Hun gildepenningen zijn
1) Van geel koper, goed gegraveei'd, groot 35.
Voorzijde: E en gekroonde truAveel of troffel, bijna geheel
om ringd door tw ee palm takken.
Keerzijde: Hoyte j Feddema | ' I f : r : | metselaar j 1749.
LeeuAvarden pl. 5 of CXY (27).
2) Yan geel koper, grof gegrav., groot (38). Bevue
1859, p . 117, 11° 154.
Voorzijde: Een truweel of troffel in een gekroond ornament.
Keerzijde: Omgeven door lofAverk, bloemen en hoorns
van overvloed: Jacobus F e its f Zijn gilde gerech \ tigheit
Voldaan | Den 24 Desember: | 1767. Leeuw. pl 5 of
CXY. (28).
Kappen-, Wiel- en Stoeldraaiers-, mitsgaders Pompma-
kersgild.
Hunne ordonnantie is van 20 April 1666, geämplieerd
13 Decb. 1680, 31 Mei 1689 en 22 Febr. 1695. Den
20 Septb. 1749 werden de nieuwe gildeartikelen voor de
Meesteren Wiel-, Stoel- en Nappendraaiers sampt Houten
Leeuwarden. Tot Leeuwarden bij P i e t e r K o um a n s , S t a d s Drukker en Boekverkoper
m de Jonge Ruyter. 1750. 20 blz. 4». Als vignet een gekroonde,
gelyksoortige krul als op den Koekbakkers penning van 1749, Leeuwarden
pi. I of CXI (8).
‘ Nog eene bekende Leeuwarder Timmermansfamilie
" Woonde op het Zuidvliet, (oud) Lt. L , 63, deed lang nog handel in
steen, maar meer in wol, gelijk nu zijne kloinzonen.
Pomp-, Mast- en Blokmakers gepubliceerd. Geämplieerd
9 Septb. 1750, 22 April 1751 en 22 Mei 1754.
D e proeven w aren : E en spinncAviel, een tal of Avolhas-
p e l, een vrouwestoel (als op den penning LeeuAvarden pl.
5 of CXY (29), een driestal, een boterkop, een kaas-
vat, een roomschotel, een pomp met zijn toehehooren, een
dubbel Friesch blok met zijne schijven, een dubbel taliehlok
(als op den penning Leeuwarden pl. 9 of CXIX (46), een
mast van 12 duim met twee schijven.
De verkiezing geschiedde op den eersten Maandag na
St.Pontiaan. Ampliatie c. a. daarop van 24 Juli 1750, 22
Juli 1751, 22 April 1754, 22 Mei 1754.
De gildepenning der Stoelmakers enz. is van rood koper,
doorboord, gegrav., groot (32). Bevue 1859, p. 117, n°
151, vertoont (Leeuwarden pl. 5 of CXY (29):
Voorzijde: E en gekroonden (keuken) sto e l, om ringd door
een veger m et langen steel, een vat of kuipje en tAvee
andere voorw erpen.
Keerzijde: Tusschen twee Ornamenten: A l b e r t | T ie -
l e n b u r g I M r | S t o e l d r a i e r j A ° 1769. *
Passement- en Spegiliewerkersgilde. Hun gilderol is van
8 Aug. 1660. Eene ampliatie is van 6 Septb. 1662. Eene
interpretatie van 14 Dec. 1683.
Pelters- en Bontiverkersgild. Ord. 3 October 1628.
Die van de Pomp- en Blokmakers. Zie II blz. 249,
> Deze penning is to Leeuwarden in den grond vondon.