’s HERTOGENBOSCH.
reeds eene bepaling van Hertogin J o h a n n a (13 Febr. 1398)
dat de Burgemeesters hunne rekeningen zouden maken op
vier rollen, waarvan de Dekenen der ambachten één zouden
bekomen.
In genoemden Inventaris ontbreken de stads rekeningen
van 1407—1495, waardoor wij wellicht nadere bijzonder-
heden uit de rekening van 1494 zonden hebben kunnen
putten over de volgende opteekening uit de toevoegsels op
de oude kronijk van A e l b e r t u s C u p e r i n h s , voorkomende
in de Verzameling van hronijken betrehkelijk de stad en
meijery van ’s Hertogenbosch (’s Bosch 1846, I) blz. 204:
„In 1494, in December, zijn geset bij commissarissen van
hartoghe Philips twee borgemeesteren . . . . ende zijn oeck
„ten zelven tijde geset, vasteliiyden van der ambachten,
die te raede zullen comen en haeren raedt houden sonder
„die ambachten te vergaderen e n h a t d i e d b e c k e n s n y e t
MEER t e RAEDEN EN SÜLLEN COMEN. “ ‘
Maar reeds op de volgende bladzijde (205) lezen w ij:
„In 1498, in September, sijn die Bourgemeesters weder
an door den Inventaris van het Groot Archief der gemeente 's Ilertogen-
iosch, op last van Burgemeester en Wethouders opgemaakt door R. A. T a n Züy-
LEN J r . ’s Hertogenbosch 1860, 108 bladz. en Y I Register. 7Ae ook Inventaris
der Archieven van de stad ’s Hertogenbosch, chronologisch opgemaaht en de
voornaamste geheurtenissen bevattende (B. 1191—1826 Charters enz. in Stads
Komme voorhanden) door Mr. J. N. G. S a s s e n , Secret, ’s Bosch. 1865. 270 blz.
' Sa s s e n n” 648 (25 Aug. 1494) en de Nieuwe Verordening van Keizer
Karel Y van 12 Aug. 1525, n“ 1720. De naijver van het Bestuur straalt
reeds door in 1464. Zie Sa s s e n n “ 514.
’s HERTOGENBOSCH. 5
„omme affgeset ende is weder geordineert dat die deeckens ’
„van der ambachten met seeckere conditie en getalle te rae-
„den zouden coemen.“'
Wij vinden dan ook in de belangrijke vergadering, den
12 Aug. 1499 te ’s Hertogenbosch gehenden (Y. Z u y l e n
I, blz. V): „de Dekenen der ambachten present“.
J a c o b V a n O u h e n h o v e n in zijne „Beschrijvinge der
stadt ende Meijerije van ’s Hertogenbosch'^ (4°, Amst. 1649,
blz. 72) zegt ook: „Het derde Lidt ^ van de ßegeringe
„van ’s Hertogenbosch maken de Dekens ende Gheswoo-
„rens van de Ambachten, als blijckt uyt de Brieven van
„den Hertoge van den jare 1408 van den 22 December . . .
„Maer alsoo daervan gheen seker getal en placht te wesen,
„soo heeft de keyser Carolus V, den 12 Augusti des jaers
„1525 haer op een seker getal gestelt, ende ghebracht tot
„52 Dekens ende 177 Gheswoorens, maeckende te samen
„229 persoonen, ghelijck wij dat in de Beschrijvinghe van
„de Xeeringen ende Ambachten hebben aangeteeckent.“ ^
Wanneer wij die beschrijving t. a. p. blz. 97 opslaan,
dan lezen wij aldaar: „Dat van outs i n ’s Hertogenbossche
‘ Niemand mögt Deken zijn „tenzj hij geboren Poirter z j“, 6 Sept. 1383.
Sa ssen n" 234.
Even als in Njmegen en Goes, waar men een Lediggangers-giM had , waren
ook hier ledige luden. In 1499 luidt het (V a n Z ü y l e n I bl. VII) ; Wij scepenen,
gezworenen, raetsludon die men noempt ledige luden Dekenen van de ambachten
een deel der goede knapen enz.
” De eed der Dekens en gezworenen van de Ambachten vindt men bij
V an O ü d e n h o v e n , bi. 80.