In liet Kon. kabinet in ’s Gravenhage bevindt zieh nog
een zilAmren, gegraveerde penning, groot (30), met een
ring er om. Men ziet er twee kruiselings onder het wapen
van Utrecht geplaatste pennen op met de woorden; V iv e
LA PLUME en de krulietters D.M.
Omschrift : S a n s d i l i g e n c e n u l l e s c ie n c e .
Vergelijk Middelburg I, blz. 364 en zie àe Beotie 1874,
p. 65 n° 187 en de daar aangehaalde plaatsen over schoon-
schrijven.
In 1637, 10 Januari, werd te Utrecht een Collegium
Musicum JJltrajectinum opgericht, waarvan nog aanteekeningen
voorhanden zijn *.
De rood koperen, geg., gr. (24) pl. II (10) penning van 1668,
door P e r r e a u , Bevue p. 429, aan de Passementtverkers
" van Utrecht toegekend, behoort wellicht daar tehuis
Zeker is dat niet het geval met den Zakkendragers penning *
van 1764, afgebeeld in den TJtr. Volks Aim. 1869 n° 7, be-
' Zie Cat. Tent. Utrecht, blz. 51 n» 10.
"■ Zie T e W a t e r III, blz. 778—779 stukken van 1628—1671. Knoopma-
hers 1611—1728, blz. 779, 780.
« Voorz.: Eeu haspelrad, waarin een spoel en 1668. Omschrift: P a s s e -
m e n tie e s G ild e . K z .: Een kuip ? en 2 stukken passement. Omsckr.; DEK(ens)
IND(er?) TYT MIL. V.L. CL. V.DE. Utrecht pl. 3 of CIII (10).
' Cat. Tent. Utrecht blz. 21, n® 203. „Een driekantig versiersel van een
„kerkkroon in de Jacobie kerk van het Zakkendragers en Korenmetersgild,
„met de daarop toepasselijk gebeeldhouwde en geklenrde voorstellingen.“
In 1447 kom en zij voor als h e t Pynre ghilde, D o d t, Archief V , blz. 99
T e W a t e r I I I , blz. 933—947.
schreven, onder reserve, blz. 169, 170. De naam daarop
van I s a a c P o l k , 16 Juli 1764, vond de heer F. H. M a s c h h
a u p t op de Amsterdamsche Zakkendragers rol. Het Zakkendragers
straatje en poortje op den Springweg en zilveren
beeldjes, afgebeeld Utrecht pl. 4 of C IV , vroeger op de pelle
gehecht, en een kan (Sted. Museum), z i j n nog herinneringen
aan dit giid. Het poortje vertoont een Zakkedrager en het
jaartal 1622. P r o b r s blz. 132.
Eene publicatie betrekkelijk de Tinnegieters werd den
9 Novb. 1743 afgekondigd (7 blz. 4% 1743) en MSS.
publicatien, ordonnanties, contracten en extracten wegens
dit gild, na alle oude brieven beschreven en gecollatio-
neerd, 1753 (MSS), zijn in de verzameling M a s c h h a u p t .
Een zilveren, gedreven draagteeken, met oog er achter,
van de Schilders van Utrecht, was in de verzameling W e s -
t e r h o e f n° 4164 en nu in dien van den heer P. H. V a n
G e l d e r te Velp voorhanden. Zie de afbeelding Utrecht
pl. 3 of C III, (2). Een compas ster, in top het wapen van
Utrecht, en beneden het St. Lucas schild (drie schildjes,
2 . 1 op lazuur). In het midden een medallion, waarin gedreven
een liggende wolf (?), die een kroon beslikt.
Omschrift: met gepointeerde letters: * DoOR t y d e n
VLYD YOLMAAKTER.
In het Verslag over den toestand der Cemeenteverzamelin-
genm 1875 te Utrecht, wordt blz. 27 melding gemaakt van
eene zeldzame brochure Tan 20 blz. van V a n d e b P u y l ,
Kort verhaal van het Utrechtsche St. Lucas d id . Door de wel