P ie te r Keerzijde: PR en U yttenbogaert. 1741
(Utrechtsch geslacht).
Lang heeft men over de plaats waar en de vereeniging
aan welke deze penning toekwam, getwist. Zie wat in de
Bevue 1859, p. 125, n° 175—178, Bevue 1874, p. 62,
Navorscher, X IX , blz. 123—124, er over is geschreven.
Yoorshands, schreven wij in 1874, houden wij het voor
een Utrechtschen penning, hetzij van een Wijnkoopers gild,
hetzij van een gezellige vereeniging. (Yergelijk Amsterdam I,
blz. 133 over den penning van 1621 steeds in zilver, met
Kz. disce mori). Dit vermoeden is tot zekerheid gebracht,
deels door de boven vermelde, mij door den heer Mr. S.
Muller F z. verstrekte opgaven, en anderdeels door den penning
van zilver, in omgezetten kabelrand, (groot 29), {Cat.
F okker n° 1599) 19 Juni 1876 verkocht door G. T heod.
B om (Verz. Maschhaupt).
Voorzijde: als boven:
T e veel is fbenyn.
Keerzijde: Om het wapen van Utrecht (in het veld):
1658 1 Dew 22. Feb.
is het stadts
zegel gevond{en)
in de pau(lus)
kerk Door
(als omschrift volgt hierop) J an . Dercksen . van . E ede.
Utrecht pl. 2 of CII (14). De naam met kapitale letters
als op de penningen a—m in het omschrift. Waarschijnlijk
was dit een Overmanspenning der Wijnkoopers. Een hanse
of vereeniging van burgers, die onder Oudermannen stond
envoor gemeene rekening aan den Rijn, vooral in Keulen ,
wijnen opkocht om die dan weder binnen Utrecht te slij ten,
komt daar reeds in 1233 voor .
Op het Stadhuis van Utrecht bevinden zieh een aantal
gedenkstukken van de gilden dier stad. Daaronder zijn
eenige zilveren bodeteekens en versierselen der lijkkleeden
van sommige dier broederschappen. Eenigen er van zijn op
Utrecht plaat 3 en 4 of GUI en CIV aanschouwelijk voorge-
steld. Eene korte beschrijving komt ons voldoende voor :
1. Bodeteeken der Bijlhouwersknechts. Zilveren médaillon,
ovaal vormig, hangende aan drie kettingjes, een oog
en baardig hoofd. Het schild ligt op een stralenbundel
en vertoont den bode (?) staande voor een korf met bijlen,
zagen, enz. en in de uitgestrekte rechter hand een hus()
houdende: achter hem een monument. Boven het ovale
schild twee kruislings geplaatste bijlen, onder een ornament.
(Zie Utrecht plaat 3 of CIII (3).
2 - 9 . Zie Utrecht plaat 4 of CIV. Acht zilveren versiersels
van het lijkkleed der Zakkendragers. Hiervan vier (2—5)
naar elkander gewende Zakkendragers, een schop (6), een
korenmaat (met strijkstok), met het jaartal 1611 (7), een
zandlooper (8) en een doodshoofd (9), op kruislings geplaatste
Schenkels rüstende.
D e Geek , t. a. p , blz. 180— 181 (1).