L '
/) F. G. V. D. Horst 1790.
’s Hetiogenbosch. Verversgild, blz 38.
Geel koperen, gegraveerde penning (Verz. P. H. Van
G e l d e r te Velp), (groot 26). Plaat CXL (4).
Voorzijde: In een door vier rosetten gesloten krans een
engel, die een tableau of doek vasthoudt, waarop de drie
ruitvormige schilden van het Verversgild zÿn afgebeeld.
Keerzijde : In krulietters, J. Bvtgers.
De overeenkomst van den door vier rosetten gesloten krans
met dien op de door ons aan ’s Hertogenbosch toegekende
penningen (afgebeeld pl. LX X XV III (16) en pl. XCIII (43),
doet ons in het stuk den ouderen gildepenning (vergelÿk
pl. XCI (29) van de Ververs te ’s Hertogenbosch herkennen.
Hun nieuwe penning dagteekent dan ook eerst van
van het jaar 1772, terwijl dit stuk tegen het einde der
17e eeuw zal gegraveerd zijn, toen andere gilden in ’s Hertogenbosch
ook reeds gildepenningen hadden.
Blz. 78, reg. 12 v. o. bij voegen : Maastricht pl. 3 of
XCVII (20).
Blz. 100, reg. 7 v. o. achter te zien, bij voegen: Arnhem
pl. 1 of XCVIII (7).
Utrecht, blz. 143. Biemsnijders. Hun gildeboek is vermeld
in het Verslag 1876, blz. 25.
Utrecht, blz. 144. Bijlhouwers. Van hen zÿn nog bewaard
in het Stedelijk Archief aldaar:
a) Het gildeboek van 1396 (afschrift vande 18^ eeuw).
b) Het rekeningboek (1775—1868) (met gapingen.)
c) Een pak met diverse stukken. Zie Verslag van den
toestand der GemeenteverzameUngen in 1876, blz. 33.
Aldaar vermeld: Commissarissen der Bijlhouwersbus, blz. 33,
Notulenboek 1795— 1820, blz. 25, enz. enz.
Blz. 147, reg. 14 v. b. achter Utrecht bij voegen, pl. 8
of CVIII (26).
Utrecht, blz. 148. Kleermakers, zie Verslag als boven
blz. 33. Eenige stukken uit hun archief.
Utrecht, blz. 150. Bakkers, zie Verslag als boven blz.
33. Xotulenboek van de Bakkers-Ziekenbus 1804—1825.
Utrecht, blz. 154. Houten staf van het Zakkendragersgild,
Verslag blz. 21.
Utrecht, blz. 156. Sans Diligence Nulle Science. Boven een
vervailen houten poortje op den Burgwal te Haarlem las
men (in 1873) nog: Nulle Science
Sans Diligence 1595.
Zie C. J. G o n n e t , De Oude T ijd, 1873, blz. 44.
Blz. 165, reg. 1 v. b. achter CVI nog (20—24).
Blz. 165, reg. 6 v. o. achter CIII nog (25).
Blz. 165, reg. 3 v. o. achter B nog Utrecht pl. 3 of
CIII (26).
Blz. 173, Slot, bijvoegen: Zie pl. CIX (1).
Zwolle, blz. 202. Volgens eene verzameling van Gilde-
wetten te Zwolle bevonden zich aldaar in 1756 de navol-
gende gilden: Het St. Lucasgilde, het Bakkers- en Brou-
wersgilde, het Linnenamptegilde, het Smits-, het Kleermakers
en Droogwerkersgilde, de Linnemveversknechtengilde,
het Goud- en Zilversmedengilde. Verder van de Knoop- en
Hoedenmakers, de Schilder.s en GJazenschrijrers, de Wot