dit gild van 1618—1179. De Caerte
van dit gild van 3 Jan. 1679, 28 blz. f“ , is in HSS. bij Jhr. M. A. Sn o e c k .
Bij het Noord Brab. Gen. n" 31 als boven: Gildehrief van 1378. (n" 65.)
Keur Schrijnwerkers gild van 1422. (n“ 72.) Keur Ambachts gild van 1428.
(n° 317.) Vier ambachten. Handhaving van oude voorrechten, 13 Octh 1584.
(u“ 207). Overeenkomst 8 April 1750 enz. Hun laatste règlement is van 21
Aug. 1805, 4" druk. 32 blz.
Steenhouwers en Straatmakers ‘ hadden gemeenschappe-
lijke penningen van geel koper, ovaal 35/25 , of wat kleiner
of grooter gegraveerd en daardoor nog al vele Varianten op-
leverende. In de Bevue 1859, p. 95, n° 85 wordt beschreven :
1) Voorzijde: Een winkelhaak, bijl, truweel of troffel,
Loodgieters- en Steenhouwers hamers, vereenigd als trofee.
Keerzijde: P. Carolus | Mayer [ 17)66. Zie ’s Hertogenbosch
pl. 9 , of XCII (34).
2) Voorzijde: als n° 1 en de volgende.
Keerzijde: J oh a |nnes T r im |bos ' 1776.
3) Keerzijde: A. van Selst. (Yerz. Jhr. M. A. Snoeck).
4) Keerzijde: L. Moonen. Zie pl. 9 (35).
5) Keerzijde: G. D. | Doop | e (r) 16 Ibris | 1784 en
omschrift: Timmerman in ’s Bosch. Zie pl. 9 (36).
6) Keerzijde: In het midden een gekroonde zon, daaronder
palmtakken, en op het lint Gradus van Zon 1791.
Zie pl. 9 (37).
7) Keerzijde: F rans | van [ Gulick | 1805 “ Zie pl. 9 (38).
Jhr. M. A. Snoeck bezit eene MSS. Caerte (38 blz. in
48 Art.) van de Timmerluijden, Metselaars ende Leydek-
kers, Steenhouwers en Straetmaekers ambaghten van 16
* Het altaar van St. Hieronymus, St. Bernardus, de Vier gelcroonden en
St. Joseph werd door do Bouwmeesters, Timmerlieden, Metselaars, Steen-
houAvers, en Plaveers (straatmakers) gesticht.
^ Cat. N. Brah. Gen. hlz. IIG , n" 9. Revue 1874, p. 26—27, n^ 52).
Bos " 's Hertogenhosch?
Hun laatste règlement is van 21 Febr. 1805. 4® druk. 35 blz.